Cammino di Francesco 2009
Franciscaanse voettocht.
In het voetspoor van Franciscus.
Pelgrimstocht van Fiesole naar Assisi.
Donderdag 21 mei: Maastricht-Fiesole
Vrijdag 22 mei: Florence
Zaterdag 23 mei: Fiesole-Vallombroso 30 km
Zondagdag 24mei: Vallombroso-Stia 30 km
Maandag 25 mei: Stia-Camaldoli 15 km
Dinsdag 26 mei: Camaldoli-Badia Prataglia 12 km
Woensdag 27 mei: Badia Prataglia-La Verna: 20 km
Donderdag 28mei: La Verna-Cerbaiolo/Dormitorio 25 km
Vrijdag 29mei: Rustdag
Zaterdag 30 mei: Cerbaiolo/Dormitorio-Kluizenarij Monte Casale 30 km
Zondag 31 mei: Kluizenarij Monte Casale-Bocca Serriola 29 km
Maandag 1 juni: Bocca Serriola-S.Maria di Burano 28 km
Dinsdag 2 juni: S.Maria di Burano-Gubbio 23 km
Woensdag 3 juni: Gubbio-San Pietro in Vigneto 24 km
Donderdag 4 juni: San Pietro in Vigneto-Assisi 28 km
Vrijdag 5 juni: Assisi
Zaterdag 6 juni: Assisi-Milaan
Zondag 7 juni: Milaan-Maastricht
Verzamelen in Maastricht.
Donderdag/Vrijdag 21-22 mei 2009.
Vandaag is het dan zover. De dag van vertrek voor een voettocht naar Assisi. Rond 15.00 u worden we verwacht in de pastorie van de Franciscaan Mattie Jeukens. Hij is pastor in de O.L.V van Lourdes kerk in Maastricht. Ook de grote organisator van deze wandeltocht: "in het voetspoor van Franciscus". Al vele jaren organiseert de SFV (stichting Franciscaanse voettochten) deze wandeltochten in Italië. Na kennis te hebben gemaakt met de mede wandelaars, worden eerst de 2 busjes geladen. Hierna gaan we aan tafel voor een gezamelijke warme maaltijd. Deze is al eerder klaargemaakt door Jo en Lies. Zij zullen tijdens onze tocht voor ons koken. Na de maaltijd mogen de mannen de afwas doen, waar we dan ook zo mee gespeeld hebben. Om 17.15 u is het vertrek. Er zal bij toerbeurt door 3 chauffeurs per busje gereden worden. De eerste uren zitten ze dan ook naast elkaar voor in het busje. Via België, Luxemburg en Frankrijk zijn we om 23.30 u in Basel aan de Zwitserse grens. Dit stuk met een enkele pauze er in is lekker flink opgeschoten. Mede ook door het weinige verkeer op de weg. Achter Basel komen we in een verschrikkelijk noodweer terecht. Enorme stortbuien, dikke hagelstenen, onweer, grijs en donker maakt het voor onze chauffeuse Marina niet erg gemakkelijk. Maar ze doet het uitstekend in deze gevaarlijke situatie. Na 20 minuten hebben we het ergste gehad. Wel blijft het nog regenen. Als we eenmaal door de Gotthardtunnel zijn, is het weer gelukkig beter. Zwitserland uit en Italië in gaat in een rap tempo. Na nog enkele stops parkeren onze chauffeurs de busjes om 07.30 u op de Piazza Michelangelo in Florence.
Vanaf dit punt heb je een prachtig uitzicht over de stad Florence welke een stuk lager ligt. Matti neemt ons mee naar enkele belangrijke bezienswaardigheden. Maar als we onder de stad in lopen, zoeken we eerst een barretje op voor een lekkere bak koffie. Het is tenslotte nog vroeg. Op het toilet verfris ik me even, dit voelt lekker. Dan gaan we op pad. Ondanks het vroege uur is het al behoorlijk druk. Hier zullen we ook Jo en Lies ontmoeten. Zij zijn met het vliegtuig en al een paar dagen hier. We bezoeken o.a. het museo dell' Opera di Santa Croce. Indrukwekkend. Om 13.00 u worden we verwacht in de Convento San Francesco in Fiesole. Een plaatsje dat tegen Florence aan ligt. Hier zullen we overnachten, en morgen beginnen aan onze eerste loopdag. Hartelijk worden we ontvangen door enkele jeugdige Franciscanen. Hier is een apart gastenverblijf, waar wel vaker groepen komen. Op de bovenste etage krijgen we 3 kamers aangewezen met in totaal 20 bedden. Ook mag je buiten in de logio/patio slapen als je wilt. Ik kies toch voor een lekker bed met schone lakens en een kussen. Dit na een hele nacht reizen zal zeker geen kwaad doen. Er zijn 3 douches en 6 toiletten. Ik zet mijn spullen bij het bed en ga dan lekker douchen. Hierna loop ik nog wat rond bij de Convento. Een heel imposant complex. Er schijnt ook een soort bejaardenhuis te zijn voor paters en zusters. Om 19.00 u kunnen we aan tafel voor het avondeten. Jo en Lies hebben gezorgd voor een heerlijke nasi en een salade met gebakkenchampignons met nootjes. Vanavond laat ook Loek zijn talenten voor het eerst zien. Hij zingt een leuk stuk: onze Willem, rooie fik. Na het avondeten wordt de dag nog doorgenomen en er wordt een schrift bijgehouden, voor de afwas, het ontbijt, de dagopening, de laatste loper etc.etc.
Ja alles wordt samen gedaan, iets waar ik nog aan zal moeten wennen. Om 21.30 u lig ik in bed.
Fiesole - Vallombroso 31 km.
Zaterdag 23 mei 2009.
Heerlijk heb ik vannacht geslapen. Goed bed met een goede matras. Ook voel ik mij vrij fit, ondanks het gebrek van een nachtrust. Nadat ik mij gewassen heb, pak ik mijn tas in en zet deze vast bij het busje neer. Dit wordt een vast ritueel iedere morgen voor het ontbijt. Om 05.45 u zitten we aan het ontbijt. De tafel is keurig gedekt en de koffie ruikt heerlijk. Ik heb mijn eigen brood bij me omdat ik een glutenvrij dieet heb. Dit is speciaal houdbaar brood. Iedere dag een half pak voor het ontbijt en lunch onderweg. Het ontbijt wordt geopend door samen een lied te zingen en enkele woorden door Matti. Eerst smeer ik mijn lunchpakket en stop dit vast in mijn dagrugzak. Als we klaar zijn met het ontbijt, wordt alles afgewassen, ingepakt en wordt de complete keuken ook in het busje geladen. Om 06.50 u staan we in een kring op de binnenplaats van het klooster voor de dagopening. In het midden van ons een brandende kaars. De dagopening doet vanmorgen Paula. Zij brengt een gedicht over de “natuur”. Ook dit wordt een vast ritueel iedere morgen. Klokslag 07.00 u zijn we op pad naar Vallombrosa. We lopen door de hoofdingang van het klooster omlaag, met nog een prachtig uitzicht op Florence. Via enkele straatjes in Fiesole steken we een plein schuin over richting kerkje. Hier is ook onze eerste markering te vinden: Route CAI-FI-2. Deze volgen we een stuk. Dan gaan we rechts via een smal pad het bos in. Hier begint de klim naar de bergkam. Deze is heel pittig en erg inspannend. Onderweg houden we een korte stop. Als we boven aankomen, worden we getrakteerd op een prachtig uitzicht. We lopen een stuk over de kam en gaan dan over op de rood-witte Route-1. Deze gaat richting Settignano. Via mooie paden, deels verhard, vervolgen we onze weg. Langzaam dalend om uiteindelijk te komen bij het stationnetje van Compiobbi. Hier nemen we de trein om een stuk van 7 km langs een drukke weg niet te hoeven te lopen.
We arriveren hier al om 10.00 u. De trein gaat pas om 10.59 u. Matti pakt eerst de kaarten uit de automaat en dan is het tijd voor een bak koffie bij het barretje op de hoek. Als het 10.45 u is lopen we terug naar het station. De trein is stipt op tijd en 10 minuten later stappen we in Pontassieve uit. We lopen door dit stadje heen en komen uit op een drukke verkeersweg. Bij een groot kruispunt steken we over en gaan rechts omlaag een zandpad in waar een fruitventer staat. Hier houden we pauze in een wei, omdat ook Jo en Lies hier met het busje zullen komen. Het is 11.45 u en behoorlijk warm. Bij de fruitventer worden 2 bakken heerlijke kersen gekocht. Als Jo en Lies arriveren, worden er nog nectarines en fris water uitgedeeld. Om 12.45 u gaan we verder. We lopen door deze wei parallel aan de hoofdweg. Dan houdt de wei op en moeten we het talud opkruipen naar de hoofdweg. Deze volgen we nu een stuk en dit is niet prettig lopen. Voor Massolina buigen we linksaf een grindpad in richting bos. Hier in het bos is het duidelijk een pad zoeken. En gaat het maar weer eens flink bergop. Alles is dicht gegroeid. Ook wordt er een beroep gedaan op onze snoeischaren. (Geert en ik hebben volgens afspraak een snoeischaar meegenomen.) Ik twijfel eraan of dit wel het juiste pad is!! Als we ergens boven aankomen houden we een korte stop. Het is bloedheet en mijn flessen water zijn bijna op. We lopen verder door het bos en dan over grind-en asfaltwegen via Paterno en Isolavacchio richting Molino di Tosi. Het is zwaar. Via steile trappen en wegen komen we tenslotte bij een barretje annex kruidenier in Molina di Tosi. Dit is een slopend stuk geweest. Ik bestel een klein flesje bier. Wat is dit heerlijk!... Es of un ingelke euver mien tong pies….Ik laat het wel bij dit ene biertje, want het zijn toch nog 7 km naar Vallombrosa. Ook koop ik nog 2 flessen aqua. Lekker koud uit de koeling. Als het 16.45 u is, pakken we ons op en gaan verder richting de abdij van Vallombrosa waar we zullen overnachten. Wat we de laatste km voor onze pauze omlaag hebben gelopen, moeten we nu weer omhoog. Vanaf de bar lopen we wat terug om daar het pad door het bos te nemen naar de abdij. Op een route - aanduiding van de CAI staat nog 1.15 u naar Vallombrosa. Ook dit pad gaat weer behoorlijk bergop. Uiteindelijk dalen we een stuk af over een pad bezaaid met dikke keien.
Als we dan op de asfaltweg uitkomen is het nog een lang recht stuk naar de abdij. De abdij ligt in het bosrijke berglandschap van de Pratomagno. Het is een mooie laan met bomen, wel gaat de weg iets bergop. We lopen nu over de Via San Benedetto. In de verte zien we aan het einde van de weg de ingang van de abdij al liggen. Inmiddels is het 17.45u. De klokken van de abdijkerk beginnen te luiden. Nou ja, het zal toch niet voor ons zijn. Of weten ze dat wij eraan komen. Het geeft in elk geval iets speciaals. Om 5 voor zes zitten we in de kerk. Om 18.00u is er een professiemis. Matti regelt nog vlug dat we een lied kunnen zingen in de volle kerk. Heel indrukwekkend is dit. Voordat de H.mis begint zijn we weer de kerk uit. Snel zoeken we onze slaapplaats op binnen de abdij. Als ik mij een bed heb uitgezocht, ga ik snel even douchen. Heerlijk na deze lange en warme dag. Om 19.00 u kunnen we aan tafel voor het avondeten. Jo en Lies hebben weer gezorgd voor een heerlijk etentje. Meloen met prosciutto. Zomerstamppot met veldsla, spekjes en tomaatjes en een lekkere worst. Als toetje, yoghurt met aardbeien. Het smaakt weer voortreffelijk. Na het eten zingt Loek nog een stuk genaamd: de straatzanger. Heel mooi gebracht. Dan volgt nog de evaluatie van de dag en het verslag van de “laatste loper” Paula. Als Matti vraagt wie morgen de “laatste loper” wil zijn, geef ik aan dat ik dit wel wil doen. Met afwassen mag ik nog mee helpen. Dan bel ik Thea nog even en lig ik op tijd in bed.
Vallombroso - Stia 30 km.
Zondag 24 mei 2009.
Om 05.00 uur is het weer reveille. Snel een kattenwasje, tassen inpakken, busje laden, ontbijten. Dit zal ongetwijfeld wel het dagelijks terugkerend ochtendritueel worden. Het is 06.50 uur als we buiten staan voor de dagopening. Deze wordt verzorgd door Nico. Hij leest het gedicht “Geluk” voor.
Vandaag is het mijn taak om als “laatste loper” te fungeren.
Om 07.00 uur zijn we op weg naar Stia. Het beloofd weer een zware tocht te worden: veel bergie op, bergie af en het wordt behoorlijk warm.
Het begin is er dan ook naar. Via veel trappen steil omhoog. Halverwege deze trappen werpen we nog een laatste blik op de abdij waar we vannacht hebben geslapen. Deze abdij ligt heel idyllisch in het bosrijke berglandschap van de Pratomagno.
Aan het einde van de trappen gaat er een pad erg steil omhoog door het bos. Een pad kun je het eigenlijk niet noemen, het is meer een waterloop met veel stenen. Het is zwaar, je merkt het aan iedereen. Het is stil in het bos. Enkel gepuf en gekraak van dorre takken en bladeren begeleiden ons naar boven. Als laatste loper heb ik hier een mooi zicht op. In een gestaag tempo lopen we door en zijn we na 1.15 uur boven bij de zendmasten. Een eerste pittige klim ligt achter ons. We zijn blij te zien dat hier een bar-ristorante is, maar helaas………Chiuso!!!!!!!!. Toch houden we even een korte stop.
Hierna gaat het richting Monte Consuma, met ook nu weer veel klimmen en dalen. Als we aankomen bij de blokhut, waar een geplande stop is, wacht ons een verrassing: Jo en Lies serveren …………PIZZA!!!!!!!!! Zo lekker!!
Ook Marije pakt hier de tocht weer op. Dan gaan we verder. Een lang en zwaar stuk ligt nog voor ons. Onderweg stoppen we regelmatig. Dat is ook nodig om weer krachten te kunnen verzamelen. Soms bij een bron voor een heerlijk, natuurlijke verfrissing. Het is inmiddels erg warm geworden. Het schaduwrijke bos geeft enigszins verkoeling, maar in de volle zon is het bloedheet.
Door een sanitaire stop van Marina raak ik het zicht op de groep kwijt. En dan bewijst het fluitje zijn dienst: ftttttt en in een mum van tijd is de groep weer bij elkaar. In Castelcastagnaio nemen we nog een pauze. Volgens Matti is het dan nog 1.5 à 2 uur naar Stia. Loek zit met zijn hoofd tegen een paal. Zijn hoed heeft een rustplaatsje bovenop de paal, maar zelf zit hij “voor paal”. Blijkbaar voelt hij zich nog fit genoeg, want hij wil ook nog wel paaldansen!! Als we weer onderweg zijn, gaat de telefoon. De koks zitten zonder gas. Volgens Matti, die de fles heeft laten keuren en wegen op de hoeveelheid gas, is dit onmogelijk. Maar wat nu, het is zondag dus… Maar Lies en Jo zouden Lies en Jo niet zijn als ze hier geen oplossing voor zouden vinden!! We wachten met spanning af! Na nog een pittige weg, komen we omstreeks 16.30 uur aan in Stia. Een lekker koud pilsje is wel verdiend. Maar…..Matti dirigeert ons toch eerst naar de kerk. Nadat we enkele mooie liederen hebben gezongen, is er nog een weg…. En wel naar het terras van de bar tegen over de kerk. Dorstige kelen worden goed gesmeerd. Als we opstaan om naar ons overnachtingadres te gaan, tel ik mijn “schaapjes”. Tel ik er nu meer??? of…..ligt het aan de pils??? Nee gelukkig, we zijn compleet.
We slapen in het schooltje van de nonnen. Primitief maar we hebben een dak boven ons hoofd. En dan…. Krijgen we wel wat te eten?? Na dat verontrustende telefoontje van vanmiddag zijn we toch wel erg benieuwd. Maar toch is het Lies en Jo gelukt een voortreffelijke maaltijd te bereiden. Prikkers met mozzarella en tomaat. Heerlijke tortollini met champignons en rucola salade. En zeg nou zelf: wie had anders verwacht??? Ook treed onze troubadour Loek weer op, dit maal met een stuk over de: vrolijke forel. Heel leuk hoe Loek dit brengt.
Na het avondeten, bij het evalueren van de dag, doe ik mijn verslag als “laatste loper”. En na een zeer enerverende dag, zoek ik weer tijdig mijn nestje op.
Stia - Camaldoli
Maandag 25 Mei 2009.
Vandaag een vrij korte etappe. Dus niet zo vroeg op ….05.30 u. Na de gebruikelijke vaste rituelen van elke dag, staan we op 06.50 u klaar voor de dagopening door Tom. De zon laat zich al vroeg zien. Een voorteken!! Om 7 uur vertrekken we vanaf onze slaapplaats, het schooltje bij het nonnenklooster. Een tegenvaller vandaag: Marije gaat niet meer mee. Ze heeft teveel last van haar knie. Stia is een aardige plaatsje aan de voet van de Monte Falterona. We volgen eerst een drukke weg richting Pratovecchio. Als we om kwart over 8 op de Piazza Paolo Uccello aankomen is het tijd voor een eerste bak koffie. We hebben lekker de tijd vandaag en….. een lekkere cappuccino gaat er dan wel in. Genietend bij de fontein op de Piazza. Ook sla ik nog 2 flessen fris aqua in. Ja, je weet het maar nooit. Het zonnetje is al lekker warm. Als we weer opstappen lopen we eerst een stuk langs het riviertje. Nou ja riviertje! Het is eigenlijk niet meer dan een smal beekje. Steken dit een paar maal over via een bruggetje. Dan gaat het links omhoog het bos in. Een pittige klim, maar lekker in de schaduw en niet zo lang. Als we boven zijn, gaat het via een steenachtig bospad omlaag naar een beek. Hier moeten we maar proberen overheen te komen zonder natte voeten te krijgen. Wat overigens aardig lukt. Iets verderop een tweede beek welke we over moeten. Ook dit geeft geen probleem. Uiteindelijk komen we op een verkeersweg uit welke we schuin oversteken naar een stijgend bospad. Hier begint ook de rood-wit gemarkeerde Cai-route 76. De La via Dei Legni. Hier zullen we vandaag gebruik van maken. Onderweg hebben we mooie vergezichten. Als we langs het kerkhof lopen zijn we dichtbij de bewoonde wereld. Via een asfaltweg lopen we Casalino binnen. Een klein dorpje. Op het dorpsplein bij de waterbak houden we pauze. Effe lekker opfrissen. Dit doet wonderen. Lekker genietend van het zonnetje op een bankje, krijgen we gezelschap van enkele bejaarde inwoners. Dit zien ze hier zeker niet zo vaak, zoveel vreemde mensen. Als we vertellen dat we onderweg naar Assisi zijn en uit Olanda komen, wordt het een gesnater van jewelste. Ik versta er geen ene bal van. Alleen “molti del sole” en wijzen naar de lucht. Het kerkje aan het plein is open. Voordat we verder gaan zingen we er nog 3 liedjes. Dit is toch steeds weer fijn. We lopen Casalino uit en steken een verkeersweg over. Links aanhoudend kruisen we een pad met de wegwijzer Giogo Secchieta.
Hier begint weer een fikse stijging naar boven. We bevinden ons nu in het Nationaal park van de Casentino. Zeven maal zo groot als ons Nationaal park de Hoge Veluwe. Langs ons pad staan stenen schuilhutjes, waar we gelukkig geen gebruik van hoeven te maken. Als we boven zijn hebben we weer een magnifiek uitzicht. Prachtig bloeiende brem in overvloed. Hier lopen we enige tijd door een open vlakte. Ook staat hier de eerste aanduiding van de Sacro Eremo. Dan stijgen we verder door een prachtig berkenbos. Het is warm en ik ben blij als we boven zijn. Hier wordt gepauzeerd. Ik eet mijn laatste boterham op. Ook neem ik een energiereep. Mijn bloedsuikerspiegel is aan de lage kant.Vanaf dit punt is het een lange afdaling naar het bruggetje beneden. Deze afdaling kan iedereen op eigen gelegenheid doen verteld Matti ons. Alle paden links en rechts negeren. Als ik me weer een beetje fit voel ga ik omlaag, alleen. Het is werkelijk een prachtig pad. Alsmaar dalend tussen statige bomen en over een dik pak bladeren, kom ik onder aan bij het bruggetje over de rivier aan de asfaltweg. Hier zitten Paula, Nico en Wim al.Volgens afspraak wordt hier op elkaar gewacht. Als we weer compleet zijn gaan we verder richting Sacro Eremo (kluizenarij). Het is nog ongeveer 20 minuten lopen. Als we om 14.00 u arriveren is nog alles gesloten. Op het informatiebord staat dat om 15.00 u. de kerk, behorende bij de kluizenarij en de winkel open gaan. Wel is het barretje open. Ik neem een bakje koffie en ga buiten onder een boom zitten. Mijn schoenen gaan ook uit. Wat een zalig gevoel aan mijn voetjes. Ik lees wat in het boek dat ik bij me heb: In de voetsporen van Franciscus. Als om 15.00 u de deur open gaat, gaan we samen naar binnen. De kerk is mooi van binnen. Een barok interieur, wat weelderig gedecoreerd is met verguld stucwerk. Het hele plafondgewelf is een groot schilderij. Ook zingen we weer enkele liedjes. Het valt mij op dat alles nog in zo’n goede staat is. Dan ga ik naar buiten en loop naar het grote hek toe .Hier achter bevindt zich de kluizenarij.
Allemaal klein “kluisjes”. Franciscus verbleef hier in de 1e kluis links. Gesticht werd deze kluizenarij in 1023 en ligt in het dichte bos van de Appennino Casentinese op 1100 meter hoogte. Vandaag de dag staan er 20 keurig in rijen gerangschikte kluisjes, welke nog steeds dienst doen als monnikscellen. Alles achter een groot hek, hermetisch afgesloten van de buitenwereld. Om half vier stappen we op. Via een oude antieke Romeinse weg dalen we af naar ons overnachtingadres Monastero di Camaldoli. Dit is nog een half uurtje lopen. Als we aankomen kijk ik eerst uit naar een slaapplaats. We kunnen hier op de binnenplaats in de openlucht slapen, op ons slaapmatje. Maar ik vind in een hoekje toch een beschutte plaats voor de nacht. Ik rol mijn zelfopblaasbaar matje uit en leg daarop alvast mijn slaapzak neer. Dan ga ik lekker douchen, want die zijn er wel. Voor het avondeten draagt Matti nog een H.Mis op in het kleine kapelletje van het klooster. Heel mooi. Hierna schuiven we aan tafel. Jo en Lies hebben weer heerlijk gekookt vandaag. Venkelstamppot met worst en rode bietensalade en een puddingtoetje na. Ook was er nog tortellini over van gisteren. Natuurlijk heeft Loek ook voor vanavond een leuk stuk voor ons in petto n.l “het Maastrichts sjansonneke”. Na het eten wordt de dag nog doorgenomen en verteld de “laatste loper” zijn belevenissen van deze dag. Hierna is het opruimen, afwassen en om 21.00u lig ik ergens in een hoekje op de grond te wachten tot het zandmanneke komt. En volgens mij was hij er zo. Vandaag wel een blaar gelopen, mijn bril verloren en de gsm gemold.
Camaldoli - Badia Prataglia
Dinsdag 26 mei 2009.
Ondanks dat we een hele korte route hebben is het weer vroeg dag vandaag. Zoals iedere morgen worden we ook nu weer om 05.00u. gewekt door Nico. Ik heb niet goed geslapen vannacht. De harde ondergrond is niet mijn ding. Toch heeft deze slaapplaats iets, hier op de binnenplaats van het monasterio. Misschien is het wel de sterrenhemel. Wie weet. Als ik mijn matje en slaapzak heb opgerold en ingepakt, ga ik mij lekker wassen. Het ijskoude water doet wonderen vanmorgen. Ik voel me weer een hele vent. Ik breng mijn tas naar het busje en om 06.00u zitten we aan het ontbijt. Voor mijn lunchpakket neem ik de helft minder dan gebruikelijk. Ook worden er nog bananen uitgedeeld. Zo te horen heeft iedereen er wel zin in. Het beloofd ook vandaag weer een zonnige dag te worden. Als na het ontbijt alles is afgewassen en ingepakt is, staan we om .07.00u op de binnenplaats voor de dagopening door Marije. Tien over zeven zijn we weer op pad. We gaan eerst terug richting het dorpje.
Bij het fonteintje vul ik mijn drinkflessen met fris drinkwater. Als we de brug over zijn nemen we bij een wegwijzer een bospad naar boven. Vandaag volgen we de rood-wit gemarkeerde Cai-route 72 tot in Badia Prataglia. Het is weer een pittige klim. Maar dat zijn ze allemaal. Op en neer en op en neer, steeds weer. Ook heb je een mooi uitzicht op het klooster waar we geslapen hebben. Onderweg naar boven zien we herten en een wildzwijn met jonkies. Als we al een dik uur aan het klimmen zijn, komen we uit bij de “Refuge Cotozzo” op 1075 meter. Het is een primitief onderkomen. Hier pakken we een korte pauze. Ook staan hier verschillende wegwijzers. Mijn oog valt op een groen-wit pijltje met aan het eind het Tau-teken op een van de wegwijzers. Matti zegt dat dit waarschijnlijk door een Nederlander is aangebracht. We vervolgen onze tocht over het pad richting “Poggio Tre Confini”. We lopen nu op hoogte, meer op vals plat.
Anderhalf uur lopen we door en dan is het tijd voor een grote pauze. Schoenen uit en een lekker plaatsje onder een boom in de schaduw, heerlijk. Eerst prik ik mijn bloedsuikerspiegel. Dit doe ik iedere dag regelmatig. Het valt mij op dat ondanks de zware inspanningen de glucosewaarde in mijn bloed nog steeds goed is. Houden zo. Ik ga er al meer in geloven dat de energierepen die ik mee heb genomen hun werk goed doen.
Deze bevatten kort-en langwerkende koolhydraten. En dat is precies wat ik nodig heb. Na deze pauze is het nog 3 kwartier lopen. Na een bergstroompje laten we dit pad links liggen en gaan behoorlijk omlaag op de Cai-route 72 richting Badia Prataglia. Dwars door een veld met varens. Uiteindelijk komen we op de asfaltweg uit en zien het dorpje al liggen. Om half twaalf zijn we er. Heerlijk de hele middag voor ons zelf. Natuurlijk eerst naar de kerk met zijn Romaans uiterlijk. Ook hier zingen we weer een 3-tal liederen. Onze slaapplek ligt vast aan de kerk. Het is een ruimte van de A.V.I.S. Maar het is ook weer behelpen, want het is eng hier. Ook zullen we weer op de grond moeten slapen. Eerst was ik wat spullen uit. Met deze zon is dit natuurlijk snel droog. Omstreeks 15.00u ga ik met enkele medewandelaars een lekkere pils vatten. Wat kan die toch lekker zijn. Carolien geeft mij haar gsm om Thea te bellen. Ik had bij mijn gsm gisteren vergeten de toetsblokkering aan te zetten. Zo gebeurde het dat 3 keer de verkeerde pincode werd gebruikt. Alleen weer in te stellen met de puckcode. Gelukkig kon Thea deze thuis terug vinden en had ik mijn toestel weer zo aan de praat. Op het terras wordt de groep alsmaar groter. Je merkt dat deze korte route vandaag goed doet bij iedereen. Kunnen we ons opladen voor de tocht morgen naar La Verna. De berg die we al dagen zien, maar nu steeds dichterbij komt. Om vijf uur ga ik nog even naar de farmacia. Ik kijk voor wat fixo-mull en spray voor tegen de muggen. Om half zeven is het avondeten. Groene aspergesoep, pasta met zalm en tonijn en selderijsalade. Weer voortreffelijk bereid door Jo en Lies. Ik zie dat Loek wat in zijn papieren zit te rommelen en voila, hij verrast ons met een leuk verhaal: Onze lieve Heer en de koei. Als de dagsluiting is geweest, de "laatste loper" zijn verhaal heeft verteld en alles is opgeruimd ga ik mijn matje maar weer uitrollen zodat deze zich kan vullen met lucht. Om half tien lig ik plat, hopelijk slaap ik vannacht wel goed.
Badia Prataglia - La Verna
Woensdag 27 mei 2009.
Reveille om 05.00u. Ja, nadenken hoef je het eerste uur niet. Het zijn de gebruikelijke rituelen en die wennen snel. Voordat we aan het ontbijt beginnen, wordt er eerst voor Lies gezongen. Zij viert vandaag haar verjaardag. Leven is er genoeg aan tafel. Wat zo’n korte route van gisteren wel niet doet. Als na het ontbijt alles opgeruimd en ingepakt is, staan we om tien voor zeven buiten voor de dagopening door Matti. Om zeven uur zijn we weg, uitgezwaaid door Jo en Lies. Vandaag is de route niet zo heel lang, maar het belooft wel een pittige te zijn. Tegenover Albergo Giardino begint de rood-wit gemarkeerde Cai-route 73 weer. Deze zullen we volgen tot Frassineta wat 1,5 tot 2 uur lopen is. We lopen door de Via Eden naar beneden en gaan dan links richting ‘LL Romito. Verderop steken we een brug over en gaan dan rechts naar boven. Wat volgt is een behoorlijke pittige klim richting Frassineta. Als we boven zijn zien we in de verte ons einddoel al liggen: De berg La Verna. Maar als ik het zo inschat is het nog een flink stuk en zo te zien ….. bergie op en bergie af. Ook nu weer prachtige vergezichten en veel bloeiende brem. Vandaag weer een lekker zonnetje. Om half negen zijn we in Frassineta. Hier boven staat een klein kapelletje met ernaast een klok. Heel bescheiden luiden we de klok. Het kapelletje met de klok waken over het dal. Iets verderop bij de grote kerk kijken we van boven af het dal in. Werkelijk een fantastisch uitzicht heb je hier. Zo’n plek loop je niet zo zomaar voorbij. We nemen dan ook een ruime pauze. Ik zoek een lekker plekje onder een boom, waar ik een mooi uitzicht over het dal heb. Carolien en Marian komen bij me zitten. Samen kletsen we heel wat af. Na een pauze van 30 min. gaan we verder. De afspraak die vanmorgen is gemaakt, zegt ons dat we om half drie boven op La Verna willen zijn. Om 15.00u is n.l. de processie wat voor Matti als Franciscaan belangrijk is. Deze processie is elke dag om 15.00u. Via wat vals plat gaat het pad dalend naar Rimbocchi over de Cai-route 70. Verderop staat een route- aanduiding: Rimbocchi ore 0.50. ( dus nog 50 minuten te gaan)
Op deze route -aanduiding staat ook weer het groene pijltje met het Tau- teken. Het pad gaat hier flink omlaag. Als we om 10.15u in Rimbocchi aankomen, staan Jo en Lies ons op te wachten met een heerlijke notentaart. Dit ter ere van haar verjaardag. Gluten of geen gluten, maar dit ziet er lekker uit dus…..smullen maar. Hier pauzeren we ook. Ik doe mijn wandelschoenen uit en ga omlaag naar de beek. Dan de kousen uit en pootjebaden. Heerlijk……wat een genot!! Dit onder een stralend warm zonnetje. Als we opstappen, verlaten we dit dorp in zuid-oostelijke richting en steken verderop een voorrangsweg over. Hier staat ook een paaltje met de markering: Cai-route 053. Dit is de route die we volgen tot op de berg La Verna. Hier ligt het Santuario Francescano Convento della Verna*. Onze slaapplaats voor vannacht. We dalen verder naar een beekje dat we via grote stenen kunnen oversteken. Iets verderop staat een wegwijzer naar Chiusi della Verna. We nemen het linkerpad van onze route 053. Hier begint een stevige klim naar de Poggio Montòpoli. Gelukkig lopen we hier veel in de schaduw. Het pad is ook niet al te goed. Links en rechts van ons veel rotsblokken. Maar we hebben er goed de tred in. Boven aangekomen hebben we een view van 360 graden, geweldig. La Verna is nu wel heel dichtbij gekomen. Verderop steken we een asfaltweg over en nemen een oud pad gemerkt met 053 door een oud bos. Dit pad voert ons na 1 km langs een loodrechte rotswand. Als je naar boven kijkt, zie je de muren van het klooster. Om 13.45u zijn we bij een poort. Ruim op tijd dus. De poort is dicht, maar via een smal stenen trapje in het muurtje kun je er omheen. We gaan daarna verder rechtdoor, over een oude met grote stenen geplaveide toegangsweg voor voetgangers naar boven. Hier passeren we ook de “kapel van de vogels”. De kapel staat op de plaats van de eik waarop vogels Franciscus toefloten toen hij voor het eerst naar La Verna kwam. Dan bereiken we een tweede poort die toegang geeft tot het indrukwekkende kloostercomplex. We lopen door tot bij het Tau gebouw. Dit deel van het klooster is speciaal ingericht voor pelgrimsgroepen, welke hier kunnen overnachten. Maar eerst geeft Matti een korte rondleiding door dit enorme klooster. Terug bij het Tau gebouw, worden er nog wat afspraken gemaakt. We pakken onze bagage en gaan naar binnen. Dit is werkelijk een prachtige plaats. Mooie grote keuken met alles er op en aan. Grote eetzaal. Twee prachtig mooie slaapruimtes met lekkere bedden, ook elk met 3 douches en toiletten. Heel mooie kapel. Ja, wat hebben we niet hier.
Op mijn gemak ga ik eerst lekker douchen. Wat een weelde. Lekker frisse schone kleren aan. Wat wil een mens nog meer? Ich nieks mier!! Om kwart voor drie worden we verwacht in de eetzaal. Voor die tijd loop ik buiten wat rond. Wat mij opvalt is een grote lange open galerij, met enorme muurschilderingen over het leven van Franciscus. Heel bijzonder. Tegen kwart voor drie ben ik terug in de eetzaal. Padre Matteo staat ons al op te wachten in z’n pij. We lopen samen met hem door het klooster naar de Basilica van waaruit om 15.00u de processie gaat. Padre Matteo gaat bij zijn medebroeders achter het hoofdaltaar zitten. Achter dit altaar is zowel links als rechts een deur. Hier zitten de Franciscanen achter. Wij zoeken een plaatsje in de Basilica. Het zit goed vol. Wel valt mij de aanwezigheid van veel nonnen op. In het bijzonder, veel jeugdige nonnen. Wat trekt vandaag de dag deze jonge meiden aan om non te worden! Zou het toch hun sterke geloofsovertuiging zijn! Is het een roeping? Ik zou het niet zomaar weten. Er wordt eerst veel gezongen. Met zoveel nonnen klinkt dit prachtig mooi. Dan gaan de deuren open en komen de Franciscanen links en rechts achter het hoofdaltaar de Basilica in gelopen. De processie gaat beginnen. Ik loop tussen een aantal jeugdige, zingende nonnen. De processie trekt binnen door het klooster, door de galerij, door smalle gangetjes naar het kapelletje van de stigmatisatie, welke ook in het klooster ligt. Hier wordt gebeden en gezongen. Via een zij- ingang gaat het weer dezelfde weg terug naar de Basilica. Het hele gebeuren maakt diepe indruk op mij. Te bedenken dat dit iedere dag zo gaat. Na de zegen gaan we met Mattie naar een kloof toe, waar Franciscus sliep wanneer hij hier was. Ook bezoeken we de souvenirshop. Ik koop hier voor miene ingel, eine ingel. De afspraak was dat we na de processie in de eetzaal wat zullen drinken op de verjaardag van Lies. Het wordt een gezellig onderonsje met gezang, bier en wijn. Om 19.00u kunnen we eten. Het is weer verrukkelijk. Tomatensalade, rijst met kipgroenten –stoofschotel, een toetje en, natuurlijk, een wijntje erbij. Ook Loek brengt nog een leuk stuk: n.l. Onze Willem. Na de dagsluiting, als ook de “laatste loper” zijn woord heeft gedaan, ga ik naar bed. Het is kwart over negen. In bed laat ik mijn gedachten nog eens gaan over deze bijzonder mooie dag. Genoten heb ik van deze prachtige tocht naar La Verna.
*Santuario Francescano Convento della Verna.
Dit hoog (1128m) op een steile rots tegen de Monte Penna (1283m) gelegen Franciscaans klooster is een bij de Italianen geliefd pelgrimsoord. Het wordt druk bezocht door vrij luidruchtige groepen dagjesmensen. Ondanks de bordjes met “silenzio”. Vooral op zondagen ontbreekt het hier aan rust (om tot bezinning te komen) door het af en aan rijden van volgeladen touringcars. Wel moet gezegd worden dat de rit naar het klooster, bijzonder mooi is. De weg leidt door het ruige rotsachtige berglandschap van de Casentino. Eerst kom je in het dorpje Chiusi della Verna vanwaar de weg zich verder omhoog slingert. In 1214 stichtte Franciscus hier een kluizenaarswoning waar hij zich sindsdien regelmatig afzonderde van de bewoonde wereld. Het feit dat de heilige, toen hij zich in 1224 op de berg had teruggetrokken, de stigmata (dezelfde wonden als de gekruisigde Christus) ontving, spreekt uitermate tot de verbeelding. De wandeling van de Basilica naar de kapel die is gebouwd op de plaats waar deze gebeurtenis zou hebben plaats gevonden, wordt door vele met veel eerbied gemaakt. De Basilica zelf bezit vele relikwieën van Franciscus.
La Verna - Cerbaiolo
Donderdag 28 mei 2009.
Heerlijk geslapen vannacht. Wat een goed bed al niet doet voor een mens! Om 05.00u kraait de haan weer, oftewel Nico maakt iedereen wakker. Het dagelijks ritueel start weer: wassen, tas inpakken en naar het busje brengen. Waar Nico en Wim zich uitstekend van hun taak kwijten en alles terdege inladen. Na het ontbijt wordt dan snel afgewassen waarna ook de rest wordt ingeladen. Het is inmiddels 07.00u als we na de dagopening door Lies het klooster verlaten door de hoofdingang. Volgens het boekje beloofd het vandaag weer een mooie route te worden met meer dalen dan stijgen. In eerste instantie volgen we route -50 “Poggio Treversiovi”. Deze route wisselt vaak van naam. Bij de brug “Rabatto” steken we de weg over en dalen verder af naar Montalone. Bij de “bron met het heilige water” oftewel de “bron van Franciscus” houden we even een korte stop. Hier vul ik mijn flessen bij, want dit water is drinkbaar. Onderweg in een barretje worden we getrakteerd op koffie of thee door Marjan, die vandaag jarig is. Na deze stop volgen we weer de gemarkeerde route Cai-075, naar Pieve San Stefano.
Onderweg wijken we van de route af en wat volgt is een ware survivaltocht. Door dicht struikgewas zoeken we een weg. Mijn snoeimes komt goed van pas. Uiteindelijk zien we onder ons een pad lopen en lopen steil omlaag naar dit pad toe. Dit weggetje, wat heel mooi is, volgen we een heel stuk. Tenslotte komen we toch weer op de CAI 075-route uit. Het is dan nog maar een eindje lopen naar Pieve San Stefano. Dit plaatsje in de Toscana grenst aan Umbrie en Romagna. (Pieve = plattelandskerk met dorp en begrafenisrecht) We laten ons neerploffen op een terras in de zon. Een heerlijke cappucino hebben we wel verdiend. Het is een heerlijk wandelweer. De zon is aangenaam, niet moordend heet. Na ca 45 minuten pakken we ons boeltje weer bij elkaar en gaan verder naar Cerbaiola. Langs de verkeersweg lopen we het stadje uit. Na een bruggetje slaan we linksaf de Cai-route 22 op.
Via prima gemarkeerde wegen, een glooiend pad en prachtige vergezichten hebben we goed de pas erin. Na wederom een korte stop zien we op een bord dat het nog 1.20u lopen is naar Eremo Cerbaiola. Op een bepaald moment lopen we langs ons slaapadres voor die nacht: Ostello Francescano. Maar dit laten we voor even links liggen en gaan verder, omhoog naar de Eremo Cerbaiolo*. Om half vier komen we aan bij deze kluizenarij, waar kluizenares zuster Chiara helemaal alleen woont. Hoewel alleen…. Geiten,honden en katten houden haar gezelschap. Zuster Chiara is 84 jaar en woont hier vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw. Zij staat ons al op te wachten en gaat ons voor, via een binnenplaats met een prachtige Pieta, naar het kerkje. Hier zingen we een 3-tal mooie liederen. Zuster Chiara neemt dan het woord en zegt (Matti vertaald dit voor ons): Ze bedankt ons voor de liederen, ze heeft op ons gewacht en nu we er zijn, mag de Signore haar rustig komen halen. Dit is heel ontroerend! Het hele gebeuren maakt diepe indruk op mij. Buiten nog even genieten van de prachtige omgeving en dan dalen we weer af naar ons slaapadres, ca 1 kilometer lopen. Hier zullen we twee nachten verblijven. Morgen dus een rustdag! Ik zoek een lekker bedje uit en ga eerst douchen. Daarna was ik nog wat kleren uit, die buiten in het zonnetje zo droog zijn. ’s-Avonds weer een heerlijk maal: Romige courgettesoep. Chili con carne met een knoflook-peterselieyoghurt en salade. Als toetje yoghurt met aardbeien. Na de dagsluiting en het verslag van de laatste loper doe ik mee de afwas. Hierna nog een lekker rood wijntje en om tien uur lig ik in bed.
*Eremo Cerbaiolo,
Van oorspromg een Benedictijnenklooster van de VIII-eeuw. Sedert 1216 een Franciscaansklooster. Tijdens de 2e W.O. op 28 augustus 1944 verwoest door de Duitsers. Dankzij de vastberadenheid van zuster Chiara wordt de Hermitage steen voor steen herbouw, zoals zij oorspronkelijk was.Gedeeltelijk in 1955 en de rest in 1968.Het geheel werd voltooid in 1975. Zuster Chiara woont er alleen sinds 1966. Zij behoort tot de “kleine broederschap van de H. Elisabeth”. Deze plek is voor haar een gezegend, zelfs magisch oord. Het is haar heilige grond. Ook maakt zij zich sterk voor de “Ostello Franciscano” de refuge waar wij verblijven. Zuster Chiara is in 2009 overleden.
Rustdag Cebaiolo.
Vrijdag 29 mei 2009.
Vanmorgen lekker “uitgeslapen” tot 07.15u. Na het ontbijt om 08.00u, nel afwassen en opruimen. Rond de klok van negen gaan we op pad naar de Eremo. Padre Matteo zal hier om 10 uur een H.Mis opdragen, ter ere van het aanstaande Pinksterfeest. Het is weer een prachtige zonnige dag. Als we boven aankomen, geniet ik weet van het geweldige uitzicht. Ik ervaar het toch als een voorrecht dit te mogen zien. Zuster Chiara komt ons halen en we kunnen de kerk binnengaan. De kerk is sfeervol verlicht met enkele lampjes en kaarsjes. Zij neemt plaats op haar vertrouwde stoel, rechtsvoor. Het is een mooie viering, waarin we tal van liederen zingen. Regelmatig kijk ik naar zuster Chiara. Ze geniet zichtbaar van de dienst, ook al zal zij er waarschijnlijk geen woord van begrijpen. Na afloop van de dienst is de verdere dag aan onszelf. Ik besluit voorlopig boven op de berg te blijven en zoek een mooi plekje boven op een rots. Voor mij het prachtige zicht op het dal en stuwmeer. Wat ligt dit klooster ook weer op een prachtige plaats, hier tegen de bergwand. Dit is puur genieten! Het is inmiddels 11.00u en de zon schijnt al fel.
Ik zit te lezen als zich 10 bejaarde nonnen een weg naar boven zoeken over de trappen. Sommige hebben een veldboeket in de ene en een stok in de andere hand. Ze brengen een bezoek aan het kerkje. Op het puntje van de rots krijg ik gezelschap van de geiten van zuster Chiara, die hier vrij rond lopen. Aangestaard door een 10-tal geiten denk ik na over deze bijzondere plek met zijn mooie natuur en weldadige rust. Hier houd ik het nog wel even uit. Het doet me goed om even helemaal alleen te kunnen zijn. Wel zoek ik even later een schaduwrijk plekje op onder een boom en lees weer een stukje in het boek “in de voetsporen van Franciscus”. Toch vliegt de tijd en voor ik er erg in heb, is het vier uur. Zes uur heb ik hier,praktisch in mijn eentje, doorgebracht. Alleen met mezelf, de natuur en de rust! En op afstand zuster Chiara. Ik krijg steeds meer bewondering voor haar. Als ik van de rotsen omlaag ga, zie ik haar de 94 trappen opgaan. In de ene hand haar stok en met de andere hand aan de leuning , gaat het langzaam omhoog. Een bijzondere vrouw met een enorme wilskracht. Helemaal een met de natuur en haar Signore.
Als ik om 17.00u weer terug ben in de Ostello, wordt mij meteen gevraagd: “kom je nu pas van boven?!” Ik antwoord: “ Ja, nu pas. En ik heb er ieder moment van genoten”. Snel neem ik een douche,want het is weer bijna etenstijd. Maaltijdsoep en pannenkoeken staan op het menu. Omdat ik geen pannenkoeken mag, is er voor mij nog Chili con carne. We zijn niet de enige pelgrims vanavond. Er is een een Spaanse pelgrim uit Madrid aangekomen. Hij heet Fernando en spreekt goed Engels. Ik heb een fijn gesprek met hem over onze tocht als groep en zijn tocht alleen. Very interesting!! Erg interessant!! Muy interesante!! Om kwart over negen duik ik weer mijn bedje in, nog even nagenietend van deze sjoënen daag!
Eremo Cerbaiolo - Monte Casale
Zaterdag 30 mei 2009.
Vanmorgen weer als vanouds om 05.00u op. Het went wel! Eerst wassen, voeten verzorgen (aftapen waar nodig om blaren te voorkomen) en tas inpakken, die ik meteen bij het busje neerzet. Gelukkig hoeven we geen bagage mee te sjouwen. Dit is volgens mij ook, gezien de zwaarte van de tocht, niet te doen. Een dagrugzak volstaat. Om 06.00u ontbijten we en het lunchpakket maak ik meteen klaar. Als alles is opgeruimd,ingepakt en ingeladen, kunnen we weer, na de dagopening door Marina, langzaamaan op pad gaan. Nog eenmaal lopen we langs de kluizenarij van zuster Chiara en buigen net ervoor linksaf omhoog. We hebben er weer zin in, want er zit een behoorlijk tempo in. Het pad dat we volgen gaat richting Passo di Viamaggio. Rond de klok van negen zijn we boven op de Monte Viamaggio. Hier is ook een bar, volgens kenners de enige vandaag. Dus houden we hier een koffiestop. Een lekkere cappuccino gaat er tenslotte altijd wel in. Ook Fernando de Madrileen houdt hier een koffiestop. Ongeveer een halfuurtje later zijn we weer op pad richting Monte Verde in het natuurgebied Alpi di la Luna. De berg La Verna zien we van hieruit nog een keer prachtig liggen. We verlaten het pad, gemarkeerd met OO en bij de Col dei Pegli buigen we af naar het pad 8B. Ook nu weer een uitstekend gemarkeerde route.
Om kwart over elf komen we aan bij de refugio “Picandelle Capanna” , een zeer primitief overnachtingadres. Hier houden we een korte stop. Lekker in het zonnetje, schoenen uit…… heerlijk! Mijn bloedsuiker is weer oke! De combinatie van ’s morgens minder insuline bijbolussen en de energie die ik verbruik tijdens deze zware tocht, werkt prima. Als we verder lopen gaat de route 8B over in route 6. Wederom mooie paden en prachtige vergezichten. Het pad gaat langzaam over in een asfaltweggetje. Dit voert ons naar het kleine bergdorpje Montagna. En wonder boven wonder: er is een barretje, annex kruidenierszaakje. Een zogenaamde alimentari. Alles is hier te krijgen. Er wordt driftig met stoelen geschoven, zodat we voor het barretje in het zonnetje kunnen uitrusten. De ijsjes zien er verlokkelijk uit en ik kan een lekkere Magnum niet weerstaan. Na een poosje gaat de tocht weer verder. De route wijzigt weer van de 6 in de 6A. Na een flinke klim zien we achter ons in de diepte Montagna liggen. Het is een prachtig gezicht: allemaal bos en daar tussenin het kleine bergdorpje. Door een mooie omgeving, onder een lekker zonnetje, gaat het verder, richting kluizenarij Monte Casale*. Tegen drieën arriveren we hier. De ruimte die we tot onze beschikking hebben is heel klein. Bovendien staat alles nog eens vol met banken en tafels. Bedden zijn niet te bekennen. Dat wordt improviseren.
Een douche is er ook niet, dus dat wordt wassen aan de kraan met alleen maar koud water. Maar het prachtige uitzicht vanaf de kluizenarij maakt alles weer goed. Er staat een klein prieeltje waar ik wat probeer te lezen. Maar de weg heeft zijn tol gevergd: ik doezel al gauw weg. Als ik weer wakker wordt, breng ik een bezoekje aan het kleine kerkje. Er staat een prachtig, 13-eeuws houten beeld van Madonna met Kind. Voor het avondeten zingen we gezamenlijk nog enkele liederen in dit kerkje.
Het eten smaakt weer voortreffelijk. Bruschetta met tomaat en paella. Met natuurlijk een wijntje erbij. Heerlijk… Met enige weemoed wordt na het eten alvast afscheid genomen van Marije. Haar knieblessure is door enkele rustdagen niet verbeterd, zodat zij de tocht niet verder kan lopen. Morgen zal zij naar huis terugvliegen. We wensen haar alle sterkte toe. Ook Loek laat zich weer van de “zangerige” kant horen. Hij zingt het lied: wegwaaien. “De laatste loper” brengt nog verslag uit van de dag. Daarna help ik met de afwas. De waterkokers draaien overuren, voor het hete water voor de afwas. Ook dit is behelpen, maar we krijgen toch alles schoon. Als alles is opgeruimd, is het voor mij weer bedtijd. Ik zoek een plaatsje ergens op de grond. Het is even zoeken in deze kleine ruimte, maar het lukt toch en even later ben ik al op weg naar dromenland.
*Kluizenarij Montecasale
Dit kleine klooster van Montecasale is een van de aardigste Franciscaanse kluizenarijen. Gebouwd tegen een berghelling in de eenzame bergen bij Sansepolrco. De kluizenarij wordt bewoond door drie Kapucijners en drie honden. Je kunt hier vrij rondlopen en het kerkje dat het centrum van de kluizenarij is bezoeken. Ook de kleine kloosterhof met de put is een bezoek waard. Eens woonden hier 3 heiligen: Franciscus, Antonius van Padua en Bonaventura. Ook 3 goddeloze rovers leidde hier een heilig leven. Zij werden bekeerd door Franciscus. Ook de kleine cellen en het Oratorium van Franciscus met de schedels van twee van de drie rovers zijn te bezichtigen. Buiten op de tegenover liggende berg staan drie kruisen tere ere van de drie rovers.
Monte Casale - Bocca Seriola
Zondag 31 mei 2009.
Vanmorgen weer om 05.00u op. Ondanks het vele improviseren toch lekker geslapen op de grond. Als ik goed en wel mijn ogen open heb, is het eerste wat ik zie …. een asgrauwe lucht. Maar….het is droog. Met de dagelijkse rituelen ben ik zo klaar. Om 06.00u zitten we aan het ontbijt. Voor mijn lunchpakket maak ik wat brood extra. Voor vandaag staat er weer een lange (30 km) en pittige tocht op het programma. Na het ontbijt (het is nog steeds mijn beurt) doen we snel de afwas. Het hete water maken we met de snelkokers. Door een stom ongeluk krijg ik kokend water op mijn hoofd, wat er via mijn voorhoofd afloopt. Ik duik gelijk met mijn hoofd onder de koude kraan. Maar ja een fikse blaar is toch het gevolg. Loek (uit Cadier en Keer) verzorgd om zeven uur de dagopening. Hij brengt een interessant stuk over pelgrimeren. Ook wordt er nog hartelijk afscheid genomen van Marije. Dan zijn we weg. Het is zwaar bewolkt en mistig. Vanaf het klooster lopen we in NW richting. Bij het bronzen beeld van Franciscus als patroon van de milieubeweging, volgen we het pad omhoog over de rood/wit gemarkeerde route SR4.
Het is weer pittig. Zeker als het even later ook nog begint te regenen. Ik was er al bang voor, net 8 uur en het valt bij bakken uit de lucht. We lopen enigszins een beetje beschut onder de bomen. Mijn regenjack had ik al aan bij het vertrek. Ik laat de regenbroek maar in de rugzak zitten. Misschien klaart het later wel op. En de korte broek is van dat spul dat snel droogt. Dus hoop hebben we nog. Als we bij een splitsing van wegen komen, volgen we vanaf hier route-OO. Deze volgen we tot aan een grote verkeersweg, welke we dan oversteken. Hier moeten we echt klauteren om boven bij de bosrand te komen. Het is nat, koud en grijs als we om half tien boven op de bergpas van de Bocca Trabaria komen. Hier pauzeren we even. Het regent nog steeds, pijpenstelen. Een plaats om te schuilen is er helaas niet. Toch eet ik mij een paar boterhammen. We zullen het nodig hebben vandaag. Na deze korte stop, gaan we snel verder. De paden veranderen in modderpoelen cq stroompjes. Bergop lopen is een ramp. De paden zijn spiegelglad. De leem, klei of wat het ook is kleeft aan je schoenen. Loodzwaar zijn ze geworden. Je ziet ons de gekste capriolen uithalen om maar op de been te blijven.
Maar glijpartijen zijn er bij de vleet, of niet Guus. Nee, na al die dagen met een lekker zonnetje is dit behoorlijk afzien. Weer nemen we een korte pauze. Het is ook nodig. Iets beschut onder een paar bomen met een dik bladeren pak. Wat eten, drinken en zeker niet al te lang stil staan. We gaan dan ook snel weer verder. Met hard regenen is het gelukkig opgehouden. Het regent nu nog!! Verderop wordt ons pad geblokkeerd door een 15 tal koeien en een flinke stier. Ook zij schuilen voor de regen. We lopen een stukje door het bos, om zo met een boog er omheen te gaan. Je weet het maar nooit met die stieren. Anderhalf uur ploeteren we voort over Gods (natte) paden. Gelukkig wel alles” vals plat”. We komen dan op een punt, waar op een bord staat: nog 10 km naar Rifugio Escursionistico in Bocca Seriola. De regen begint weer met bakken uit de lucht te vallen. Ik hoor het water in mijn schoenen klotsen. En ondanks mijn regenjack ben ik nat tot op mijn vel. Het pad wordt alsmaar glibberiger. Diepe sporen vol met water. Nog 1 keer nemen we een korte stop. Snel iets eten en drinken en dan rap verder.
Als we uit het bos komen, komen we terecht op een grindweg. Dit loopt zich gelukkig veel beter en ook sneller. Door en doornat komen we om kwart over vier aan bij de Rifugio van Bocca Seriola. Het eerste wat bij mij opkomt is: hoe krijg ik mijn schoen droog!! Maar niet ter spreken over de rest. Onder een afdak kunnen we de schoenen en sokken uitdoen. Ik zet ze zolang in een hoekje neer. Pak mijn bagage op die ook onder het afdak staat en ga buitenom de trappen op naar onze slaapplek. Die is hier genoeg. Het is een grote Rifugio. Allemaal kamers met 3 stapelbedden op. Bij de eerste de beste kamer die ik tegenkom, ga ik naar binnen. Lekker dicht bij de douches. De sanitaire voorzieningen zijn hier goed. Ik zet mijn tas en rugzak bij een bed neer. Doe al mijn natte kleren uit. Snel zoek ik mijn toiletspullen bijeen en dan …. wat is dit toch lekker. Een warme douche. Ik neem ruim de tijd om te genieten van het warme water. Dit heeft mijn koude lijf nodig. Want koud was het. Als ik terug ben op de kamer doe ik mij een termonderhemd aan en een dikke fleece trui. Ik voel mij weer een hele vent. Tom en Loek (uit Cadier en Keer) zijn mijn kamergenoten. Elk hebben we een stapelbed tot onze beschikking. Daar we alle drie onder slapen, kunnen we bovenop onze kleren drogen. Ik leg de matras van het bovenste bed op de matras van het onderste bed. Dit ligt heel wat prettiger. (matrassen zijn erg dun) Dan ga ik eerst mijn schoenen verzorgen. We kunnen de schoenen in het verwarmingshok neer zetten om te drogen.
Onder hangt een grote rol papier en deze wordt door ons allen gebruikt om in de schoenen te stoppen. Hopelijk drogen ze iets. Later op de avond zal ik er nog eens nieuw papier in stoppen. De inlegzolen draai ik goed in papier en neem deze mee naar boven. Daar leg ik ze tussen de 2 matrassen in. Mijn korte broek draai ik een paar maal in een handdoek en hang deze dan onder het bovenste bed te drogen. De fleecetrui droog ik ook zo en leg deze ook tussen de 2 matrassen. De natte sokken stop ik een plastic zak. Om 18.00u kunnen we al aan tafel voor het avondeten. Wat serveren Jo en Lies!! Een heerlijke wortelsoep met pancetta. Vis met pesto op een bedje van boontjes uit de oven met aardappelen, bonen en een salade. En… niet te vergeten een wijntje. Het gesprek aan tafel is natuurlijk het weer, de slechte paden en de glijpartijen. We kunnen er nog mee lachen. Maar ook de lekkere warme douches, die blijkbaar iedereen wel goed heeft gedaan. Als Loek dan nog het lied zingt: het kleine café aan de haven, vergeten we even alle ellende van deze dag. Na het eten wordt ook nog de dag doorgenomen en de “laatste loper” doet zijn verslag. Nadat alles is opgeruimd, is het tijd om te gaan slapen. Nog een keer controleer ik mijn schoenen. Ze zien er goed uit voor morgen. Kwart voor negen lig ik in bed en ik ben niet de eerste. Behoorlijk afgemat voel ik mij.
Bocca Seriola - Serra Maria di Burano
Maandag 1 Juni 2009.
Als een os heb ik vannacht geslapen. Toch ben ik nog half versuft bij het wakker worden. De zware dag van gisteren speelt me nog parten. Maar het is 05.00u, dus we moeten toch opstaan. En wat zie en hoor ik…. het regent pijpenstelen. Oei, dat is niet zo mooi, met in het vooruitzicht een tocht van 30 km vandaag. Mijn kamergenoten kijken me aan en….no sole zeg ik. Alleen maar regen , regen en regen. Eerst even kijken of de natte spullen van gisteren droog zijn. De korte broek die ik onder het bovenste bed had gehangen is kurkdroog, zo ook mijn fleece-trui die tussen de matrassen lag. Snel doe ik dit weer aan en ga mijn schoenen ophalen. Ben erg benieuwd hoe ze er uit zien. Om bij het verwarmingshok te komen moeten ik buitenom. Het guts werkelijk. Ik bekijk de schoenen met een kritische blik. Van binnen zijn de nog behoorlijk vochtig. Maar ik zal het er toch mee moeten doen. Met droge inlegzolen en sokken gaat het al een eind in de goede richting. Dan ga ik me snel wassen. Maar ik vergeet even dat ik een brandblaar op mijn voorhoofd heb, die ik dan ook prompt open wrijf. Ai, dat doet even zeer. Ik bedenk me nu dat ik er gisteren de hele dag geen last van heb gehad. Is de kou en regen toch nog ergens goed voor geweest.
Daarna gauw de bagage inpakken en naar het busje brengen. Met z’n vieren poetsen we snel de douches en de toiletten alvorens we gaan ontbijten. Het onderwerp van gesprek is natuurlijk…………….. het weer en wat doen we aan om zo goed mogelijk gewapend te zijn tegen die regen. Na het opruimen, poetsen van de refugio en de dagopening, deze keer binnenshuis, staan we klaar voor vertrek. Ik heb nu wel mijn regenbroek aangetrokken. De banden onderaan de pijpen trek ik over de zool van de schoenen. De broek zit zo lekker strak en beschermt zo ook nog een stuk van de schoenen. In de stromende regen gaat het al meteen bergop. We volgen de gemarkeerde route “Sentiero Italia”. Het is een slecht pad. Na ca twee uur lopen nemen we een korte pauze voor een kleinigheid te eten. Daarna weer vlug verder op dezelfde route en komen langs Madonna dei Cinque Foggi. De paden zijn inmiddels modderpoelen geworden en de modder plakt aan de schoenen. Dit maakt het wandelen niet makkelijker. We komen aan bij een barretje wat helaas gesloten is. We zien een jonge vrouw binnenstaan. Maar die denkt bij zichzelf: die verzopen katten laat ik niet mijn barretje vuil maken en weigert open te doen. Gelukkig komt papa ook kijken en hij heeft duidelijk medelijden met ons: de deur gaat gelukkig open!! Ik doen jas en broek uit en hang deze onder het afdak te drogen. De regenspullen hebben hun werk goed gedaan, want ik ben verder nog praktisch droog.
Binnen is het lekker warm en een heerlijke cappuccino gaat er goed in. Ik doe mijn schoenen uit en het verbaast me dat de sokken nog droog zijn. Gelukkig maar!! Ik neem nog een kop thee en eet een boterham en een banaan. Na ruim een uur zijn we allemaal weer voldoende hersteld en gaan we, na de signore hartelijk te hebben bedankt, verder. Het regent nog steeds onafgebroken. Vanaf de bar lopen we eerst een poosje over asfalt. Even geen modder!! Maar dan gaat de route het bos in en meteen lopen we over een modderig pad, dat diep is uitgesleten door de regen. We blijven nu wel even op een hoogte lopen, zodat we niet hoeven te klimmen en dalen. Maar het blijft uitkijken. Ergens op die pad, na Monte Castellacio, moeten we rechtsaf. Maar we kunnen de afslag niet vinden. Matti denkt te weten waar het is, maar er is geen aanknopingspunt te vinden. Dus lopen we weer terug. Samen met Matti ga ik het bos in om te kijken of we een aanwijzing kunnen vinden. We lopen samen een stukje op een pad (nou ja, pad!!??), maar vragen ons af of we wel goed zitten. Maar we moeten toch wat en besluiten hier verder omlaag te gaan. Het afdalen wordt steiler en steiler en het regent en regent!! We komen op een punt dat we denken: en wat nu?? Ik loop alleen verder omlaag om te kijken of het mogelijk is hier verder te gaan. Matti roept of het te doen is en ik geef aan dat we dit mogelijk moet zijn.
Uiteindelijk komen we na veel geploeter uit bij een grote wei. Door het hoge gras dalen we af naar beneden. Ondertussen goed uitkijkend dat je niet valt door de diepe sleuven, gevormd door al dat hemelwater. Af en toe glijdt er toch iemand onderuit. Maar gelukkig komt iedereen toch heelhuids aan op de verharde weg. Ook deze asfaltweg volgen we verder omlaag. Hier zien we ook de markering waarnaar wij op zoek waren. We weten dan dat ergens op deze weg, op een y-splitsing, Jo en Lies zullen staan met het busje. Dat geeft de burger moed!! Toch moeten we nog een eind afdalen van de Colle dÁntico, alvorens we het busje zien. Negen mede-wandelaars vinden het welletjes voor vandaag en gaan het laatste stuk naar Serra Maria di Burano met het busje mee. Ik besluit om verder te lopen, ondanks dat het water me inmiddels wel in de schoenen staat. Matti geeft aan dat het nog ca 8 km zijn. Met z’n zevenen lopen we verder. In de nog steeds stromende regen gaat het in straf tempo via Osternaccia, alwaar de klim begint naar Serra Maria di Burano. Gelukkig wel over een geasfalteerde weg. Een klein uurtje later komt Jo weer langs met het busje. Nu besluit ik toch om in te stappen, want ik merk dat ik een blaar heb op mijn linkerhak. Matti, Marjan en Guus lopen door. Petje af voor dit trio!! Aangekomen op ons overnachtingadres gaan eerst de natte spullen uit. Regenbroek en jas hang ik onder het afdak te drogen. Hier waait het wel droog! Ook mijn schoenen zet ik hier neer, volgepropt met toiletpapier. Alles proberen om ze goed droog te krijgen.
We overnachten bij Caicambicci in Baldo di Baffone. Dit is een bar annex tratoria annex pizzeria annex pensione. Het huis langs de bar doet dienst als pensione. Volgens mij woont hier normalerwijze de zoon, die nu plaats heeft gemaakt voor ons. Het huis is geheel ingericht, maar wel klein. Dat wordt weer improviseren. Er is een klein keukentje, een badkamer, een slaapkamer en een zitkamer. De dames slaan hun bivak op in de slaapkamer en de heren in de zitkamer. Ik vind een fijn plaatsje tussen de bank en de muur en rol hier mijn slaapmatje uit. Mijn natte spullen hang ik waar het maar kan te drogen en ga dan heerlijk douchen. Lekker schoon en vooral droog, ga ik met enkele anderen naar de bar. Eerst een kopje koffie en daarna een lekker wijntje. Dat hebben we wel verdiend!! Vanavond wordt gegeten in de tratoria. We krijgen een truffelmenu van de streek. Ik ben heel benieuwd.
Om stipt 19.00u zitten we aan tafel. Een heerlijk maal is ons deel. Van voorgerecht t/m hoofdgerecht is bereid met truffels. Hierbij de nodige wijn, water en likeur. Alles wat je nodig hebt om de regen naar de achtergrond te dringen!! Maar die valt toch nog steeds met bakken uit de hemel. Naar mijn gevoel toch een beetje teveel zegen van boven!! De weersverwachting voor morgen is niet echt beter. Uiteindelijk wordt dan ook het besluit genomen om de morgen niet te lopen, maar met het busje naar Gubbio te gaan. Van de ene kant is dit wel jammer, maar na twee bijzonder zware dagen en spullen die niet echt helemaal droog zijn te krijgen, is dit het enig juiste wat we kunnen doen. Het is goed zo! Zo blijven we nog gezellig wat kletsen en een wijntje extra zit er nu ook in, want we hoeven morgen pas om 07.30u aan het ontbijt te verschijnen. En… de afwas hoeven we vanavond niet te doen. Loek tovert zijn zang- en verhalenbundel te voorschijn en even later galmt het door de tratoria: wat is het fijn om rijk te zijn. De stemming zit er goed in. Dus we nemen nog een likeurtje van het huis. Maar ook deze dag heeft zijn tol wel geëist, om 22.00u zoek ik toch mijn bedje….uh…matje op!! Veel hoor ik niet meer in dit hoekje achter de bank op de grond.
Serra Maria di Burona - Gubbio
Dinsdag 2 juni 2009.
Vanmorgen lekker uitgeslapen tot 06.30u! Vandaag hebben we de tijd. Als ik naar buiten kijk, vind ik dat we gisteren een wijs besluit hebben genomen om niet te lopen. Want het regent nog steeds. Als ik mijn schoenen ga halen, merk ik dat het ook nog behoorlijk koud waait. Mijn schoenen zijn nog kletsnat. Ik doe ze, inclusief 2 paar natte sokken, in een plastic draagtas. Als iedereen zijn spullen heeft ingepakt, gaan we ontbijten. Het ziet er goed uit en de koffie ruikt heerlijk. Het is vandaag mijn beurt om de dagopening te doen. Na het ontbijt vormen we weer samen een kring. Ook de eigenaar en zijn vrouw nemen deel. Ik wens iedereen een goede morgen toe en lees het gedicht “De Toscaanse bomen” voor. Vervolgens nog een gedicht uit het boekje “Pelgrimeren” van Loek. Eenieder een fijne dag toewensend, besluit ik de dagopening. Jo brengt ons in groepjes naar Gubbio. Ik ben bij de tweede groep ingedeeld en als we vertrekken is het zowaar droog!! Rond de klok van 11 komen we aan in Gubbio. We slapen vanavond in de Convento San Ubaldo. Dit is een klooster met een basilica. Het ligt op 900m hoogte op de berg Monte Ingino, waar ook Gubbio tegenaan ligt. Ondanks dat het zo’n groot klooster is, zijn de slaapkamertjes heel klein. Het zijn open kamertjes op een lange gang. Aan het eind van de gang is een piepklein keukentje. Ik ga mijn bagage halen en loop via vier trappen naar boven waar de kamertjes zijn. Er staat een stapelbed en een eenpersoonsbed. Ik neem het bovenbed en als ik door het raampje naar buiten kijk, zie ik warempel blauwe plekken in de lucht en zelfs een flauw zonnetje.
Na de lunch ga ik eerst mijn natte sokken, handdoek en shirt uitwassen. Achter de basilica kom je via wat trappen op een groot terras komen, waar een klein barretje bij is. De zon schijnt inmiddels uitbundig. Met mijn natte was en schoenen ga ik wat “drinken”op het terras. Met het belangrijkste doel het drogen van mijn spullen, Deze hang ik uit op de stoelen,rondom mij. Vanaf deze plek heb je ook een fantastisch uitzicht op het dal. Dit dal moeten we morgen helemaal door om via de bergen in de verte aan te komen in San Pietro in Veneto. Wat is Umbrie toch mooi als de zon schijnt! Straks wil ik nog de afdaling maken naar het oude centrum van Gubbio. Vanaf dit terras gaat het via 7 haarspeldbochten flink omlaag. Maar voorlopig zit ik hier goed, met een lekkere cappuccino. Er komen steeds meer tochtgenoten met hun natte spullen hier zitten. Ja, na twee-en-een-halve dag van regen en koude wind is het hier goed toeven. Rond de klok van vier is alles goed droog en loop ik de Basilica San Ubaldo binnen. Wat een prachtige gebrandschilderde ramen! Ik sta er ademloos naar te kijken. Bij terugkomst in het klooster doe ik mijn wandelschoenen aan en loop via een mooie weg omlaag naar Gubbio. Vanavond is ook de “Ceri” *, voor kinderen. Er wordt dan door drie stadswijken gestreden om met de Ceri (grote kaarsen), gedragen door 8 a 10 kinderen tegen de berg op te rennen. Door steeds om de 15 a 20 m te wisselen gaat het bergop. In de Basilica heb ik met bewondering gekeken naar de grote Ceri’s die door volwassen mannen gedragen worden tijdens hun run naar boven. Deze traditie wordt al heel lang in ere gehouden.
Als ik beneden aankom in het oude centrum, kun je duidelijk zien dat er wat te gebeuren staat. Kinderen staan al allemaal paraat in een witte broek met een geel,blauw of zwart hemd. Om hun middel een sherp in een andere kleur. Het begint behoorlijk druk te worden. Bij een fotozaak hangen foto’s van de Ceri voor volwassenen. Als ik goed tel, zijn het wel een 15 tot 20 mannen die met de Ceri omhoog rennen. Prachtige foto’s! Mijn oog valt op een winkel welke buiten aan de muur glaswerk heeft hangen. Als ik met mijn neus ervoor sta, zie ik dat dit glasfusing is. Mijn eigen grote hobby!! Ik zie een man in de winkel zitten en ga naar binnen, hopend dat hij Engels spreekt. En warempel, he speaks a bit Inglish! En mijn Engels is ook voldoende om elkaar een beetje te begrijpen. Ik vertel hem dat ik thuis ook een oven heb en net als hij leuke dingen maak. Leuk zo’n ontmoeting. Inmiddels is het buiten alleen maar drukker geworden. Als ik tegen zessen terugloop naar boven, zie ik pas goed hoe druk het is in de straatjes van Gubbio. Vanavond eten we pas na de Ceri. Ook boven bij het klooster staat veel volk. Velen staan voor de poort op de trappen en op de weg. Ik ga een stukje lager zitten bij enkele tochtgenoten. Voor ons op de weg zie je overal groepjes kinderen met hun begeleiders staan. Groepjes in geel, zwart of blauw. Het wordt steeds drukker. Als beneden in Gubbio de Ceri van start gaat, zie je de spanning op de gezichtjes van de kinderen. Het is een geweldig schouwspel als ze voorbij komen. Typisch Italiaans. Veel drama en hektiek bij zowel jong als oud. Bij het avondeten (kaaj sjotel) wordt druk gepraat over de afgelopen dag. Iedereen heeft genoten van de Ceri en het feit dat er op deze extra rustdag ’s middags nog een lekker zonnetje scheen. Om half 10 lig ik weer in bed.
*Corsa dei Ceri:
Dit is een eeuwenoud feest dat elk jaar op 15 mei wordt gehouden aan de vooravond van de viering van de beschermheilige Ubaldo. De drie 'Ceri' (zware handgemaakte houten 'kaarsen') hebben een hoogte van ongeveer 4 meter en een gewicht van ongeveer 400 kilo. Ze bestaan uit twee holle achthoekige prisma's die op elkaar zijn geplaatst en worden verbonden door een centrale as die over de hele lengte gaat. De as wordt aan een houten draagbaar vastgemaakt. Op de top van de Ceri worden de beelden van de drie Heiligen geplaatst. Sant'Ubaldo beschermer van de stad en bouwvakkers en steenhouwers, San Giorgio van handelaars en ambachtslieden, Sant'Antonio van boeren en studenten. De hele gemeenschap van Gubbio is bij het feest betrokken. Het voltrekt zich in een ongelofelijk scenario van geluiden en kleuren. In de namiddag, op het toppunt van het feest, begint de grote race: de Ceri worden rennend van het centrum naar de basiliek van S. Ubaldo gebracht over een bepaald parcours. Er zijn enkele ongeschreven regels, die onveranderlijk en rigide zijn. De wedloop wordt altijd uitgevoerd in de volgorde van: St.Ubaldo, St.Giorgio en St.Antonio. Ze mogen elkaar niet inhalen, ook als er een Ceri valt moeten de andere wachten. Stoppen mag alleen op 3 vaste plaatsen. De ren met de Ceri moet zo snel mogelijk worden uitgevoerd. De doelstelling van het festival is strikt gebonden aan de de viering van de beschermheilige St.Ubaldo. Dit eerbetoon wordt ook erkend door de 2 andere Ceri's. Het meest spectaculaire is wel het kantelen van 400 kg zware Ceri. Al rennend de trappen op wordt deze gekanteld om door de toeganspoort naar de Basilica te kunnen. De race wordt beëindigd met smeekgebeden en dankzeggingen tot de Beschermheilige Ubaldo op de binnenplaats voor de Basilica.
De Ceri zijn vanwege hun historische en culturele belang gekozen als symbool van de regio Umbrië.
Gubbio - San Pietro in Vigneto
Woensdag 3 juni 2009.
Als ik om 05.00u opsta, schijnt er al een lekker zonnetje. DE lucht is strakblauw. Het beloofd dus veel goeds voor vandaag. Als de bagage is ingepakt en naar het busje is gebracht, is het inmiddels 06.00u: Tijd voor het ontbijt. Iedereen heeft er weer zin in vandaag. Als we klaar zijn, lunchpakketten gesmeerd,alles afgewassen en weer in het busje geruimd (en dat was niet niks, alles 4 trappen afsjouwen!!), staan we klaar voor de Basilica voor de dagopening. Carolien waagt zich aan een lied. En eerlijk is eerlijk, het klinkt lang niet slecht! Dan nog een groepsfoto op de trappen en weg zijn we weer. We dalen vanuit het klooster de 7 haarspeldbochten af naar Gubbio. Dit ligt zo’n 300m lager. Door het oude centrum met zijn vele trappen dalen we verder af richting dal. Nog even staan we stil bij het Palazzo dei Consoli. Dit ligt aan het Piazza della Signoria. Vanaf dit plein heb je een prachtig uitzicht over het dal waar we vandaag doorheen zullen lopen. Bij de Porta Vittoria, de oude stadspoort waar Franciscus meerdere malen zijn voettochten naar Assisi begon, steken we over. Hier begint de rood/witte route 2 naar Mengara. Ook start hier de nieuw uitgezette route Sentiero Francesco naar Assisi. Dit Franciscuspad is prima gemarkeerd en valt grotendeels samen met onze route. Even buiten Gubbio ligt de Chiesea Santa Maria della Vittoria. Volgens de legende zou Franciscus hier de wolf hebben “bekeerd”. De pater, die bij de kerk aanwezig is, verwelkomt ons van harte. Binnen is het een en al fresco’s op muren en plafond. Ook zingen we nog enkele liederen. Steeds weer geeft dat een fijn gevoel. Buiten staat het beeld van Franciscus en de wolf. Dit wordt aandachtig aan alle kanten bekeken.
We keren terug naar de Via delia Piaggiola om onze route te vervolgen. De kersenbomen langs de weg noden uit: we laten ons de kersen dan ook goed smaken. Heerlijk!! Bij een bar aan een drukke verkeersweg houden we pauze voor een lekker kopje koffie. Ik sla meteen nog enkele flesjes water in. Na de pauze volgt een, niet zo prettig stuk, langs de verkeersweg. Op een viersprong lopen we verder over een in ongebruikt geraakte asfaltweg. Gelukkig, weg van al dat verkeer! Honderden meters verder buigt deze weg toch weer af naar de drukke verkeersweg. Maar gelukkig kunnen we deze negeren en nemen een weg onder de drukke weg door. Even verderop steken we een riviertje over middels grote stenen. Vanaf hier gaat het weer gestaag omhoog, maar de weg is goed begaanbaar en gemarkeerd, het zonnetje schijnt, dus wat meer kan een mens zich wensen. Als toegift hebben we, achterom kijkend, nog een prachtig uitzicht op Gubbio tegen de achtergrond van de Apennijnen. Via Mengara en Vaidichiascio komen we op een heuvelrug. De omgeving is ook hier weer schitterend. Rechts zien we de abdij van Vallingegno, waar volgens de overlevering Franciscus zijn toevlucht zocht nadat hij in Assisi afstand hand gedaan van zijn bezit. Tegen een uur komen we aan bij het kapelletje Chiesetta della Ripe, ter ere van de Madonna della Grazie. We pauzeren hier een poosje en zingen enkele liederen. Het is dan nog ongeveer 40 minuten lopen naar de kluizenarij. Het valt me op dat hier wel 3 gemarkeerde routes gaan naar Assisi, c.q. Rome, t.w. de geel-blauwe borden met daarop Via Franciscana de Francesco en Via di Roma, de witte borden met blauwe rand met daarop Sentiero Franciscano della Pace en de bekende rood-wit markeringen. Verder zie je nog de gele pijlen met de gele “T”, van het TAU-teken. Als we opstappen en verder lopen zien we in de verte op een heuvel de kluizenarij al liggen.
Als we aankomen staan Jo en Lies ons al op te wachten bij een groot stalen, gesloten hek. Bij dit hek enkele mooie ikonen, geschilderd door de monnik en een bord met daarop de tijden dat de monnik bidt. Matti herinnert ons eraan dat we vanaf nu stil moeten zijn dus…. Allemaal mondje dicht! De kluizenaar Padre Basilio Martin leeft en werkt hier in stilte en verwacht dit ook van zijn gasten. Matti belt aan en meldt ons aan. Enkele minuten later zien we over het pad de padre aan komen lopen. Grijze baard en achter in de nek een klein staartje. Hij heet ons welkom door het geven van een hand. Welopen achter hem aan en hij bekijkt met argusogen hoe het busje door de poort manoeuvreert langs de waterput op de binnenplaats. Dit lukt ternauwernood. Onder de groots mogelijke stilte laden we het busje uit. We hebben hier de beschikking over een ruime keuken met apparatuur en tafel en stoelen. Er is een slaapzaal met nieuwe stapelbedden en er zijn 3 eenpersoonskamertjes in de toren. Ik geef aan dat ik wel in een eenpersoonskamers- van 2 bij 3 m-wil slapen. Afgezonderd in eenzaamheid is wel zo gemakkelijk als je toch niets mag zeggen. De abdij ligt weer machtig mooi op een heuvel met prachtige vergezichten. Buiten het hek ligt een picknickplaats, waar 2 meisjes zitten. Deze meiden zijn we al vaker tegengekomen. Ze zijn ook op weg naar Assisi. Matti wil om 17.00u de H. mis doen in de kapel. Eerst ga ik nog wat spullen wassen en hang deze te drogen buiten in de zon. Mijn oog valt op een soort tuinhuisje wat iets lager ligt dan de kluizenarij. Ik meen dat ik hier iemand zie lopen, maar ben me niet zeker. Later op de avond horen we van Matti dat er sinds twee jaar een non woont als kluizenares. Het is inmiddels bijna 5 uur en ik ga naar de kapel toe. Het is een heel bijzondere kapel in Byzantijnse stijl. Met kobaltblauw pleisterwerk, manshoge iconen, brandende kaarsen achter het altaar en een intense wierookgeur. Padre Basilio geeft al zijn liefde en energie aan dit gebedsoord, is kenner van de Byzantijnse wereld, vooral de Russische en schildert al jaren iconen.
Ook zijn er enkele mooie fresco’s. Het is een heel aparte ervaring om in deze, omgeving een H.mis bij te wonen. Ook het zingen klinkt prachtig. We zijn ook steeds meer een echt koortje, een echte eenheid, gaan vormen. Rond half zeven kunnen we aan tafel. Jo en Lies hebben weer lekker gekookt. Spaghetti met balletjes gehakt en salade (voor mij glutenvrije pasta) en nog wat koude schotel van gisteren. Iedereen houdt zich aan de afspraak om te zwijgen. Een vreemde gewaarwording: een maaltijd in totaal stilzwijgen. Het enige sprekende moment is als de “laatste loper” de dag mag samenvatten. Dan is het weer afwassen en de tafel opnieuw dekken voor het ontbijt van morgenvroeg. Padre Basilio heeft ons uitgenodigd deel te nemen aan de completen, de eindgebeden/gezangen van een dag. Hiervoor gaan we om even voor half negen naar de kapel. Voor het binnengaan krijgen we allemaal een brandende kaars. Dit vormt de enige verlichting in de kapel. De padre staat voor het kleine altaar, wat weer voor het grote altaar staat. Via een boekje kan ik de completen een beetje volgen. De padre zingt alles op een ietwat monotone toon. Tussen het gezang door lezen drie medetochtgenoten gebeden voor uit het boekje in het Engels. Na de completen kunnen we de padre, via Matii, nog vragen stellen over zijn door hem geschilderde iconen. Zijn werk is heel bijzonder. Buiten aangekomen, regent het een beetje. Oeioei, mijn wasje!! Dat ga ik eerst vlug afhalen. Gelukkig, de schade is beperkt. Een klein beetje vochtig. Op mijn kamertje hang ik de spullen uit, zodat ze vannacht goed kunnen drogen. Om 10u lig ik in bed. Het is heel stil en pikkedonker!!
San Pietro in Vigneto - Assisi
Donderdag 4 juni 2009.
De stilte in de kluizenarij heeft me goed gedaan. Heerlijk heb ik geslapen in mijn torenkamertje. Ik maak de twee kleine luikjes open, zodat er wat lichtinval is. Het is 04.45u als ik opsta. Gelukkig is mijn was helemaal droog, zodat ik alles kan inpakken. Ik ga me snel wassen, het is nog erg vroeg, dus ik heb alle ruimte. Als ik mijn tas buiten neerzet, merk ik dat ik de eerste ben die op is. Om 05.45u zitten we, wederom aan een stil ontbijt. De stilte wordt gerespecteerd want ook het afwassen,opruimen en inladen gaat in stilte. Het is nog vroeg en de kluizenarij ligt in de nevel gehuld. Een prachtig gezicht, zeker als de zon erdoorheen probeert te breken. Tegen de klok van zeven doet Wim de dagopening. We zien dan ook de non uit de kapel komen en teruglopen naar haar huisje. (Nou ja, huisje! !) Matti heeft aan de padre gevraagd welke route we het beste kunnen nemen, Hij heeft geadviseerd om de hoge weg te nemen. Dus niet langs het stuwmeer. Dit i.v.m. de regenval van de afgelopen dagen. We besluiten zijn raad op te volgen en maken ons op weg. Het beloofd een lange en zware dag te worden. Vanuit de poort gaan we lichtdalend rechtsaf. We volgen de gemarkeerde route met de borden Sentiero Franciscano della Pace. Na het oversteken van een beek, gaat het weer meteen de hoogte in. De zon verdrijft de nevel steeds meer en het wordt al lekker warm. De omgeving is weer prachtig en het stuwmeer ligt daar machtig mooi te liggen. Uiteindelijk komen we op een asfaltweg die we een stuk volgen.
Hier lopen ook de 2 meiden weer. Voorbij het kasteel Biscina houden we een korte pauze. Via een grote boog om het kasteel heen, dalen we af over een zandweg. Dit pad komt weer uit op een asfaltweg. In een straf tempo lopen we omlaag naar het stuwmeer. Dit laten we links liggen en lopen door tot aan een klein kerkje met 2 kleine afbeeldingen, gewijd aan Franciscus en Anna, aan weerszijden van de deur. In de verte zien we Valfabricca al liggen. Over een schaduwrijk bospad, welke weer op een asfaltweg uitkomt, komen we even na twaalven aan op het dorpsplein van Valfabricca. Jo en Lies staan ons hier op te wachten met heerlijk gebak. Dit gaat erin als…………. Juist, als koek!! Ik doe mijn schoenen en sokken uit en ga lekker met mijn voeten in het water bij de fontein op het plein. Heerlijk!! Aan de overkant is een barretje. We gaan een lekker kopje cappuccino drinken. Intussen zijn ook de twee meisjes aangekomen. Zij gaan buiten op het terras zitten. Het lijkt mij dat ze Italiaans zijn. Ik probeer een praatje aan te knopen en vraag of ze Engels spreken. Ze knikken beiden van YES, maar Duits gaat hun beter af. Blijken ze uit Beieren te komen! Ze dragen een flinke rugzak met zich mee. Petje af! Ze vertellen dat ze ook graag in de kluizenarij hadden willen slapen, maar dat dit niet mogelijk is geweest. Ik vertel hun dat dit inderdaad jammer is, omdat het zo’n fijne ervaring was. Ze maken een tocht van acht dagen naar Assisi. Het is voor hun een soort training voor hun grote plan: Volgend jaar naar Santiago de Compostela. Ze ervaren hun tocht als erg zwaar. Steeds dat venijnige klimmen en dalen. Ik vertel hun dat ik samen met Thea in 2006, vanuit ST Jean Pied de Port naar Santiago ben gelopen en dat deze Camino lang zo zwaar niet is. Dat vinden zij een hele geruststelling. Ik zie dat mijn tochtgenoten zich aan het opmaken zijn voor vertrek. Ik wens de meiden een fijne tocht toe en ga vlug mijn schoenen aantrekken zodat we kunnen gaan. Het zijn nog 15 km naar Assisi.
We lopen een stukje door het dorp en gaan dan via een smal bospad weer flink omhoog. Tijdens deze klim voel ik een “knik” in mij rechterknieholte. Een stekende pijn volgt bij iedere stap. Ai, dit is niet goed…. Het zal toch niet ……. Ik moet er niet aan denken. Als we boven aankomen, ben ik blij dat we even rusten. Ik verbijt de pijn. De weg is in elk geval glooiend. Als we verder gaan, merk ik dat ik het tempo niet kan volgen. Mijn knie speelt te zeer op. Er wordt op mij gewacht en ik krijg een knieband van Neeltje. Ik doe hem om en verder gaat het weer. Hij baat wel. In de verte zien we de eerste contouren van Assisi al. Het pad dat we volgen is goed te lopen, een breed grindpad. Echt stijgen hoeven we ook niet meer. Langzaam dalend komt Assisi meer en meer in zicht. Het valt op dat veel bomen langs de route het TAU-teken ( T) dragen. Over markeringen geen gebrek en de omgeving is onverminderd mooi. Uiteindelijk eindigt ons pad bij het standbeeld van Padre Pio. Hier gaan we linksaf over de asfaltweg, langs de beek. De route gaat via een vrij nieuwe brug rechts het water over. Deze lopen wij voorbij en gaan nog een stuk door en komen uit bij de zeer oude Ponte San Croce. Maar helaas staat deze in de steigers en kunnen wij er hier niet over. Dan maar door de beek. Een paar bouwvakkers kijken ons aan alsof ze willen zeggen “wat gaan jullie nou doen”. Vanaf de Ponte San Croce is het nog 1,5 km bergop naar de Porta San Giacomo. De weg is evenwel afgesloten, maar een van de bouwvakkers is zo aardig om het hek even weg te halen zodat we door kunnen. Dan gaat het weer naar boven. Nu allemaal dicht bi j elkaar. Want we naderen ons einddoel. Mijn knie speelt behoorlijk op. Zou het toch liggen aan het steeds weer stijgen vandaag? Het is vijf uur in de middag als we boven bij de Porta San Giacomo aankomen. Jo en Lies staan ons al op te wachten met een klein veldboeketje voor iedereen. Ze feliciteren ons met het bereiken van ons doel en ook feliciteren we elkaar. Jo maakt bij de poort nog gauw enkele foto’s.
We lopen verder naar het San Stefano kerkje. In dit Romaans kerkje zingen we nog enkele liederen. Ieder van ons krijgt van Matti de “TAU” aan een klein leren koordje. Dit is een emotioneel moment. Dat raakt me! We zoeken een terras op, op de Piazza del Commune. Een lekker biertje gaat er nu wel in. De tongen komen los en iedereen heeft wel wat te vertellen. Het is erg gezellig! Toch komt het moment dat we naar het pensione Martina, ons slaapadres voor de komende 2 nachten gaan. Gelukkig is dit vlakbij. Hier hebben we aan aantal grote kamers met 3 a 4 bedden erop tot onze beschikking. Maar eerst moet het busje nog worden opgehaald. Doordat de steegjes nogal eng zijn, kan het busje niet tot aan het pension komen. Dus wachten we het onderaan de weg op. Als het busje aankomt, halen we het snel leeg, want we houden het verkeer flink op. Vervolgens wordt alles gauw naar het pension gebracht. Jo en Lies hebben vanavond vrijaf, dus er staat PIZZA op het menu, die al besteld is. Na het douchen, ga ik op het binnenplaatsje onder enkele bomen zitten. Met een heerlijk glaasje wijn is het goed napraten met Tom, Geert, Guus en Loek uit Weert. Dan arriveren de pizza’s. Voor mij is er gepofte aardappel met groentespies. Lekker, maar het stilt niet echt de honger. Dus dan in het Assisi van Franciscus maar zondigen: ik neem nog een lekker stukje pizza. ( en het is me blijkbaar vergeven, want ik heb er geen last van gehad) En het smaakte voortreffelijk!! Na het eten worden Jo en Lies in het zonnetje gezet. Zij hebben steeds gezorgd dat aan het eind van elke dag de inwendige mens op een uitstekende en vooral lekkere wijze aan zijn of haar trekken kwam. Chapeau!!!! Het wijnpakket, aangeboden door Marjan, is hun dan ook van harte gegund. Ook krijgen ze beiden een “echte” medaille omgehangen, die nog eens aanduidt dat zij voor ons KOK nr I zijn!! Loek vergezeld deze huldigingen met schoon gezang!! En dan doet voor de laatste keer de ” laatste loper” verslag van de afgelopen dag. Na een gezellige avond duik ik om 22.30u mijn bed in. In bed laat ik in gedachten de tocht nog eens aan mij voorbij gaan. Ik heb er zonder meer zeer van genoten. Heel mooie en ontroerende dingen meegemaakt. Maar ook zijn er tijdens deze toch wel erg zware tocht moeilijke momenten geweest. Maar ik had het niet willen missen!!
Vrije dag in Assisi
Vrijdag 5 juni 2009.
Een vreemd gevoel overvalt me bij het wakker worden: vandaag niet snel ontbijten, opruimen, inpakken en lopen! Nee, vandaag een vrije dag. Om 07.30u sta ik op. Ik wip snel een vrije badkamer in en neem een douche. Om 08.00u zit iedereen buiten onder de bomen aan het ontbijt. Het is wat behelpen, maar dat zijn we inmiddels wel gewend. Na de dagopening door Tom, nemen we afscheid van Jo en Lies. Zij vliegen vandaag vanaf Pisa naar huis terug. Fijne mensen, die ook nog goed kunnen koken. En steeds rekeninghoudend met mijn glutenvrij dieet. Petje af voor hun!! Vandaag heb ik besloten om alleen op pad te gaan. Struinen door de straatjes en steegjes van Assisi. Ik doe mijn spullen in de rugzak en ga op pad. Het is nog lekker vroeg. Op het VVV-kantoor haal ik een stadsplan. Die komt altijd wel van pas. Eerst loop ik naar de Cathedrale di San Rufino. Hier steek ik een kaarsje op voor Thea en onze dierbaren. In een moment van stilte laat ik mijn gedachten gaan over deze bijzondere tocht. Een bijzondere tocht langs kloosters,abdijen, hermitages. Vaak liggend op unieke plekken. De Cathedrale is mooi van binnen. Wat heeft dit Italië toch enorme kunstschatten. Dan ga ik verder naar de Basilica di San Chiara. Het is vrij rustig binnen en er heerst een serene stilte. Ik neem plaats in een van de banken en blijf een poosje zitten, genietend van de stilte.
Mijn oog valt op een paar nonnen. Zwijgend, maar druk gebarend zie ik ze even verderop via trappen omlaag gaan. Ik besluit ze te volgen. Een rustig muziekje komt me tegemoet. Beneden staan de nonnen voor de crypte van de H. Clara. Wat een pracht en praal hier beneden. Boven in de Cathedrale is het inmiddels een stuk drukker geworden. Twee groepen Amerikanen maken nogal wat kabaal. Ze worden dan ook terechtgewezen door de hier aanwezige “kerkwachten”. Als ik weer buiten sta, twijfel ik. Graag wil ik de Eremo della Carceri bezoeken. Dit is een kluizenarij, 4 km buiten Assisi, aan de zuidkant in de bossen tegen de helling van de Monte Subuiso. Deze is via de Porta Cappuccini te bereiken. Maar ja, op de sandalen…………….. ik ben nog geen Franciscaan, dus ik besluit er toch maar vanaf te zien. Ik wandel terug naar de Piazza del Comune en zoek een terrasje op voor een lekker kopje koffie. Even genieten van het zonnetje en mijn omgeving. Na deze korte pauze loop ik naar de Basilica di San Francesco. Ik wandel rustig naar de bovenkerk en kom vanzelf terecht in de benedenkerk. Als ik naar de tombe van San Francesco loop, hoor ik prachtig gezang. Bij de tombe begint een H.Mis, liefst mit drie hiëre.
Op de eerste rijen zitten links en rechts Franciscanen en hier achter een 15-tal nonnen. Zij zingen prachtig. Vooral het ALLELUJA bezorgt me kippenvel. Ik sta achter de laatste rij banken tussen een Italiaanse familie. Bij het elkaar toewensen van PACE krijg ik van de familie een stevige handdruk. Na afloop van de mis ga ik via het winkeltje, waar ik nog een mooi kruisje van glasfusing koop in de vorm van het TAU-teken, buiten op een muurtje mijn boterhammen opeten. Daarna loop ik richting centrum en tref ik een oud-klasgenoot, Twan aan de Brugh met zijn echtgenote. Zij zijn met hun camper op rondreis. Momenteel staan zij ergens bij het Trasimenomeer. Even bijkletsen en dan loop ik weer verder. Een affiche van een musical over Chiara trekt mijn aandacht. Je kan in het theater gratis naar een 20 minuten durende impressie gaan kijken. Dit doe ik en na afloop kom ik tot de conclusie dat ik deze musical, Chiara di Deo, graag had gezien. Dan vind ik dat het tijd is voor een lekker pilsje en zoek een terrasje op. Voor het avondeten hebben we een afspraak gemaakt in het restaurant om de hoek, voor ons afscheidsdiner. Bruschetta, pasta met tomaat, rundstoofvlees, chocolade kruimeltaart met bosvruchten, koffie en digestief. Met een goed glas wijn erbij hebben we daar lekker gegeten. Ook hebben we nog wat afspraken gemaakt over het inladen morgenvroeg.
Richting Maastricht.
Naar Milaan.
Zaterdag 6 juni 2009.
Vandaag beginnen we aan ons eerste deel van de terugreis naar huis. We zullen in het centrum van Milaan overnachten. Daar ligt het Conventum Francescano. Van hieruit gaat het zondagmorgen richting Maastricht. Vanmorgen niet al te vroeg op. Na het ontbijt is het alles inpakken en onder aan de weg vast neerzetten. Hier kunnen de busjes dan even stoppen om alles in te laden. Een paar man blijven achter om mee te helpen. Wij gaan ondertussen op pad naar de Basilica Santa Maria degli Angeli. Een kerk uit de late Renaissance. Deze ligt 4 a 5 km. buiten Assisi. Hier zullen de 2 busjes ons omstreeks 11.00u. op pikken. De wandeling er heen gaat over een lang recht pad. Hierin liggen 2 rijen tegels met daarop de namen van gesneuvelde Italianen in de oorlog. Indrukwekkend. Als we bij de Basilica aankomen zijn we ruimschoots op tijd. Ik neem me nog alle tijd om de Basilica van binnen te bezichtigen. De Basilica is over de kapel Portiuncula uit de 8e eeuw heen gebouwd. Dit gebeurde tussen de jaren 1569 en 1679. Om half elf zijn de busjes er en beginnen we aan onze rit naar Milaan.
Hier komen we rond vijf uur in de middag aan. We hebben hier de beschikking over een groot lokaal. Slapen moet wel op de grond, maar daar zijn we wel aan gewend. Wel hebben ze lekkere douche's.
Als alles is uitgeladen gaan we met de metro naar de Duomo Santa Maria Nascente van Milaan op de Piazza del Duomo. Dit is een van de grootste rooms-katholieke kathedralen ter wereld en een meesterwerk van de gotische kunst. Ook een echte toeristische trekpleister, net zo als de overdekte winkelgalerij. De kathedraal ga ik niet binnen. Deze heb ik al een 2-tal keren eerder bezocht. Ik wandel met Wim door de overdekte winkelgalerij en pakken hierna samen een pilsje op een terras aan de Piazza de Duomo. Om 19.00 uur wandelen we terug naar ons overnachtingadres. Om 20.00 uur serveert de kok van het Conventum ons de warme hap. Pizza, pasta en ijs na en natuurlijk een wijntje. Smaakt overigens goed. Voor de laatste keer rol ik vanavond mijn slaapmatje en slaapzak uit. Op tijd naar bed vanavond.
Zondag 6 juni 2009.
Na een goede nachtrust is het weer vroeg dag vandaag. Als ik alles heb ingepakt, gaat mijn bagage het busje in. Nog eenmaal een gezamenlijk ontbijt. Dan is het opruimen, poetsen en inpakken. Om zeven uur zijn we weg. Gelukkig is het nog heel rustig in Milaan. Zo zijn we snel de stad uit. Eenmaal op de autoweg, gaat het in een rap tempo door Zwitserland richting Duitsland. Onderweg stoppen we een paar maal voor te tanken en om wat te eten. De rit naar huis gaat snel. Om vijf uur in de middag komen we aan bij ons vertrekpunt in Maastricht. Bijna gelijktijdig arriveert ook Thea hier. Zij komt mij ophalen. Heel blij ben ik om haar weer te zien. Er staan meerdere ophalers te wachten. Snel worden de busjes uitgeladen. We wachten nog even op Jo en Lies. Zij zijn onderweg hierheen. Daarna wordt er nog eenmaal samen gezongen voor de pastorie. Hierna volgt een hartelijk afscheid van mijn wandelgenoten. Dan ga ik samen met Thea naar huis. Onderweg worden de eerste herinneringen al verteld. Aan een mooie en bijzondere tocht is een eind gekomen. Een tocht langs abdijen, kloosters en kluizenarijen. Ook een tocht welke diepe indruk op mij heeft gemaakt.