Olavsway 2019
Het Zweedse Olavspad: S:T Olavsleden
In grote lijnen loopt het pad van Sundsvall via Östersund en Stiklestad naar Trondheim aan het Trondheimfjord.
Noorwegen was rond het jaar 1000 een onrustige lappendeken van Vikingrijkjes met hoofdmannen en koningen. Het land had weinig landbouwgrond (een belangrijke reden voor de plundertochten), en men vocht elkaar om het minste of geringste de tent uit. Olav Haraldsson (995-1030), een geharde, tot het christendom bekeerde Vikingstrijder wilde Noorwegen verenigen onder zijn koningschap. Hij gebruikte de kerstening als rechtvaardiging en het zwaard als overtuiging. Aanvankelijk had hij succes en wist hij, met veel geweld, een deel van Noorwegen aan zich te onderwerpen.
Ongeveer 10 jaar lang had hij de macht in handen. In 1024 vervaardigde hij wetten uit, geschoeid op christelijke leest, die nu nog steeds aan de basis van de Scandinavische wetgeving liggen. Maar in 1029 had hij de oude elite zozeer tegen zich in het harnas gejaagd, dat die de invasie van Knoet de Grote uit Denemarken steunden. Olav moest opgeven en verbleef enige tijd in ballingschap in Rusland. In 1030 ondernam heen een nieuwe poging. Met zijn geronselde mannen marcheerde hij via Zweden naar Noorwegen, langs de route waar nu het Olavspad loopt. Op 29 juni kwam het in Stiklestad tot een slag met een boerenleger. Olav viel in die strijd. Elk jaar wordt op deze datum die slag herdacht. Zijn lichaam werd naar Nidaros het huidige Trondheim gebracht en begraven aan de oever van de rivier de Nidelva. Er zouden wonderen gebeuren rond zijn graf. Bij het opgraven van zijn lichaam in 1031 een jaar na de veldslag, bleek dit nog geheel intact: met een blozend gezicht, groeiend haar en nagels en nog bloedende wonden. Olav werd heilig verklaard en daarmee kreeg ook Scandinavië een pelgrimsoord.
Pelgrimeren op het Olavspad.
Vrijdag 24 mei is het zo ver. Ik ga naar Zweden toe om daar de Olavsweg, een oud pelgrimspad, te gaan lopen,
Na in 2017 in Noorwegen al van Oslo naar Trondheim te hebben gelopen over het Olavspad, ga ik dit jaar de Zweedse variant lopen en wel van Sundsvall naar Trondheim.
Sundsvall ligt aan de Botnische golf en het Olavspad loopt dwars door Zweden via Stiklestad in Noorwegen naar Trondheim aan het Trondheimerfjord. Fijn is het dat Rúna uit Ijsland weer met me mee gaat lopen. Samen hebben we in 2017 in Noorwegen een prachtige tocht gelopen. Ik zal haar treffen op het vliegveld van Stockholm Arlanda, alwaar we samen met de trein naar Sundsvall reizen.
Trondheim in Noorwegen was in de middeleeuwen net zo’n belangrijke pelgrimsbestemming als Santiago, Rome en Jeruzalem. De pelgrims liepen naar het graf van de heilige Olav in Nidaros, de oude naam van Trondheim. Sinds een aantal jaren zijn er diverse routes opnieuw toegankelijk gemaakt voor de pelgrims.
Het Olavspad in Zweden is 620 km lang. De laatste trainingstocht is gelopen, ik ben er klaar voor.
Mijn rugzak is gepakt, mijn voeten gesmeerd en met een overdosis aan goede zin gaan we op pad.
Maandag 24 juni
Onze laatste dag in Trondheim
Met mien wazige auge kiek op mien horloge. Zes oer, och nog tieëd zat. Ik doezel weer in en dan is het opeens acht uur en sta ik maar op. Om half negen gaan we ontbijten. Onder het ontbijt kijken we wat te doen staat vandaag. Buiten schijnt het zonnetje. Zou het dan toch vandaag een mooie dag gaan worden. As veur van 't buffet neet väöl mieër höbbe euver gelaote gaon veur op paad. We lopen t.o het hotel het mega grote winkelcentrum in. We spreken af dat we ons bij de koffiebar tegen elf uur weer treffen. Sjoeën, want wat mot ich met Rùna in dameszaken gaon doon. Zelf ga ik op zoek naar een poloshirt zodat ik er morgen weer een beetje goed uit zie. Bij de herenzaak 'Dressen' slaag ik direct, zij hebben n.l sail!!! Nu nog wat deodorant en scheerschuim zodat ik morgen glad geschoren naar huis kan. Als Rùna mij ziet aankomen op de derde etage is het tijd voor koffie met gebak. Hierna dumpen we onze spullen op de kamer en gaan heerlijk flaneren door de stad.
Voor een maandag is het druk, maar dat heeft ook te maken met het weer. We genieten op een paar terrasjes van koffie en een pilske, van 't zonnetje en van mensen 'kieke'. We laten onze tocht nog eens voorbij komen en halen herinneringen op, over de leuke en minder leuke momenten. Het meest tersprake komt ons verblijf op het eiland Tautra bij de Cistercieënser zusters. Snel zijn we het eens dat dit het absolute hoogtepunt was. Zo vliegt de tijd en om vier uur lopen we terug naar ons hotel. Met de knie van Rùna gaat het wat beter. Maar zegt ze: als ik thuis ben laat ik er toch maar eens goed naar kijken. Vanavond gaan we voor de laatste keer samen uit eten en dat doen we op de zelfde plek als waar we in 2017 ons afscheidsdiner hebben gehad. Morgenvroeg gaan we om half negen met de Flybus naar het vliegveld, een ritje van driekwartier. Om twaalf uur heb ik mijn vlucht naar Oslo waar ik dan moet overstappen voor mijn vlucht naar Amsterdam welke om half vijf vertrek. Inchecken heb ik net gedaan via de SAS app wat probleemloos is gegaan. Dit is dan mijn laatste verslag. Ik dank op de eerste plaats Thea dat ik weer een maand van huis kon gaan. Rùna dank ik voor haar gezelschap en wens haar een goede reis naar Stockholm, waar ze haar vriend Lally zal ontmoeten voor nog een paar dagen vakantie. Dank aan iedereen. Hoije.
Zondag 23 juni
Dag in Trondheim
Oëtslaope duit eine miens good en det höbbe veur den auch gedaon. Om half negen gaan we naar de ontbijtzaal waar een meer dan uitgebreidt ontbijtbuffet klaar staat. Er is een aparte plek ingeruimd voor alles wat glutenvrij is. We nemen ruim de tijd om hier van te genieten. Vooral de gebakken eitjes met bacon zijn voortreffelijk. Mer sjmiet mich de crackers met zalm auch neet weg. Runa gaat na het ontbijt met de taxi naar de eerste hulp van het Olavs hospitaal hier. Ik begeef me naar de Nidaros dome en neem deel aan de h.mis welke om elf uur begint. Het valt mij ook hier weer op dat er zondags kindjes gedoopt worden. Vandaag 3 van die ukkies. Vooral oudere dames laten zich in hun mooie klederdracht zien hier in de kerk. De kerk is prachtig en sfeervol. Alles mooi in licht en donker grijze natuursteen met een prachtige verlichting.
Runa stuurt me een berichtje dat ze naar de apotheek gaat met het recept van het ziekenhuis. Als ik vraag ga je er te voet heen zegt ze: the doctor said to me, keep walking. Ik verlaat de kerk en ga ook die kant uit, al moet ik me de weg wel met google maps zoeken. We komen bijna gelijker tijd aan. Pillen en zalf heeft ze voorgeschreven gekregen. De apotheker zegt er wel bij, geen andere pillen erbij te gebruiken.Op de weg terug naar ons hotel bezoeken we nog het Europian championchip van beeldhouwers wat een 2-daags festijn is op het grote plein bij het museum. Mooi te zien wat er aan sculpturen gemaakt zijn. Een jury is bezig met de beoordeling hiervan. Ze zullen het niet gemakkelijk krijgen. Dan is het tijd voor koffie en gebak. We vinden een leuk zaakje, een koffiebranderij waar de koffiegeur je al van verre tegemoet komt. Hier is het goed toeven en koffie en gebak zijn heerlijk. Ik had een koffie met likeur. Very exspensive.
Om vier uur zijn we terug in ons hotel. Als we ons hebben opgefrist is het tijd om ergens te gaan eten. Ik stel Rùna voor om naar het Bakklandet Skydsstation te gaan. Dit ligt in de oude wijk Bakklandet aan de andere kant van de rivier de Nidelva. Uit verhalen welke ik heb gelezen moet dit een bijzondere eetgelegenheid zijn. Om half zes lopen we erheen en hebben geluk dat er nog een tafeltje vrij is. Het is een restaurantje wat erg kleine kamertjes heeft met erg kleine tafeltjes en stoelen. Maar wel heel erg leuk. Hoe ze het allemaal klaar spelen hier, ik weet het niet. Je kunt kiezen om van een soort buffetje te eten of van de menukaart. Deze bevat 6 gerechten waarvan er twee glutenvrij zijn volgens de kaart. Ik bestel zalm met aardappels en spinazie welke gebakken is in uienringen. Rùna besteld kip met rijst in een soort soep. Het is lekker maar Rùna vraagt zich af waar de kip is. Only four small parts chicken I have in my soup. Ik zeg tegen haar: Ooh that's not so much. I think the chicken fly's over you're soup Rùna. Hierna lopen we nog wat door het oude gedeelte met zijn huizen op palen. Terug in het hotel informeren we naar de Flybus die we hier steeds zien rijden. Er wordt ons verteld dat we hiermee naar het vliegveld kunnen. De halte plaats is niet ver weg. Goed om te weten. Morgen zullen we gaan kijken waar dit ergens is. Om half tien duiken we ons bed in. Sjlaop ze.
Zaterdag 22 juni
Vikhammer Søndre - Trondheim Nidaros dom 16 km
De laatste loodjes
Good gepit vannach op dees sjoeëne plek. Dae angere Olav haet 't good veur mekaar hiej. Runa is in de keuken al wat eitjes aan het koken. Ik ga eerst naar mijn schoenen kijken. Olav heeft me gisteren een plek gewezen waar ze zeker zullen drogen. Ze staan daar n.l. op een warmte verdeler. Inderdaad ze zijn helemaal droog. Geliek doon ich ze weer aan mien 'dancing shoes'. Aan het ontbijt bekijk ik de route voor vandaag nog eens. Mayby Ger you can find a shorter way. Nou dat lukt ook wel. Ik hoop voor Runa dat het voor haar gaat lukken om dit stuk helemaal te lopen. Maar zoals ze zelf zegt: its better to walk, then I got not so much problems. Vanmorgen toen ze opstond dacht ik, dit gaat het niet worden vandaag. Maar zoals ik al eerder heb geschreven, het is een eerste klas doorbijter. Gisteravond zei ze nog: I will arrive to Nidaros by foot! Kwart over acht gaan we. Het zal een etappe worden over voetpaden en fietspaden. Veel heb ik niet te schrijven van ongerwaeg vandaag. De weg loopt veel door buitenwijken en soms door een industrieterrein. Bij de Rannheim kirke houden we even een korte stop. Helaas is de kerk dicht.
Achter Rannheim korten we de route af wat Runa heel goed vindt. Hoe moeizaam het ook gaat, ik bewonder haar vastberadenheid om te voet aan te komen. Langzaam naderen we Trondheim. Ongerwaeg sjuule veur nog veur ein fikse raegenbuuj. Och wat maak det oët. Als we Trondheim binnenlopen en een eerste blik krijgen op de Nidaros dome worden we een beetje euforisch. Yes, yes, zegt Runa, we did it again. Als we bijna bij de Dom zijn, spreekt een jongeman mij aan. Hij vraagt enthousiast of we op de Olavsweg zijn. Ja dat zijn we. Waar zijn jullie gestart vraagt hij. Runa vertelt hem dat we in Selanger in Zweden zijn gestart. Zo, jullie hebben de hele weg gedaan! Ja dat hebben we. Bij de Lade kirke slaan we links af en dan zijn we er bijna. Als we de Gamle Bybro oplopen treffen we Danielle nog. We praten even en dan rap de brug over naar de Dome. Half een staan
we voor de impossante Nidaros Dome. Bij de nul km steen maken we wat foto's. Veur motte tog ein bewies kenne laote zeen det veur d'r auch ech zien. Hierna naar het pelgrimscentrum dat achter de Dome ligt. Hartelijk worden we ontvangen door de medewerkers hier. Onze credentials worden voorzien van de laatste stempels en we krijgen een mooi aandenken n.l de Olavsbreve. We ontmoeten Larry nog even en dan rap naar ons hotel dat ik gistermiddag heb geboekt. Vanavond naar de pelgrimsmis om zes uur en hierna lekker ergens gaan eten. Veur sjtrakkes, sjlaop ze.
Vrijdag 21 juni
Folden Gård - Vikhammer Søndre 16 km
Wat een dag, onvergetelijk
De klok rondj gesjlaope en mer good auch. Ich zal 't vandaag nuuëdig höbbe.
Dat vertelt Brent mij vanmorgen bij het ontbijt. Ook vertelt hij erbij dat door de regen van de laaste dagen ik maar moet rekenen op een zware dag, ondanks dat het maar 16 km zijn. Het zal nat zijn door het hoogveen moeras. Jao, ein lekker begin van de daag. Samen ontbijten we om half acht en ik moet zeggen, er ontbreekt niks. Vooral de gerookte zalm is die lekker, nee heel lekker. Brent vertelt me dat het zalmseizoen begint op 1 juni en het 2 maanden duurt. Deze streek is rijk aan rivieren met stromend water. Veel Duitsers, Nederlanders, Belgen en Engelsen vinden elk jaar weer hun weg hiernaar toe. Hij heeft lekkere verse glutenvrije broodjes uit de oven en zegt hij, neem die over zijn mee en doe er maar flink wat zalm op. Dét haet d'r neet taege eine douve gezag. Om half negen neem ik afscheid van Brent en dan ben ik weg. Op weg naar wat later zal blijken een zware etappe, mede door de regen van de laaste tijd hier.
Vandaag volg ik voor de laatste keer bospaden of wat er voor door moet gaan, door het veenmoeras. Naar men zegt zijn dit oude kerkepaden die door de bewoners van Mostardmarka werden gebruikt vroeger om naar de kerk in Malvik te gaan, wat trouwens een flinke tippel is. Ik kan me dit haast niet voorstellen, zo'n gesjravel door dit veenmoeras. Als ik hieraan begin, heb ik na 50 meter al het water in de schoenen staan. Wat is het hier nat, ongelooflijk. Werkelijk ik ploeter vooruit, omhoog, omlaag, over planken en door het gedrenkt mos. Uit kijken is het, vooral voor de rotsplaten en wortelstronken welke soms verradelijk glad zijn. Steeds gaat het op en neer. Ondanks natte voeten, regen, barre paden en weet ik wat nog meer, geniet ik. De natuur om me heen is fabelachtig mooi. En wat kan stilte mooi zijn. Hier hoor je de 'sound of silence'. Ik kom uit bij het Nyvatnet meertje met een mooie picknick plek. Mer gank in de raegen mer ens picknicken.
Toch stop ik hier voor mijn broodjes met zalm op te eten, maar het valt tegen om hier te zitten. Een koude wind waait er en op mijn telefoon zie ik dat het maar 8 graden zijn. Lang hou ik het hier niet uit en ik ga verder met mijn gesjravel over het kerkepad. Op sommige plekken is het net als gisteren lopen van markering naar markering. Hoe hebben ze dit pad uit kunnen kiezen om hier het pelgrimsweg door te laten lopen. Was er anders geen keuze, vraag ik mij af. Uiteindelijk kom ik bij Haset met een eerste blik op het Trondheimfjord. Ik daal flink en na de oversteek van het riviertje Sagelva over een bruggetje worstel ik mij weer flink omhoog. Eigenlijk is dit niet te doen. Ik kom uit op een stuk grond waar volgens mij kort geleden nog bomen stonden. Nu is alles overhoop gehaald door enkele flinke machines. Bovendien is de grond omgeploegd. Maar waar zijn de markeringen! Ik kijk, ik zoek maar zie nergens iets. Moet ik over die omgeploegde grond welke doordrenkt is van de regen!?
Als ik "Mary" erbij neem en de kaart wat uitvergroot zie ik bovenaan een weg verschijnen. Deze loopt vlakbij mijn route zo te zien. Dus we gaan ervoor. Over de doorweekte grond ploeter ik naar boven. Ohhhh mijn schoenen, ze zijn een klomp modder. Boven kom ik op een gravelweg en deze gaat gelukkig over in mijn route. Ondertussen heb ik verschillende keren via sms contact met Rùna gehad. Een van de laatste keren vraagt ze hoeveel km ik nog moet lopen. Volgens de laatste aanwijzing die ik heb gezien zijn het nog 5 km. Bij de E6 aangekomen kies ik voor een andere weg, niet korter maar wel een stuk gemakkelijker omdat ik niet die lange klim hoef te nemen naar mijn slaapplek. Rùna laat nog weten dat het bier klaar staat. Blij, dat na dik 5,5 uur worstelen, ploeteren of geef het maar een naam, ik aankom bij Vikhammer Søndre. Rùna sjteit mich in de raegen al op te wachte. Het eerste wat ik tegen haar zeg: this is not a pilgerway. Alle natte spullen gaan in de hal uit en de grote vraag is: hoe zal ik mijn schoenen droog krijgen.
Ik ga eerst douchen en wat geven die warme stralen je dan een gevoel van voldoening. Ik neem er de tijd voor en spoel alle regen, moeras, blubber, rotsen wortelstronken en nog meer van me af. Ich bön weer wiej niej as ich lekker op de bank same met Rùna geneet van ôs pilske. Blij zijn we dat we weer samen zijn. Veel heb ik haar te vertellen over deze toch wel bizarre weg door het hoogveen moeras. Vijf en een half uur ongerwaeg zijn voor amper 16 km zegt wel genoeg. Als Olav binnenkomt met zijn vrouw (hij is de eigenaar) babbelen we nog gezellig na over mijn tocht vandaag. We zitten hier in een sportcentrum wat ook een pelgrimsonderkomen heeft. Veur kenne hiej zelluf koake, mer veur höbbe nieks mier. Rùna zegt dat ze gisteravond pizza hebben gegeten. Olav stelt voor deze voor ons wel te willen bestellen en op te halen. Nou dat is dan snel geregeld. Een half uur later genieten we van een lekkere pizza. Dit is het dan, een bijzondere dag die ik niet snel zal vergeten. Veur sjtrakkes, sjlaop ze.
Donderdag 20 juni
Ersgard - Folden Gård 20 km
Er doorheen worstelen.
Zoeëwe de slaop dae mót ich tog oethöbbe vanmorge, bienao tien oer höb ich op ein oër gelaege. Om kwart over zeven ontbijten we samen. Rùna vraagt mij of ze de man hier kan vragen om haar naar het stationnetje vaon Hell te brengen vanmorgen. Why not, ask him if we pay. Ons ontbijt is goed. Het glutenvrij brood is lekker. Dit heb ik nog niet eerder gehad op mijn tocht. Onder het ontbijt merk ik dat Runa er moeite mee heeft dat ze niet mee kan. Ik zeg haar dat dit de beste oplossing is nu. En natuurlijk is dat niet gemakkelijk. Na het ontbijt ga ik de eigenaar halen om te betalen. Nadat we dit hebben gedaan, vraagt Rùna hem of hij haar misschien weg kan brengen. Geen enkel probleem, zegt hij. Nou dat is fijn, maar dat mag ook wel. Volgens mij hebben we hier de hoofdprijs betaald. Daar zijn we het beiden snel over eens. Ik trek mijn regenbroek aan, haal de paraplu uit de rugzak, doe de regenhoezen er over en ben klaar om te gaan. Rùna komt nog even naar me toe en zegt dat ik een berichtje moet sturen als ik er ben. Dat doen we, hoije en ik ben weg. Want langer treuzelen maakt het niet makkelijker.
Volgens mijn wandelgids bevat de etappe van vandaag 2 worstelpaden. We zullen wel zien. Ook vanmorgen regent het weer behoorlijk. De eerste kilometers gaan over asfalt naar het kerkje van Lånke. Voor mij loopt een vrouw met een grote rugzak op met een schelp aan. Ik heb haar nog niet eerder gezien. Als ik bij het kerkje aankom ,loop ik haar voorbij en zeg: hello.
Helaas niks terug. Nou loop dan maar door, dan ik ga een poging wagen om in deze kerk te komen. Maar helaas, gesloten. Dan maar verder. Ik steek het riviertje de Lenka over en via een slingerweg loop ik naar boven, naar de rand van het dorpje Hell. Hier doe ik eerst mijn regenkleding uit. Het is droog. Het dorpje Hell heeft een aantrekkingskracht van vooral Engelstalige toeristen. Er worden hier veel foto's genomen van de plaatsnaam Hell. Maar het meest interessante, is het bord wat hangt bij het kleine stationnetje met daarop: Hell, Gods-Expedition. Maar de vertaling is gewoon: Hell, goederenvervoer.
Hierna ga je de bossen in, om er voorlopig niet meer uit te komen. Het begint hier met de eerste van de twee worstelpaden. De zon laat zich van haar beste kant zien, maar het is erg vochtig. Soms krijg je mooie uitzichten over de omliggende landerijen, bossen en dalen. Het is pittig lopen en steeds maar opletten waar je de voeten neerzet. Korte steile klimmetjes en afdalingen door de bossen die een deken van mos in allerlei kleuren groen hebben. Uiteindelijk daal ik af en kom op een gravelweg uit. Als ik langs de gård Furan ben gelopen, begint het tweede worstelpad. Na ongeveer een kilometer passeer ik Gammelåsdalen, een interessant geologisch stukje met door het ijs en water uitgeschuurde gaten (jattegryte) en rotsformaties. Hier lopen vergt veel van mij en regelmatig grijp ik naar de energierepen.
Na een pauze van een kwartier kom ik op het inspannenste stuk. Via opstapje, trapjes en steile stukjes eenmanspad volg ik de markeringen. Stukken gaan door het hoogveen moeras en het water staat me inmiddels in de schoenen. Af en toe denk ik stiekum: hiej môt dich tog nieks gebeure. Hoe wille ze dich hiej vinje. Soms is er gewoon geen pad en loop ik maar van de ene naar de andere markering. Deze zijn gelukkig ruim aanwezig. Als ik hier dan door heen geworsteld ben kom ik op een gravelpad uit. Dan denk je het gehad te hebben, maar het pad gaat enkele kilometers omhoog en omlaag. Moeizaam gaat het. Ik passeer nog een uitzichtpunt waar ik een mooi zicht heb op de Storfossen waterval. In een ruk loop ik door naar mijn slaapplek voor vannacht in Folden Gård.
Blij dat ik er tegen half twee ben. Ik krijg mijn kamertje aangewezen en doe dan de dagelijks dingen. Nee dit was niks voor Rùna geweest. Ik moet er niet aan denken en ben blij dat ze dit heeft ingezien. Veur sjtrakkes, sjlaop ze.
Woensdag 19 juni
Maria klooster Tautra - Frosta-aanlegsteiger boot 7 km
Afscheid van een bijzondere plek
Gisteravond na de completen in de kerk van het klooster vraag ik om een stempel voor in de pelgrimspas. De zuster gaat hem halen en we krijgen een mooie in papier gedrukte stempel. Ze ziet Rùna strompelen en vraagt haar wat ze heeft. Nou wacht maar even, zegt ze. Even later komt ze terug met een zak ijsklontjes, een doosje met smeerzalf en 4 pijnstillers. As det neet baat met onnog twieëje kier nao de kerk te zien gewaes vanaovund, den weit ich ut auch neet mier. Terug in ons gastenverblijf spreken we de komende dagen door, om te kijken hoe we het aan gaan pakken. Eerst regel ik nog voor woensdag en donderdag een overnachting. Als we morgenvroeg met de boot aankomen in Steinvikholmen hebben we nog dik 24 km te gaan. Dit is in deze situatie met Rùna niet te doen. We kijken naar een taxi die ons eventueel op kan komen halen bij de aanlegsteiger in Steinvikholmen en ons dan naar Sjtørdal kan brengen. Rùna heeft een taxi adres gevonden in Sjtørdal en ik bel hiermee. De man aan de telefoon is zeer behulpzaam en vraagt mij of hij nog meer kan doen voor ons. Met een lachend gezicht zeg ik tegen hem: I hope the price is cheap for us. Dat heeft schijnbaar gewerkt, we krijgen een meer dan schappelijke prijs. We spreken af dat ik morgenvroeg terug bel als wij op de boot stappen. That's okay. We kunnen met een gerust gevoel gaan slapen.
Vanmorgen is Rùna al vroeg op. Ik ruik boven al de koffie. Dan sta ik ook maar op. Tenslotte moet het bed helemaal verschoond worden en moeten er nieuwe handdoeken worden neergelegd. Om half zeven zitten we aan het ontbijt. Hierna ruimen we alles netjes op en gaan naar de kerk om onze donativo in de bus te stoppen. We doen maar wat extra's voor deze prachtige plek hier. Het Maria klooster is in 2006 geopend en dus nog vrij nieuw. In 1993 kwamen de eerste Cisterzieëncer nonnen naar dit eiland. Om zeven uur gaan we op pad naar de boot en nemen afscheid van deze bijzondere plek. Ruim de tijd hebben we hiervoor genomen. Rùna heeft de grootste problemen als ze heeft gezeten of uit bed komt. Eenmaal weer aan het lopen gaat het wel. Al blijft ze ook vanmorgen weer ver achter. Maar ik stop op tijd. Bij de aanlegsteiger aangekomen zijn we wat aan de vroege kant. Om tien uur zullen we vertrekken, tenminste dat is de afspraak. Tegen kwart voor tien komt Jan de bootsman aangereden, samen met zijn vrouw. We gaan aan boord en vertrekken naar Steinvikholmen. Zijn vrouw zal de boot sturen. Zij is het aan het leren, zegt hij. Ik vertel dit aan Rùna en dan: oh my God is it save Ger. Off course it is save. Zeker, als we ook nog vesten aan krijgen, welke je in een noodgeval snel kunt openen. Mér 't water is waal sjtein kaat. De overtocht gaat prima, de zee (Trondheimfjord) is rustig. Ze spreken hier van de zee, omdat dit grote fjord in een open verbinding staat met de zee. Er is dus ook eb en vloed hier. Voor ons vertrek bel ik de man van de taxi waar ik eerder mee sprak. Om half elf staat er een taxi voor ons klaar bij de aanlegplaats Steinvikholmen. Bij aankomst staat hij op de kleine steiger al te wachten. Omdat het eb is moeten we vanuit de boot tegen een houten ladder omhoog kruipen om op de steiger te komen. Voor Rùna gaat dit erg moeilijk, maar wordt geholpen door de man van de taxi. Hij brengt ons naar Sjtørdal toe en zet ons uit bij een bancomat dichtbij een bakker en koffiehuis.
Sjtørdal - Ersgard 7 km
Hoe lossen we dit op!
Bij de bakker bestellen we koffie en een lekker stuk gebak. Rùna is opgetogen dat alles soepel is verlopen. Ze vertelt me dat dit de beste optie was om hier in Sjtørdal te komen. Voor de duidelijkheid: van het klooster op het eiland Tautra naar de vertrekplaats van de de boot zijn 7 km. Aan de andere kant in Steinvikholmen zouden we de route weer oppakken naar de boerderij Ersgard. Afstand 24 km. Dagafstand totaal 31 km. Onmogelijk met de problemen die Rùna heeft. Na onze pauze hier bij de bakker gaan we verder naar onze slaappplek Ersgard. Heel moeizaam gaat het. Bij Vaernes kirke stoppen we even. We willen de kerk bezoeken maar er is een uitvaart over 15 minuten. Iets verderop is een klein museum waar ik heen ga. Hier hebben we wat meer geluk want de beheerster die ernaast woont, ziet ons en komt vragen of we een stempel willen. Dat is dan meegenomen. Ze gaat hem even binnen halen. Ze vertelt ons om achter het enorme grote kerkhof met "War graves" het kleine paadje te nemen dat helemaal met de rivier meeloopt en uiteindelijk bij de brug uitkomt. Zo hoeven jullie niet de hele asfaltweg te nemen. Okay zegt Rùna, that's nice I like that path. Aan het pad komt geen einde. Het kronkelt zich langs het water en met een grote boog is het net of we weer terug lopen. Rùna moppert vanalles en ik merk enige irritatie. Hoe lossen we dit op!
Uiteindelijk komen we aan bij onze slaapplek Ersgard. In het zonnetje genieten we van ons aankomst pilsje, maar voor Rùna is er weinig te genieten. Ik denk dat ze heel veel pijn heeft. Totaal heeft ze toch 14 km gelopen. Even weet ik niet wat ik hiermee aan moet. Dan begin ik er toch over. Ik vertel haar dat het voor haar eigen bestwil toch beter is om de komende twee dagen niet te lopen. Ze schrikt hiervan en zegt: I go tomorrow also to Foldengard. Niet wetende dat deze boerderij helemaal in de bossen ligt en de weg er naar toe behoorlijk pittig is. Ik zeg tegen haar, denk er maar eens goed over na. Er is ook geen enkel andere optie om daar te komen. Ze gromt wat in zichzelf en ik drink mijn pilsje op en ga douchen. Als ik onder de douche vandaan kom, zit ze op onze kamer. Ger zegt ze: You are right. I go tomorrow with the train to Vikhammer, and I stay their for two days. I make an reservation for me and for you next day. Nou daar ben ik blij om. Blij ook om van dat regelen en kortere wegen te zoeken af ben. En heel blij dat Rùna, hoe pijn het haar ook doet, dit inziet. Als we buiten zitten en hier nog wat over praten hebben we allebei de tranen in de ogen, maar dat mag ook. Ik ga de komende twee dagen alleen op pad en zie Rùna weer in Vikhammer. Zo kunnen we hopelijk dan gezamenlijk de laatste etappe naar de Nidaros dom in Trondheim lopen, want dat wil ze zeker. Ger we started together, we will finish together, zegt ze en daar heeft ze groot gelijk in. Vanavond ga ik heel zeker rustig slapen. Veur sjtrakkes den auch, sjlaop ze.
Dinsdag 18 juni
Hellberg herberge - Maria klooster Tautra 23 km
Naar het eiland Tautra
Gisteravond hebben we lekker gegeten, samen met Per-Arne en Anne-Grete. Lang getafeld en gekletst en vooral luisteren naar hun verhalen. Zo is Anne-Grete een Sami en behoort ze tot de Samen, welke in het hoge noorden van Lapland leven. Zij is geboren in een klein dorpje (1800 inw) aan de grens met Rusland. Ze laat ons foto's zien waar ze op staat in de traditionele klederdracht van de Sami. Prachtig en heel kleurrijk. Ze hebben zich leren kennen toen Per-Arne les gaf op een tuinbouwcollege in de Lofoten.
Per-Arne en Anne-Grete hebben zes kinderen, vier jongens en twee meisjes. Vijf zijn er uitgevlogen alleen de jongste is nog thuis. Tevens runnen ze een camping en hebben cottages aan de oever van het Trondheimfjord dat hier op plaatsen wel 400 meter diep is. En dao gaon veur morge as veur 't eiland weer verlaote met eine boeët euver haer.
Vanmorgen zitten we gezellig te ontbijten. Daar Anne-Grete ook glutenvrij moet eten is dit dus voor mij hier geen enkel probleem. Het smaakt weer voortreffelijk. Voor de variatie regent 't buiten weer de bekende pijpenstelen. Wat höbbe ze hiej toch ein raar waer. Maar, zegt Per-Arne het wordt een fijne dag vandaag. Tegen elf uur schijnt de zon, verzekert hij ons. Onder het ontbijt doet Per-Arne ons een voorstel. Hij zal Rùna naar Logtun kirke brengen, zoals gisteravond is afgesproken. Maar tegen mij zegt hij dat ik ook mee moet gaan, zeker omdat het regent. Hij heeft mij met mijn camera zo bezig gezien en zegt dat er op Tautra een vogelreservaat is en dit is het meest noordelijk gelegen reservaat. Hier zitten v.n watervogels. Jullie hebben dan nog zo'n 11 km te lopen en hebben dan tijd genoeg om het eiland een beetje te verkennen. Ja, ik krab mij eens achter mijn oren en denk dat dit nog niet zo verkeerd is, hoewel ik het ook graag helemaal had gelopen. De regen zorgt ervoor dat ik mee ga. We betalen, nemen afscheid van Anne-Grete en gaan onze rugzakken halen.
Bij Logtun kirke zijn we om negen uur. De hoezen gaan over de rugzak en we nemen afscheid van Per-Arne. Mooie mensen bij wie het goed vertoeven was. Eerst brengen we een bezoek aan dit kleine kerkje uit de 14 eeuw. De grote sleutel staat op de deur, dus we kunnen zo naar binnen. Het is een en al oudheid wat dit kerkje uitstraalt. Heel jammer dat er geen stempel aanwezig is. Met behulp van Google maps zoek ik de kortste weg naar de dam voor de oversteek naar Tautra. "Mary" haet vandaag eine sjnipperdaag. Onze gastheer van gisteren had ons vanmorgen nog verteld dat we door een gebied gaan lopen wat ook wel de "groentetuin" van Trondheim wordt genoemd en dat zien jullie op Tautra ook nog. Inderdaad hier is veel landbouw waar allerhande soorten groenten worden geteeld. Onder het lopen blijft Rùna steeds verder achter. Met haar knie gaat het echt niet goed. Ook al zegt ze tegen mij, dat ze met lopen de minste last heeft. Ze verbijt de pijn wat goed te zien is. Maar opgeven komt bij haar niet voor. Een doorbijter is het en daar neem ik mijn pet voor af.
Bij de dam aangekomen, gaat eerst onze regenkleding uit. Het zonnetje is doorgebroken en deze voelt nu wel erg warm aan. Dan beginnen we aan de drie km lange weg, die aan weerskanten met een dam begint en die in het midden door een brug met elkaar zijn verbonden. Ongelooflijk over wat een watervlakte van het Trondheimfjord we uitkijken tijdens de oversteek. Gewoonweg prachtig. Bijna een uur hebben we er voor nodig om de andere kant te bereiken. Tijd hebben we genoeg, dus slaan we rechtsaf naar de ruïne van het oude klooster, maar ook om bij de hostel Klostergården iets te drinken en te eten. Tegen half twaalf zijn we er. Hier is tevens en kleine brouwerij gevestigd en deze komt als geroepen. Lekker in de zon op het terras genieten we van een versgetapt biertje rechtstreeks uit de brouwerij hier. Ohh my god, zegt Rùna, this is a nice bier. We eten ook een kleinigheidje hier voor een grotigheidje van een prijs. Ik bestel een "monniksuppe" en Rùna een soort baconbrood.
Als we dan hebben afgerekend bezoeken ze de ruïne. Hierna gaan we naar de andere kant van het eiland naar onze slaapplek. Het is geen groot eiland en dus is het ook niet ver lopen. Als we bij het klooster aankomen, melden we ons volgens afspraak aan via de intercom. Zuster Gilchrist from Canada heet ons hartelijk welkom op Tautra en in het bijzonder hier in het klooster. Ze neemt ons mee naar het gastenverblijf dat erlangs ligt. Wat een schitterende plek krijgen we hier. Ze laat ons alles zien. In de keuken waar alles maar dan ook alles aanwezig is kunnen we onze eigen maaltijd bereiden. Hiervoor is een goedgevulde koelkast en ijskast aanwezig. Ongelooflijk. Ook voor het ontbijt morgenvroeg is alles aanwezig. Ja zelfs wifi is er. Ze vertelt ons dat ze een ding van de gasten verlangen: Morgenvroeg voor we vertrekken moeten de bedden met schoon beddengoed worden opgemaakt en voorzien zijn van schone handdoeken. De mand waar al het gebruikte beddengoed en handdoeken in moeten staat in het halletje. Nou dat is geen enkel probleem. Verder vertelt ze ons dat om 17.30 uur de vesper (avondgebed) is en om 19.30 uur de completen (dagsluiting). Daar zitten we dan op een werkelijk schitterende plek 50 meter van het Trondheimfjord. Graag had ik vanmiddag nog naar het Tautra Fuglereservat willen gaan. Mer 't raegent veur de variatie maar weer ens.
We gaan maar eerst kijken hoe we morgen verder zullen gaan. Een ding is geregeld en dat is de boot die ons naar de andere kant van het Trondheimfjord brengt. We zullen dan wel de hele weg over de dam weer terug moeten om naar de plek waar de boot ligt, te lopen. Dit is 7 km vanaf het klooster. Om tien uur moeten we er morgenvroeg zijn. Jan Kjørsvik zet ons dan over. Ik zal voor een oplossing moeten gaan kijken omdat de weg naar Ersgård nog 24 km is vanaf de plek waar we aanleggen. Die oplossing heb ik voorlopig nog niet. We zullen wel zien. Eerst maar eens om 17.30 uur naar de vesper. Dan eten en om 19.30 uur naar de completen. As dét neet baat den weit ich 't auch neet mieër.
En omdat we we hier in een katholiek klooster zijn heb ik nog een toepasselijk vers gevonden,
waarvan er veel aanwezig zijn:
The silence of the forrest,
the peace of the early
morning wind
moving the branches of the trees,
the solitude and the isolation of the
house of God:
these are good because it is in
silence,
and not in commotion,
in the solitude
and not in crowds,
that God best likes to
reveal Himself most intimately to men.
Maandag 17 juni
Leirsted - Hellberg herberge 22 km
Genieten
't Raegent, 't zaegend de panne waere naat, waat ein waer. Gisteren een snikhete dag, vandaag grauw fris en regen. Voordat we om zes uur opstaan vanmorgen hebben we het nog even over de afspraken van gisteravond. Nu het niet echt meer wil met de knie van Rùna, moeten we voor oplossingen zorgen. De afspraak was dat Rùna aan John zou vragen vanmorgen haar een km of 17 verder te willen brengen. Ik zal gewoon vanaf onze slaappplek vertrekken.
Vanmorgen genieten we van ons ontbijt hier in het huis van kerk. Kwart over zeven ga ik koffie zetten. Ons ontbijt staat in de koelkast en is uitgebreid . Ja zelfs gerookte zalm en kaviaar is erbij. We're Lucky Ger, such nice breakfast this morning. Ja, dat is het zeker. Daarbij een heerlijk pot vers gezette koffie en de dag kan al bijna niet meer stuk.
Met de vraag gisteren bij het reserveren over glutenvrij eten voor een persoon, was het antwoord: ofcourse you can eat gluten free, no problem. Glutenvrij eten schijnt hier in Noorwegen geen enkel probleem te zijn. De zalm is heerlijk en hier blijft niet veel van over. Na het ontbijt ruimen we netjes alle gebruikte spullen op en kunnen deze in de keuken in de afspoelbak deponeren. Gemekkelijker kenne veur 't neet kriege.
We wachten op John, de beheerder van dit huis. Hij zal rond acht uur hier zijn. Ik zeg tegen Rùna dat ze niet moet vergeten wat we gisteren hebben afgesproken. No, no its not a problem. Als John er is gaan we eerst betalen. Verdomme, ich weit mien pincode neet mier as miene pas in de pinapparaat zit. Den mer efkes ut thoesfrontj belle. Gelukkig, Thea helpt me uit de brand. Nu weet ik het nummer ook weer, het is..........(nae nae geur moog alles van mich weite allein neet...) Als we dat hebben geregeld zeg ik tegen Rùna: vraag hem nou. Maar dan komt de bescheidenheid in haar weer naar boven. Op een of andere manier is het voor moeilijk om in geval van nood, of pech, of weet ik wat om hulp te vragen. Dus vraag ik aan John of hij Rùna vandaag niet een km of 17 verder wil brengen. Dit i.v.m klachten aan haar knie. Geen enkele probleem, zegt John. Ik kan je ook naar Hellberg herberge brengen. Je kan daar je rugzak dan neer zetten en dan ga je met mij een stuk terug op de route waar ik dan stop. Zo kan jij ook nog een km of 4 lopen als je dat wilt. Okay that's good.
Kwart over acht ben ik op pad. Stevig ingepakt voor de regen, hou ik er het eerste uur een stevig tempo in. Bij Ekne ga ik links af. Wat volgt is een prachtige weg. Ook al is het asfalt door de bossen, met aan weerskanten van de weg rotsen. Bij een monument hou ik een korte pauze. Het monument hier staat er ter nagedachtenis aan de 2e wereldoorlog. De afbeelding geeft de executie weer van soldaten die eerst hun eigen graf hebben moeten graven. Verder loop ik met in mijn hoofd herinneringen die ik zelf als dienstplichtig soldaat heb ervaren tijdens mijn diensttijd in Seedorf, Duitsland. Nee, de oorlog heb ik niet meegemaakt. Maar mijn herinnering aan het bezoek toendertijd aan het voormalige concentratiekamp Bergen Belsen zal ik nooit meer vergeten. Ik was net een paar weken in Duitsland gelegerd toen we hierheen werden gebracht in ons uniform. Achteraf vond ik het fijn dat we er naar toe zijn geweest.
Ongerwaeg als ik zit te pauzeren komen John en Rùna aangereden. Ze stoppen even en vragen of alles goed gaat. Jazeker ik ben net van plan om weer op te stappen. Eenmaal weer onderweg kom ik langs 2 mooi gelegen meren:het Byavatnet en Sottjønna meer. Ik loop hier over een schiereiland dat in het Trondheimfjord eindigt. Sjoeën det de reagen is opgehaaje. De weg blijft op en neer gaan en is geen moment vlak. Uiteindelijk kom ik uit de bossen en zie voor me het hele grote Trondheimfjord. Ik pauzeer nog even, kijk op 'Mary' waar ik ergens zit en hoeveel km er nog zijn te lopen tot aan de slaapplek. Dan krijg ik een berichtje van Rùna of ik haar wil bellen. Als ik bel vraagt ze waar ik ergens ben. Zij denkt n.l dat ze de herberg al voorbij is.
Ik zeg tegen haar: ik dacht dat John je daar naar toe zou brengen om je rugzak af te geven en dat hij je een stuk mee terug nam, zodat je nog enkele km kon lopen. Yes but I tell him to stop further. Hij liet me op een punt uit van waar het nog een paar km waren. Nou de chaos is compleet. Over en weer bellen we waar we zijn. Ik vertel haar dat ik nog geen twee km verwijderd ben van de herberg en dat ik er nu heen zal lopen. Okay zegt ze, dan loop ik terug naar het bord wat ik gezien heb met 'Pilgrimsleden herberge op'. Zo gebeurt het dat ik bij aankomst Rùna van de andere kant zie aankomen. We worden hartelijk ontvangen door Per-Arne en Anne-Grete. We krijgen een mooi verblijf en vanavond koken ze voor ons. Ook krijgen we ieder een fles eigen gemaakte appelsap, want dat doen ze hier. We settelen ons, doen de dagelijkse rituelen en schrijven ons verhaal. Anne-Grete komt met 2 blikjes bier aangelopen. Dét is noe ens neet verkieërd. Hae geit d'r den auch in as hop. Ook heb ik de reservatie voor morgen geregeld in het Mariaklooster op het eiland Tautra. Buiten is het een mooi weertje geworden. Een heerlijk zonnetje schijnt en mijn wasje hangt er mooi te drogen. Veur sjtrakkes: sjlaopze
Zondag 16 juni
Munkeby herberge - labarget Leirsted 18 km
Om te puffen
Wiej gaon veur 't vanmorge aanpakke, dét waas 't ierste waor ich aandach toen ich wakker waas. Rùna ziet het vanmorgen wel zitten, na drie dagen gedwongen rust. Ik hoop voor haar dat ze gelijk heeft, maar daar heb ik zeker mijn twijfels over. zo soepel loopt ze nog niet. Om half acht gaan we ontbijten. Larry schuift ook aan. Daniëlle ,de vrouw uit Nederland die gisteren ook hier aankwam heeft geen tijd. Ze vraagt aan Haakon om wat fruit e.d. Omdat het heet wordt vandaag wil ze eerder weg zijn. Nou, denk ik bij mijzelf op een half uurtje komt het toch ook niet aan. Haakon heeft vanmorgen voor ons een heerlijke dikke omelet gebakken, die wel stijf stond van de kruiden, maar heerlijk. Glutenvrij brood en broodbeleg is er ook genoeg en een gekookt eitje vers van de kip smaakt altijd. Larry vraagt aan Rùna hoe het gaat. I'ts okay, zegt ze. Ik vraag aan Haakon of hij een van mijn flessen met water wil vullen. Kom maar mee naar de keuken. Nou dit heb ik nog nooit gezien, wat een troep. Alle afwas van gisteravond stond er nog, spoelbakken liggen vol en op het hele grote aanrecht aan weerskanten is ook geen plekje meer vrij. Hoe kan je de boel zo achter laten. Duidelijk te zien dat hier een vrouwenhand ontbreekt. Ik vraag me af hoe hij dit hier allemaal draaiende kan houden. Want Munkeby herberge is niet alleen een plek voor pelgrims. Hier slapen ook gasten in de "oude koestal" die omgetoverd is in een ruimte met luxe kamers. Larry had zo'n kamer en was er vol lof over. Maar ja, hij heeft alles bij een Nederlands bureau ,die dit aanbieden, geboekt.
Larry stapt op en zegt: It's for me a long walk today so I go. We geven hem de hand en wensen hem een mooie dag toe. Dat wenst hij ons ook. Ook wij pakken onze rugzak en zeggen Haakon adieu. Rùna is vastberaden ervoor te gaan vandaag. Ik hoop het voor haar. We dalen af naar de ruïne van het oude monikkenklooster om daar de route van de Yttreleden te volgen. Heerlijk is het om langs het water te lopen over een mooi pad dat aan 2 kanten versiert is met kleurrijke bloemen en varens van een meter hoog. Ik hou bewust mijn tempo laag met lopen. Misschien dat Rùna zich er een beetje aan op kan trekken. Voor Levanger kunnen we een kortere route nemen zie ik op 'Mary'. Een klein stukje bergop en dan een lange afdaling naar Levanger. Rùna blijft als maar verder achterop. Regelmatig stop ik en vraag haar hoe het is. Als we in Levanger aankomen pauzeren we even in de kerk. Ook hier zoek ik naar een kortere weg. We komen uit bij een tankstation en pakken daar een lekker ijs voor ongerwaeg. Vanaf hier volgen we een mooi pad langs het fjord, wat we op sommige plekken kunnen afkorten.
Uiteindelijk komen we uit bij de bedevaartskerk: Alstadhaug kirke waarvan een gedeelte uit 1180 stamt. Deze kerk heeft een relikwie, naar verluidt, een stukje vinger van de heilige Petrus. Hier pauzeren we één uur buiten op een bankje tegen de kerkmuur. Binnen is een dienst bezig en de kerk zit helemaal vol, als ik mijn neus naar binnen steek. We horen gezang en orgelmuziek en aan welke psalm ze bezig zijn weet ik niet. Maar er is nog iets bijzonders aan de geng hier binnen. Er worden n.l 4 kindjes gedoopt en dat zien we als de dienst is afgelopen aan de trotse, vooral oma's die er in hun traditionele klederdracht fraai opstaan. Een man komt na de dienst naar ons toe en neemt ons mee de kerk in. Hij had mij zien kijken en zag dan ook dat we pelgrims waren. De dominee wordt erbij gehaald en er wordt ons van alles gevraagt. Voor in de kerk zien we ondertussen de trotse ouders met hun kindjes voor het altaar staan voor de familiefoto's. We krijgen hier ook een mooie stempel en ik zeg tegen Rùna: we have been waiting a long time here, so that's nice. Hierna kunnen we nog foto's maken zegt de man die ons mee naar binnen nam. Mij valt op dat, weliswaar in een hoek achter de preekstoel, een beeld van de H. Petrus staat. Ik vind dit heel bijzonder net zo als ook deze kerk bijzonder is.
Onze rugzakken worden buiten goed in de gaten gehouden door de kerkgangers die na afloop gezellig buiten koffie staan te drinken. Maar voor ons is het tijd om op te stappen. Het zijn nog 6 km naar onze slaapplek in Laberget. We lopen weer een afkorting dicht langs het Trondheimfjord. Houden nog een keer onder een paar grote bomen in de schaduw pauze. Ik, maar zeker ook Rùna is blij dat we er zijn. Voor mij is het een dag geworden waar ik niet mijn eigen tempo heb kunnen lopen. Steeds maar stoppen, wachten en kijken voor kortere stukken etc. vergen veel van mij. Maar het is niet anders. Ik laat haar niet achter. Samen uit samen thuis. Bij aankomst worden we welkom geheten door een jonge meid. In de grote zaal zie ik dat er veel mensen hier zitten te eten. Ook hier weer veel dames in klederdracht. Of dit häör zondigs pekske is! Ich weit 't neet. De jonge meid vraagt ons om nu warm te eten, maar dit is ons veel te vroeg. Wel krijgen we van haar een blad waar alles netjes op staat wat er gisteren bij het reserveren van deze plek is afgesproken. Is dit kerkewerk! Dit hebben we nog niet eerder meegemaakt. We krijgen een niet al te grote kamer met douche en toilet. Als ik dan ook nog vraag om een pilske krijgt ze de schrik van haar leven. Hiej in 't hoes van de kerk om beer vraoge! Dét is ein doedzunj. Nee dat hebben we niet .zegt ze schuchter. Limonade en ijs is er wel. Later als we al gedoucht en al zijn, komt ze met één flesje alcoholvrij bier aandragen. Hoe ze eraan komt! Joost mag het weten.
's Avonds als iedereen weg is en wij met z'n tweeën alleen nog in dit groot gebouw zitten. gaan we eten. En wat eten we........het traditionele gerecht van Noorwegen: Sodd. Aardappels met door overheen een hete bouillon, daarin wortelen, een soort soepballen (hebben de overhand) en stukken vlees. Hierbij enkele stukken fladbrød. Het smaakt voortreffelijk, alleen is 't erg zout. Als toetje kunnen we uit de ijskast een ijsje nemen. Zo we stoppen ermee en voor strakjes: sjlaop ze.
Zaterdag 15 juni
Stiklestad - Munkeby herberge 19 km
Op pad met Larry
Ich höb de auche nog neet good aope vanmorge of ich huur: my knee, its feeling better now, Ger. Nou maar niet te vroeg halleluja roepen, Rùna. Gooiemorge. Maar rustig aan. Om zeven uur staan we op. Ik zoek mijn handel bijeen en pak de rugzak al vast in. Rùna pakt ook alles al in, maar zal vandaag toch niet gaan lopen. Gisteravond heb ik haar verteld, dat het beter is om nog een dag rust te nemen. We willen graag beiden naar het eiland Tautra toe. Hier ligt het Maria klooster van de Cisterciënzer nonnen. Heel apart, een katholiek klooster in een overwegend Luthers evangelisch land. We zullen hiervoor de Yttre leden route over Levanger moeten nemen welke langs het Trondheimfjord gaat. Een nadeel: het is alleen maar asfalt. Een voordeel: het is vlakker. Fijn is het dat deze route ook goed gemarkeerd is en dat er slaapplekken zijn. Alleen zullen we nog moeten uitvinden of we er ook kunnen ontbijten en dineren. Anders moet er wel heel erg veel worden ingekocht. Vanmorgen gaan we om half acht ontbijten. Larry komt bij ons zitten en we kunnen weer genieten van een uitstekend ontbijt. Als ik om kwart over acht wil opstappen, vraagt Larry of hij mee kan lopen. Why not? Zo zijn we dan samen op pad naar Munkeby herberge.
Als we Verdal uit zijn en richting de weiden en bossen gaan, zie ik dat we eventueel een kortere variant kunnen nemen. Als ik hem dat vertel hoor ik: yes we do that Ger. Zo slaan we rechtsaf i.p.v linksaf. We komen langs een tankstation, hier nemen we onze eerste rust met een lekkere cappuccino. Larry uit California is een echte Amerikaan. Ein hierke, hae wanjeld in een wit sjporthemd, sjtrakke bóks en cowboyhood op. Zolang de wegen of paden maar vlak zijn, loopt hij straf door. Gaat het een beetje omhoog, dan is het puffen geblazen voor deze 'cowboy' uit de United States of America. Weer op pad slaan we een weg in die volgens 'Mary' ons weer naar de route moet brengen. En gelijk heeft ze ook deze keer weer. Door prachtige stukken bos, afgewisseld met weiden gaat het op en af. Heerlijk lopen, goed voor de voetjes. We pauzeren nog een keer op een mooie plek met een weids uitzicht en... een stempel is er aanwezig. Larry verteld me dat hij hier wat langer wilt rusten en gaat languit op bank liggen, met de hoed over zijn ogen. Ich dink: waalteruste meneer de president, sjlaop zacht. Ondertussen meet ik mijn bloedsuiker en deze is met 6.8 uitstekend. Lang ligt de president niet. Its to hard, ja dat had ik je ook wel kunnen vertellen. Dus gaan we maar verder. Bij de splitsing naar Munkeby of de ruïne nemen we de route naar de ruïne van het voormalig Cisterziëncer klooster uit de 12e eeuw dat gesticht werd door Engelse monikken. Het was destijds de meest noordelijke Cisterciënzer gemeenschap. Een mooi pad voert ons er naar toe over een hele speciale houten brug. Het valt ons wat tegen en we lopen dan maar rap door naar Munkeby herberge. Munkeby laat zich volgens mijn wandelgids vertalen als: plek van de monikken. Bij aankomst hoor ik Rùna roepen: Ger, Ger maar ik zie haar niet. Larry ziet haar al in het raam staan te zwaaien naar ons. Als een eenpersoons ontvangstcomitee heet ze ons welkom op Munkeby herberge.
We worden verwelkomt door Hakon en zijn zoon en luisteren wat hij allemaal te vertellen heeft. Hierna betalen we voor slapen, diner en ontbijt en nemen een lekkere pot bier. Sjoën dét hae dét in hoes haet veur eine meuge pelgrim. Nu zitten we lekker te genieten in de zon. Veur sjtrakkes, sjlaop ze.
Vrijdag 14 Juni
Rustdag Stiklestad
Mer good det veur hiej mér twieëje daag blieëve, ich in elk geval. Niks te melden over deze plek hier. Gisteravond hebben we met z'n drieën hier gegeten en wat gedronken. Prima verzorgd, niks van te zeggen, maar de prijzen.....ongekend. Vanmorgen om kwart over acht gaan ontbijten. Een prima verzorgd ontbijtbuffet. Met Rùna haar knie wil het niet vlotten. Larry heeft een taxi geregeld om half twaalf om ons naar Verdal te brengen. We moeten alle drie Noorse kronen hebben en Rùna wil naar een apotheek voor pijnstillers en wat creme voor haar knie. Om de tijd te doden loop ik hier over dit complex en bezoek alles wat te maken heeft met Olav, o.a het grote openlucht theater. Dét is nog get veur Beesel om 't Draaksjteke te presenteren. Half twaalf gaan we dan naar Verdal. De taxichauffeur heeft er duidelijk zin in. Wat een chagrijn. Bank en apotheek zijn zo gevonden en Rùna heeft haar spullen met hulp van de apotheker hier zo gevonden. We lopen nog wat rond en gaan dan een klein hapje eten. Maar ook kleine hapjes hebben dikke prijzen. Tegen twee uur zijn we weer terug.
De slag
Olav Harraldson was 10 jaar een succesvol koning geweest.
Tussen 1016 en 1028 had hij grote delen van Noorwegen aan zijn christelijke wil onderworpen en verenigd. Dat ging gepaard met veel geweld en dwang, maar hij wist ook een versplinterd land, waar vele Vikingclans elkaar constant naar het leven stonden, tot een geheel te smeden en een aantal wetten in werking te stellen, die nu nog aan de basis liggen van de huidige wetgeving.
In 1028 echter, wist Knoet de Grote van Denemarken Olavs vijanden aan zijn kant te krijgen en de druk zo op te voeren dat Olav naar het buitenland vluchtte. In 1030 keerde hij terug van zijn ballingschap, vastbesloten Noorwegen opnieuw te veroveren. Hij kwam in Zweden aan land en marcheerde met zijn bij elkaar geraapte troepen op naar Noorwegen, min of meer over de route die je nu hebt afgelegd. In Stiklestad stuitte hij opa een boerenleger. Waarom Olav richting Trondheim ging is onbekend, waarom de boeren tegen hem in opstand kwamen evenzeer. Feit is dat hij hier stierf, naar de mythe zegt aan drie wonden: een bijl in zijn been, een speer in zijn buik en een bijl of zwaard in zijn nek. Toen hij neerzeeg leunde hij tegen een steen en gooide zijn zwaard van zich af. Op die plek, vertelt het verhaal is het altaar van de kerk van Stiklestad geplaatst. Daarachter ligt nu een steen waarvan wordt beweerd dat het de bewuste steen is.
De plek
Stiklestad groeide uit tot een van de belangrijkste plekken in cultureel erfgoed van Noorwegen. Hoewel Olavs missie (een verenigd christelijk Noorwegen onder één koning), aanvankelijk op veel weerstand stuitte, groeide de steun voor zijn idee wel na zijn dood. Ondertussen was hij al heilig verklaard en was de mythevorming al begonnen. Zijn graf werd een bedevaartsoord in de hoogtijdagen van de middeleeuwse pelgrimages. Toen Noorwegen na eeuwen van strijd en unies met Denemarken en Zweden in 1905 eindelijk een echte onafhankelijke monarchie werd, was Olav als symbool van de verenigde natie snel gevonden. Daarbij werd in de geest van de romantiek voor het gemak voorbij gegaan aan de bloederige en niets ontziende kant van Olavs werkwijze.
Vandaag de dag is Stiklestad uitgegroeid tot een breed cultuurpark, wat bijna in zijn geheel in het teken van Olav staat. O.a. staat hier de mooie oude Olavskerk met een kleurrijk interieur. Een katholieke kapel en een Orthodoxe kapel ineen. Olav was n.l de laatste westerse heilige die door de Orthodxe kerk is erkend. Er is een groot openluchtmuseum en theater, waar jaarlijks op de heiligendag van Olav op 29 juli de Olavsspelen worden opgevoerd. Aan de foto's te zien moet dit een prachtig spektakel zijn. Ook nu zijn ze volop bezig met de voorbereidingen hiervan. Verder staan er gebouwen uit de 17e en 18e eeuw en is er een replica van een Viking lang huis. Hiernaast is een modern onderkomen voor pelgrims gebouwd in Vikingstijl, waar Kai mede aan heeft bijgedragen. Helaas was dit helemaal vol met kinderen die hier wel elke dag komen voor de geschiedenis over Olav. Pelgrims worden met open armen ontvangen en een pelgrimscentrum hier is in ontwikkeling.
Intussen denkt Rùna er hard over na om morgen met de taxi naar Munkeby herberge te gaan, voor nog een dag extra rust. Om de handdoek nu in de ring te gooien, dat gaat haar te ver. 'I go to Trondheim' vertelde ze mij vanmorgen vastbesloten. Ja, het is een pittige tante die veel kan verdragen. Veel opties hebben we bekeken gisteren en vanmorgen. We gaan het van dag tot dag bekijken. Soepel lopen is helaas niet mogelijk. Laat staan met een rugzak op.
Vanavond gaan we weer met z'n drieen eten en dan op tijd na bed. Voor mij staan er 23 km op het programma en ik wil om acht uur aan het lopen zijn. Zo'n dag rust doet je goed, maar wat doe je de hele dag. Veur vanaovend, sjlaop ze.
Donderdag 13 juni
Auskin Kreative Senter (Vuku) - Stiklestad 12 km
Alleen naar het Battlefield
Leven Hiër wat ein waer, laot die piepesjtele mér dao. Dat had ik ook gedacht. Na een heerlijke nachtrust in deze schitterende herberg van Kai en Mona staan we om half zeven op. Als ik Rùna zie lopen, ben ik er al bijna zeker van dat dit het niet gaat worden vandaag. Aan het ontbijt hebben we het er over om vandaag ook niet te lopen. Ze sputtert wat tegen en zegt: Ger, see what I can do with my knee only to stay is difficult. Inderdaad, ze kan hem alle kanten heen draaien en buigen. Maar met de druk er op van het staan is het een ander verhaal. Toch moet je dat niet doen en zeg haar om aan Mona te vragen of ze met Kai mee kan rijden naar Stiklestad. Hij werkt daar n.l. Ook vertel ik haar om 2 dagen daar te verblijven en de knie rust te geven. Daar stemt ze mee in. We zullen dan wel zien hoe het verder gaat. Als ik mijn rugzak heb ingepakt, verteld Rùna mij dat Kai haar mee neemt. Gisteravond hebben we nog een rondleiding gehad in de houtsnijwerkplaats van Kai. Mooi om te zien wat hij er allemaal maakt. Een kunstenaar alom.
Tegen kwart voor acht ga ik. Alleen ongerwaeg naar het battlefield in Stiklestad. Goed ingepakt tegen de regen neem ik van Rùna afscheid. Ik zie haar emotioneel worden en zelf kan ik het ook niet onderdrukken. Maar dat hoeft ook niet. Emoties horen nu eenmaal bij een pelgrimstocht. Het begin is pittig. Een lange klim de heuvel op hakt er in. Verder loopt het als een trein. Met een krachtige wind in de rug word ik vooruit geblazen. Euver windj gespraoke. Bij het informatiepunt in Gjernstad, over de ramp van 1893 hou ik pauze. Er wordt duidelijk aangegeven wat zich hier heeft afgespeeld.
Aardverschuiving van 1893
In de nacht van 19 mei 1893, werd het Verdal getroffen door de grootste aardverschuiving in de Noorse geschiedenis. De Noren noemen de ramp: Verdalsraset. Door een natte winter en meerdere overstromingen in de lengte veranderde de klei onder de toplaag in een soort chocolademelk. 60.000.000 kubieke meter modder stroomde de bergwanden af en bedolf huizen en vee. Ook trad de rivier over een lengte van kilometers buiten haar oevers. De ramp kostte 116 mensen en 500 dieren het leven. Het landschap werd door de aardverschuiving ingrijpend veranderd. Zo kreeg de rivier een andere loop. Op het uitzichtpunt bij Gjernstad wordt in tekst en foto's aanschouwelijk gemaakt wat er in het dal waar je op uitkijkt heeft plaatsgegrepen.
Na deze pauze gaat het door de krachtige wind in een strak tempo naar mijn einddoel voor vandaag.
Deze weg nam Olav met zijn troepen in 1030 ook. Over de 12 km doe ik twee uur en een kwartier. Om tien uur loop ik over het "battlefield" Stiklestad binnen. Even tevoren heeft Rùna mij een berichtje gestuurd met de vraag hoe laat ik denk aan te komen. Ik bericht haar terug dat ik er bijna ben. Ze zal mij opwachten bij de kerk. Als ik arriveer, zie ik haar al staan. Oh Ger you did it very quickly, Yes I was flying over the hills. Kai heeft vanmorgen met Rùna bij het enige hotel hier geïnformeerd naar een kamer voor pelgrims. Dit tegen een pelgrimsprijs. Wat wij eerder hadden afgesproken, ligt te ver weg van alles wat hier te zien is. Dus gaan we naar de receptie toe en krijgen een kamer voor 2 nachten tegen een schappelijke pelgrimsprijs, inclusief ontbijt. We deponeren onze rugzakken hier en gaan dan een heerlijke bak koffie drinken in de foyer en warempel, het kost niks. Den nog mer ein békse extra.
Woensdag 12 juni
Appaloosa (Sul) - Auskin Kreative Senter (Vuku) 22 km
Beslissingen nemen....
Vannacht höb ich mich miene zjwarte handdook op miene kop gelach en ut haet gebaat. Geslapen als een os, maar misschien ook wel door de vermoeidheid. We beginnen het beiden te merken. Vermoeidheid denk ik ook mede ontstaan door de lange stukken asfalt de afgelopen dagen. Met Rùna heb ik gisteravond afgesproken om vanmorgen vroeg te vertrekken. Dit mede door de lange (28 km) afstand voor vandaag. We zijn daarom al vroeg op in dit niet al te fris onderkomen. Thomas de "outlaw Indian" neemt het niet zo nauw. Omstreeks kwart voor zeven staan we op het punt te vertrekken. Larry komt omlaag en zegt dat hij door Thomas een eind wordt weggebracht. Hij moet voor zijn job toch richting Vuku. "I see you guys" zegt hij als we gaan.
Rùna is erg stil vanmorgen. Ik zie haar met het been trekken. Als ik vraag wat er is zie ik gewoon aan haar gezicht dat ze pijn heeft. Ze heeft last van haar knie en ik denk behoorlijk last. Als ik haar vraag waarom ze me dat niet vanmorgen heeft verteld, krijg ik als antwoord: "maybe we take more rest on the way, then I can do it". Maar dat denk ik zeker niet. Als ik nu al zie hoe moeilijk het gaat. Na ca 8 km nemen we een pauze. Hier doe ik haar een voorstel om niet de hele route te lopen vandaag, maar de kortste weg te nemen naar Vuku. Het is dan wel de gehele weg weer over asfalt, maar scheelt 7 km. Dit komt door de grote omweg door de bossen en heuvels te vermijden op de laatste 10 km. En volgens mijn wandelgids zijn hier pittige stukken in. Ik vraag haar om een beslissing te nemen, want zo gaat het niet. Intussen had ze al met haar dochter gebeld en zij heeft ook tegen haar gezegd, dat ze niet bergop en bergaf moet gaan lopen door bossen en heuvels. Het gaat niet goed, zegt ze en ik loop maar over de weg verder. Als ik haar vraag om een auto aan te houden om haar naar Vuku te laten brengen, wil ze daar niks van weten. "Ger", zegt ze: "If you want to walk the way true the hills on the end, do it". Ik zeg haar, nee dit gaat niet gebeuren. Ik laat je niet alleen over deze lange weg alleen lopen. Samen uit samen thuis.
Zo lopen we met de nodige pauzes naar Vuku toe. Ongerwaeg zijn er toch nog mooie dingen te zien. Nadat we de afslag naar Vuku hebben genomen, wacht ik op Rùna. We nemen nog een pauze daar bij een boerderij. Als ik er ben vraag ik aan een man die buiten bij een vrachtwagen staat, of we gebruik mogen maken van de bank voor een pauze. Zeker zegt hij en willen jullie koffie? Natuurlijk willen we die. "Vijf minuten", zegt hij dan is de vrachtwagen weg. Even later komt hij met zijn vrouw er gezellig bijzitten. Åse en Egil heten ze en bedrijven een bio zaak met restaurant. De koffie is heerlijk en gelukkig spreken ze redelijk Engels. Egil zegt tegen zijn vrouw dat Rùna last heeft van haar knie. Ik ga wel wat halen zegt ze en komt even later terug met een tube smeersel uit TAIWAN. "It's very good" zegt ze en neemt Rùna mee naar het toilet waar ze haar knie kan insmeren. We babbelen nog een tijdje, luisteren naar tips van Egil en dan wordt het hoog tijd om te vertrekken. Als jullie nog 3 uur de tijd hebben kunnen jullie mee eten, zegt Åse. Dank voor dit aanbod, maar we willen verder. In Vuku aangekomen gaan we eerst naar de Coop voor onze boodschappen. Vanavond moet er toch weer eens goed gegeten worden, na een dag van droog brood gisteren. Beiden met een goed gevulde draagtas gaan we naar onze slaapplek toe, die nog een kilometer verderop ligt. Bij aankomst worden we hartelijk ontvangen. Na een korte rondleiding kunnen we niets anders zeggen: "what a nice place to stay for the night here". Wat is dit mooi hier. Net 2 jaar oud is dit "Auskin Kreative Senter".
Na de gebruikelijke aankomstrituelen: uitpakken, douchen en een heerlijk biertje van de Coop, gaat alles van ons de wasmachine in. En maar draaien, lekker draaien. Hierna gaat alles in de droger. Rùna heeft een tijdje op bed gelegen met ijs op haar knie. Nu zijn we het eten aan het klaarmaken en ik zie dat ze veel last heeft. Ik stel haar voor om morgen in Stiklestad een rustdag te nemen en als het niet beter wordt vandaag om morgen naar vervoer te kijken. Ook al is het een korte route van maar 12 km. Jij kunt beter met een auto gaan en dan loop ik wel dit stukje alleen. "We shall see tomorrow morning". "Okay we do that". Noewe is ut eatenstied en ierlik ich höb honger wiej ein paerd en veur sjtrakkes, sjlaop ze.
Dinsdag 11 juni
Medstugan-Skalstugan-Sul 24 km
We zijn in Noorwegen
Vanmorge al hiel vreug wakker en det kumt door det d'r gén gordiene zien. Om drie vanmorgen schijnt de zon al en is het licht. Tegen half zes staan we maar op. Wij hebben er lang genoeg ingelegen. Nadat we gisteren al hebben zitten te praktiseren over vandaag, komt Larry met de oplossing. Hij heeft bericht gekregen van de chauffeur die hem naar Skalstugan zal brengen. Dit had hij al afgesproken bij het boeken van zijn trip. Hij had hem gemaild of Rùna en ik ook mee konden. Tegen een kleine vergoeding was dit voor hem wel oké, maar hij moest er wel 2x voor rijden. (12 km) Fijn dat we mee konden. Anders was het een tocht van 36 km geworden. En dao zien veur te aad veur.
Tijd hebben we zat, want hij komt pas om 8 uur. Om zeven uur zitten we al klaar. Het ontbijt is op en alles is opgeruimd. Klokslag 8 uur komt Thomas aanrijden in zijn werkbus. Hij brengt eerst Larry en dan ons naar Skalstugan.
Om kwart voor negen beginnen we aan onze tocht door het magnifieke berglandschap. En wat is het mooi. Ongerwaeg genieten we van prachtige vergezichten. Op de bergen nog redelijk veel sneeuw en het pad is geweldig mooi. Een prachtige wilde natuur, waar we regelmatig voor stoppen. Om twintig over tien houden we pauze bij de grensovergang tussen Zweden en Noorwegen, hier midden in deze uitgestrektheid. Natuurlijk worden weer de nodige plaatjes geschoten. Wat is dit toch zalig lopen in vergelijking met de 23 km asfalt van gisteren. Wij komen bij het Høgfjellet aan, het hoogste punt hier. Hier schrijven we onze naam in het z.g "toppenboek" of wel gastenboek. Bij de shelter bij het stroompje Kvilbekken met stempel houden we weer een stop. Hier kun je overnachten in deze half open shelter, als je het primitief wilt houden. Maar niks voor mij om op die houten planken te gaan slapen. Als we voor Sul zijn, kunnen we kiezen. Of over de asfaltweg 322 die we gisteren al de hele dag hebben gelopen. Of voor het bruggetje het bos weer in wat ook nog eens 2-3 km meer is.
Toch kiezen we hiervoor. Het resultaat: spijt, spijt en nog eens spijt. Wat een zwaar glibberig en fiks omhoog en omlaag lopend pad is dit. Tjonge dit is afzien. Uiteindelijk komen we er ongeschonden door. Op de weg die dan volgt ligt dikke steenslag. Ook niet lekker voor je voeten. Rùna vraagt of ik niet even op googlemaps wil kijken hoever het nog is. Er volgt enige strubbeling over de lengte. Ik zeg dat dit komt omdat er geen brug is. We zullen toch weer naar de andere kant moeten. Tot onze verrassing wijst een boer ons op een bruggetje wat niet te zien is op googlemaps. Heel blij zijn we dat voor het bruggetje een wegwijzer staat dat het nog 600 meter naar onze slaapplek is. Deze is bij Thomas, de man die ons vanmorgen 12 km verder heeft gebracht. Bij aankomst is hij er nog niet en wachten met koffie op hem. Deze had hij al klaar gezet buiten. Pot oploskoffie, waterkoker en diversen soepen. Koken kunnen we eventueel buiten doen op een pitje. Maar dat gaat niet gebeuren. Als hij er is en ons binnen laat, straalt het hele huis een sfeer van paarden en indianen uit. Zelf lijkt hij er ook een beetje op met zijn lange vlecht. Binnen valt het toch allemaal wel wat tegen. Maar ja, we doen het er maar mee. Na wat boterhammen en kop soep schrijf ik mijn verslag en ga optijd naar bed. Sjlaop ze.
Sul
Het gehucht Sul is een belangrijke plek op het Olavspad. In 1030 heeft Olaf hier met zijn troepen overnacht, aan de vooravond van de slag bij Stiklestad. Daarbij werden het land en de graanakkers van boer Torgeir Flekk vertrapt en vernield. Toen Olav vertrok reed hij rond de akkers en riep de hulp van God in. Het graan veerde weer terug en werd rijp. Vlak bij deze plek, Olavsåkern (het Olavsveld), staat een gedenkteken aan deze gebeurtenis: Oskljelda. Een rechtopstaande steen met inscriptie over het schadeloosstellen van de boer, met daarbij een Olavsbron. Het staat langs de weg door Sul, ca. 500 meter vanaf de Jämtlandsvegen. Het monument werd in 1954 onrhuld door de lokale politieman Jon Suul, die ook het initiatief nam voor de Olavsspelen in Stiklestad.
Maandag 10 juni
Tännforsen - Medstugan 23 km
Op de streep lopen.
Vanmorgen als we aan het goed verzorgde ontbijt zitten is het buiten koud, grijs en miezerig. We zijn er vroeg bij, want om zeven uur zijn we de deur uit. Larry, Rùna en ik. Het zal een saaie route gaan worden. We hoeven alleen maar weg nr. 322 af te lopen tot we in Medstugan komen. Het eerste uur is het nog vrij rustig op de weg. Een enkele auto komt voorbij. Veel is er niet te zien, allen voor en achter ons, deze eindeloze weg, vol bochten, lange stukken en bulten omhoog en omlaag. Pauze plekken zijn er haast geen. Bij een enkel huis langs deze weg vinden we toch een bank. Ik vraag aan de bewoner of we hier mogen pauzeren. Geen probleem. Als we weer verder gaan en het verkeer toeneemt op deze verbindingsweg tussen Duved en Trondheim gaan mijn gedachten naar dat vreselijke bericht op de Facebook site van het Genootschap wat ik gisteravond las.
In Lèon op de camino Francès is gistermorgen een Nederlandse vrouw verongelukt. Zij werd samen met een andere Nederlandse door een auto van achteren geschept. Een vrouw is aan haar verwondingen overleden, de andere ligt zwaargewond in het ziekenhuis. Triest, heel triest. Mijn gedachten gaan uit naar de nabestaanden van de slachtoffers.
Voor ons is het dan ook uitkijken, want sommigen hebben er een tempo op daar word je bang van. En we lopen zo al op de streep. Ik spring dan ook regelmatig aan de kant, maar vaak gaat dit niet. Gelukkig zijn er ook bestuurders die als ze ons zien en er komt geen tegenligger al naar links uitwijken. Mer as die groeëte jongens met die zjwaegelsjtekskes veurbiej komme wuurse has van de waeg geblaoze. Zo stappen we verder en verder. Bekijken de overgebleven oude bruggetjes van de oude weg die hier eens liep en nu verzwolgen is door deze nieuwe weg.
Blij zijn we dan ook als we tegen een uur aankomen bij onze slaapplek voor vandaag: de pelgrimshostel in Medstugan. Nu denk niet dat dit een dorp is of zo, nee hier liggen 6 huizen. Of ze bewoond zijn weet ik niet. We kunnen binnen door de verkregen code bij de reservering. En mooie locatie, dat is het zeker. Verder in de wijdse omgeving niks dan bossen, water en sneeuw op de bergen rond om ons heen. We zitten niet zo ver meer van de Zweeds/Noorse grens. Hoe we het verder gaan aanpakken is nog een raadsel. Twaalf kilometer verderop is nog een plek om te overnachten, maar we moeten maar afwachten of we hier terecht kunnen. Hier kun je niet reserveren. Een uur voor aankomst kun je wel bellen als er plaats is. Is die er niet dan hebben we een probleem. De eerstvolgende slaapplek in Noorwegen is 24 km verder. Tussen het schrijven door ben ik een lekkere portie spaghetti aan het maken, met een tex-mes ananas salsa saus, die ik al drie daag mee sjouw. Daar doorheen nog een halve banaan geprut. Overheerlijk, mijn eigen spaghetti-schoteltje: Spaghetti a la Ger. Ja toch. Intussen is ook Anegreth aangekomen. Waar ze vandaag vandaan komt? Zo de afwas is gedaan. En voor sjtrakkes, sjlaop ze.
Zonder 9 juni
Åre - Tännforsen 23 km
Komt er nog een eind aan!
Wat sluup ut zich tog lekker tussen de hotellakes.
Daar waren we vanmorgen het al snel overeens. Om acht uur kunnen we aanschuiven aan het onbijtbuffet. Aan alles is gedacht, zelfs mijn gisteravond doorgegeven glutenvrij brood is aanwezig. Het smaakt lekker, zeker de vers gezette koffie. Onder het ontbijt lees ik de route voor vandaag door. Het zal saai worden en eentonig. Ik citeer uit mijn wandelgids: "Een bekende uitspraak is, dat de weg belangrijker is dan de bestemming. Voor de route vandaag zou kunnen gelden dat de bestemming de weg rechtvaardigt. Fijn zal de weg niet zijn, eerst een stuk langs drukke rommelige wegen, vervolgens eindeloze stoffige asfaltweg met aan weerszijden ondoordringbare naaldbossen. De aankomst bij de gezellige accomodatie naast de grootste waterval van Zweden is dan ook paradijselijk en welverdiend." Aldus mijn gids. Toch zal ik wat hoogtepunten beschrijven die onze aandacht trokken.
Åre gamla kyrka
Bij vertrek vanmorgen uit ons hotel, dalen we sterk af naar Åre. Good det veur gister dae letste 1,5 km met de taxi zien gegaon. We willen de Åre gamla kyrka
bezoeken. Dit oude kerkje van Åre is een van de mooiere kerkjes langs het Olavspad. In de 12e eeuw gebouwd als een klein stenen gebouw. Naar Noors ontwerp, omdat Jämtland toen Noors was. Gewijd aan Olaf met het oog op de pelgrimsstroom. Uitbreidingen stammen uit 17e en 18e eeuw. Het interieur ademt voorbije tijden met grote charme. Prachtige houten ornamenten en een zeer bijzonder plafond springen het meest in het oog. Het houten beeld van Olav, hier atypisch afgebeeld zonder bijl maar met driekanten steek op zijn hoofd, stamt uit de 14e eeuw. Je kunt zelf de deur openen met de robuuste sleutel die gewoon naast de ingang hangt. Een bezoek meer dan waard.
Karolinermonument
Achter Duved lopen we over een groot aantal trappen omhoog naar het Karolinermonument, dat herinnert aan een tragische dodenmars van het Zweedse leger in 1718. Het was tijdens het slotakkoord van de Derde Noordse Oorlog waarbij een eind kwam aan Zweden als grootmacht. Een onderdeel van de laatste stuiptrekkingen was een Zweedse poging om het strategisch gelegen Trondheim vanuit Duved te veroveren, maar na een strijd van 4 maanden mislukte dat. Van het 10.000 man sterke leger waren er nog 6000 over. Ze waren uitgeput, hongerig en van hun kleding en uitrusting was nog maar weinig over. Toen het bevel tot terugtrekking kwam, besloot generaal Armfeldt de kortste weg over de bergen terug te nemen. Wat begon als een overzichtelijke mars van drie dagen veranderde in een helletocht van acht dagen. Een dramatische temperatuurzakking zorgde ervoor dat in de eerste nacht 200 mannen doodvroren. Een aanhoudende sneeuwstorm van dagenlang zorgde ervoor dat de troepen elkaar kwijtraakten. Men probeerde met het verbranden van uitrusting enige warmte te genereren. Uiteindelijk overleefden 2100 man deze gruweltocht. Daarvan bleven er 600 verminkt voor de rest van hun leven, door het amputeren van bevroren ledematen. De in de bergen achtergebleven 3000 lichamen werden een feestmaal voor de roofdieren. In de jaren die volgden waren de populaties vossen, verlaten en wolven veel groter. Ook dit was een bezoek meer dan waard
Tånnforsen
indrukwekkend
oorverdovende kracht
ervaring voor zintuigen
donderend geraas
spectaculair natuurschoon
nevel en watersluiers
kun je proeven
het eeuwig frisse
groen ruiken
kracht die je voelt
in je lichaam
van neerstortend water
wat achtendertig meter
lager zich verenigd
kalm en vredig
in het grote meer.
Hier is onze slaaplek in een huisje voor pelgrims op 250 meter van dit enorm spektakel stuk.
Ongerwaeg hebben we Larry uit California ontmoet. Ook hij verblijft hier. Het is zijn eerste wandeldag. We hebben lekker gegeten hier. Alles stond klaar in de koelkast inclusief ontbijt voor morgenvroeg. Voor elk een portie. Wat een service. Voor het avondeten bezoeken we gedrieën de Tännforsen, de grootste waterval van Zweden. Wat een natuurgeweld, wat een kracht en schouwspel. Sjlaop ze.
Zaterdag 8 juni
Ristafallet - Åre 23 km
Wat eerst veraf was...
Wat geblindjdeerde ramen waal neet kenne doon..
Dat was het eerste wat ik gisteravond bij terugkomst in onze hut heb gedaan. Mijn donkere handdoek voor de deur hangen, zodat er geen licht meer door kon. En het heeft gewerkt. Allebei heel goed geslapen. Gisteravond hebben we lekker gegeten in het restaurantje van de camping. Rendierenvlees met een wildbessencompote, een salade en frietjes. Alles weggespoeld met een witte Rioja wijn. Camino-geveul môs ze der inhaaje. Het smaakte voortreffelijk. Vanmorgen op tijd ontbeten, wat uitgedroogd brood met smeerkaas uit de tube. Om half acht doe ik de sleutel van onze hythe in de sleutelbox en weg zijn we. Het zou een dag worden waar werkelijk niks liep. We missen afslagen, gaan een weg volgen die we niet moeten volgen en de markeringen, ze wijzen ons overal heen. Het enige mooie is dat de bergen met sneeuwresten steeds dichterbij komen. Wat eerst veraf leek, is nu ineens heel dichtbij. De omweg door Undersåker hadden we ons kunnen besparen. Lopend door het bos worden we d.m.v een bord er op geattendeerd dat er bij Åre camping koffie te krijgen is. Nao väöl gesjravel komme veur aan biej de camping. Maar helaas....gesloten, weg moekefoek. Er komt een vrouw aangelopen die even met ons babbelt. Ze loopt ook deels stukken van het Olavspad. Hier blijft ze nu twee dagen en gaat dan weer een stuk verder met bus/trein. Ze heeft veel last van haar knieën.
Over een uitermate slecht pad langs de E14 gaan we verder. Nee dit is niks en Rùna klaagt over pijnlijke voeten. Blij zijn we als we tegen half twee bij een pizzeria op het terras neerploffen. Ik heb het ook helemaal gehad. Maar we zijn er nog lang niet. Slaapplekken vinden wordt moeilijker. Hier in Åre hebben we tot gisteravond alles afgebeld voor een bed, Maar helaas... njente, nada, noppes, nieks. Dan maar Booking.com geraadpleegd. What ever the price, we will sleep this evening. Ik vind een kamer in het Fjällgården Ski-In Ski-out hotel, inclusief ontbijt. Deze boeken we direct. Euver de pries laote veur ós neet oet. Later zie ik dat dit hotel tegen de berghelling ligt. Dus dat wordt nog aardig wat klimwerk. Bij de pizzeria bestellen we ook maar wat te eten. Vanmorgen een mail van het hotel gekregen dat restaurant en bar gesloten zijn en dat het ontbijt summier zal zijn. Geweldig, er zit vandaag toch al vanalles tegen. De glutenvrije pizza is lekker, wel aan de grote kant. Maar hij gaat er toch helemaal in. Rùna heeft een kipsalade met brood. Ook zo'n enorme hoeveelheid. Met een alcoholvrij bier er bij smaakt het ons goed. Dan zegt Rùna dat ze naar het hotel met een taxi wil. Een goed idee. Ik regel dit door een taxi staande te houden die van de Coop komt. Vraag hem of hij ons over driekwartier naar het hotel wil brengen. Intussen is de vrouw van de camping aan komen lopen en samen drinken we nog gezellig een pilske. Dan komt de taxi en tien minuten later zijn we boven bij het hotel. Door de verkregen code zijn we zo binnen. Op de balie ligt een envelop met mijn naam. Hierin zit de sleutel van onze kamer. Een mooie ruime kamer en voorlopig kom ik hier niet meer vanaf. Slaop ze.
Ronja de roversdochter
De watervallen Ristafallet waren het decor voor enkele scènes uit Ronja de roversdochter, het boek van Astrid Lindgren uit 1981, dat in 1984 september is verfilmd. In dit verhaal dat zich afspeelt in het decor van middeleeuwse legendes, is Ronja de dochter roverhoofdman Mattis. Hun familie is de aartsvijand van de roversfamilie Borka, maar Ronja sluit vriendschap met hun zoon Birk, zeer tegen de wil van de families in. Door de vasthoudendheid en overtuiging van Ronja en Birk worden de families tot elkaar gebracht.
Vrijdag 7 juni
Mörsil - Ristafallet 21 km
Wat een energie voel je hier
Nao ut ontbijt in ut huuske van de priester zien veur op tiëd weg. Vandaag zal het zo'n 24 graden worden en volgens de gids belooft het een mooie tocht te worden naar de Camping Ristafallet. De route slingert zich dan weer links dan weer rechts langs de E14. Gelukkig maar kleine stukken er over. Veel gaat over bospaadjes en dat hebben we graag. Want angers doon mien voeten zoewe zeer. Via Hembygdsgård met stempel lopen we via de camping Strandgården richting Järpen. Onze eerste grote stop houden we hier met een lekkere bak koffie. Vervolgens steken we via een oude brug het water over. Vanaf Järpen gaat het alleen maar door de bossen, oh wat genieten we hier van. De letste daag genóg veur terrevraeter gesjpeeld. Maar het is puffen over deze paden. Steeds omhoog en omlaag vreet energie. Energie die ik gisteren grotendeels heb verbruikt. Mede ook door een flinke hypo gistermiddag. Maar we gaan er weer voor. Eerst eten dan meten, een regel waar ik soms moeite mee heb. De mooiste paadjes zijn toch steeds weer de "geitenpaadjes" door de dichte bossen. Altijd in de schaduw en dat is fijn lopen. Tussen Mörsil en Järpen zijn de ruïnes van de verdedingingswerken stille getuigen voor wat zich hier in de 16e en 17e eeuw heeft afgespeeld. De temperatuur is toch erg warm, maar we moeten vooruit. Bij de kerkruïne van Undersåker houden we weer pauze. Ook hier is een mooie stempel voor in de credendial te krijgen.
Aangekomen bij Hållandsgården, waar je ook kunt overnachten, bezoeken we een staafkerkje met losstaande houten toren. Gebouwd in 1999 naar een model van een oude staafkerk. Het is open en wat straalt het een rust uit hier binnen. De paar banken die er staan, zijn bedekt met rendierenvachten. Een unieke plek hier, waar we dan ook alle tijd voor nemen.
Op een stuk rots staat een tekst: Du är Älskad (jij bent geliefd). Hierna steken we de E14 en het spoor over en dalen af naar de rivier Indalsälven. Waar we een absoluut hoogtepunt gaan bekijken n.l de: waterval Ristafallet. Bij het naderen, horen we al het geweld. Over een mooi paadje lopen we langs de rivier richting dit geweld. Wat een kracht zal het water wel niet voortbrengen. Mijn camera maakt overuren. kniIch weit neet waor ich ut iërs mòt kiëke of mòt knippe. Langzaam naderen we de waterval zelf. Het hoogtepunt. Oh my God, zeg ik tegen Rùna. Wat een geweld aan water dat zich hier 15 meter omlaag stort. Ik geniet er van, zo'n natuurgeweld waar je bijna met de neus in staat. Dan slaan we links een bospaadje in naar de Camping. Trouwens de route onder langs dit spektakel is gemerkt met schelpen. Bij de camping aangekomen lopen we naar de receptie. Hartelijk worden we welkom geheten door de dochter van de Nederlandse eigenaar. We drinken eerst ons aankomstpilske en we kunnen ook vanavond hier eten. Een mooie hut krijgen we, tevens de code voor de sanitaire voorzieningen. Mooi dat deze vlak naast onze hut ligt. Na onze dagelijkse 'things to do' gaan we terug naar het restaurantje om ons schrijfwerk te doen onder het genot van een lekker bakkie koffie. Dit is het voor vandaag. Geur sjtrakkes, sjlaop ze.
Donderdag 6 juni
Wängen Wärdhus - Mörsil 28 km
Lang, zwaar en heet
Vanmorge as ich om zes oer opsjtaon zekg ich taege Rùna, ut kös waal ens eine heite daag gaon waere. We zijn daarom al vroeg uit de veren. Willen als het kan om zeven uur weg zijn. Het keukenpersoneel heeft aangeboden om ons ontbijt in het hotel neer te zetten in de keuken. Dan kunnen we gaan wanneer we willen. Zo gezegd, zo gedaan. Het ontbijt is lekker. Aan alles is gedacht. Van het fruit doe ik 2 appels in de rugzak voor ongerwaeg. De glutenvrije broodjes die over zijn passen er niet meer in, aangezien mijn jack er in moet. Tien over zeven zijn we weg, voor wat later zal blijken een lange, hete en zware dag. In mijn wandelgids wordt er nog opgewezen. Let op!! In Tann gaat de route na een paar huizen rechtsaf het bos in. En dit missen we dus. Via google maps vinden we de weg naar Hellenberg. Daar boven loopt ergens de route. Het wordt in lange en pittig klim naar boven over een gitzwart pas vernieuwd gravelpad. Gelukkig is het goed aangereden. Bijna boven zien we de gemarkeerde Olavsweg van rechts ook op dit pad uitkomen. How can...We don't see it. I don't nog Rùna. Maybe we not awake thuis morning. Boven op de Hellenberg nemen we een pauze. Dan volgen we weer de orginele route richting Kluk. Hier is een tankstation met winkeltje. Misschien dat wecer koffie kunnen krijgen. Maar helaas, vandaag is het de nationale feestdag van Zweden. Dus toe, nae pot toe. Ja, dan maar verder onder de koperen ploert die genadeloos aan de hemel staat te schijnen. 27 Graden zijn het en we puffen wat af. Wat blij zijn we als we af en toe door het bos kunnen gaan. Toch verlopen we ons weer. Schijnbaar in het bos ergens niet zitten op te letten. Door regelmatig "Mary" te raadplegen komen we ook uit. We staan ineens op het erf en worden verwelkomt door een jonge vrouw, Lisa. Hello pilgrims zegt ze. Ze vraagt of we de weg kwijt zijn, want ze wijst ons dat die daar achter loopt. But come with me, en ze wijst ons waar we heen moeten. Ook wijst ze ons een hele lange weg door de bossen. That's were you go zegt ze. Oh my God zegt Rùna, how long is it. 14 Kilometer zegt Lisa. We lopen verder en een goed kwartier later vinden we de afslag en markering naar die weg. We dalen af door een wei en plots roept Rùna: Ger coffee. Hiej koffie dink ich. Wao haet ut dae den gezeen. Een oude man roept en zwaait koffie, koffie. Dat laten we ons natuurlijk geen 2x zeggen.
Zo zitten we bij Birger Bjornfot buiten tussen de rommel aan de koffie. Van oorsprong komt hij uit het grensgebied Lapland, Zweden, Finland. Hij praat een mengelmoes van wel drie tot vier talen dooreen. Zweeds, Duits, Engels en Fins. Helemaal alleen woont hij hier en is 79 jaar. Hij laat ons vanalles zien, vooral een van zijn huizen waar we zelfs kunnen blijven slapen zegt hij en ook nog voor niks. Maar bij het zien van dit huis uit 1680!! Bedanken we er voor. Wat een janboel, waat eine kraom. We vertellen hem maar snel erbij dat we vanavond in Mörsil slapen. Maar dat is nog ver zegt hij. Dan komt hij aangelopen met een hele map met papieren, foto's en brieven. Allemaal van pelgrims die hem iets gestuurd hebben. Bij zijn zitje is een mooi bloemperkje met een wit kruis erin. Aan dat kruis hangt een foto waar hij op staat geknield bij een grafsteen. Hij braselt wat, maar ik denk dat dit het graf is van zijn overleden echtgenote. We komen er niet achter. Hij laat foto's zien van pelgrims uit alle continenten die hem deze hebben gestuurd. Ook wij gaan met hem op de foto. Ik stel mijn camera op automatisch in over 10 seconden. Met Rùna in het midden knippen we een mooie foto en geloven hem deze op te sturen. Dan wordt het tijd dat we opstappen, maar hij wilt ons nog vanalles laten zien. Vooral zijn eigen gemaakte sauna. Kunnen we uitproberen zegt hij. Och Birger, ut is al heit genóg boeëte. De rugzak gaat op de poekel en dan nemen we afscheid van deze zonderling denk ik. God wiej helse ut hiej oët. Als we op die eindeloze weg uitkomen denken we beiden van: och waas ich mer biej mooder thoes geblaeve.
Bij Bleckåsen staat een gedenksteen voor de vredesonderhandelingen van 1809. Denemarken - Noorwegen en Zweden waren verwikkeld in een van de Napoleontische oorlogen. De Denen waren op Skåne uit en de Zweden op een del van Noorwegen. Hierbij Bleckåsen werd de wapenstilstand gesloten. Tevens is hier een stempel. Als we hier even zitten komt tot onze verrassing Birger aan gereden. Hij wilt ons hier nog vanalles over vertellen. We luisteren even en dan gaan we toch verder. We hebben tenslotte nog zo'n 12-13 km te gaan. Deze weg is een verschrikking. Niet dat er veel verkeer op is maar de venijnige hellingen en de lengte. Verrast worden we als we af en toe van deze weg het bos ingestuurd worden. Smalle paadjes parallel aan deze weg zijn een genot. Lekker in de schaduw en het is en genot om deze te lopen. We höbbe al genöch asfalt gehad vandaag. Mooi plekken om te pauzeren zijn er gelukkig genoeg in het bos. Uiteindelijk komdn we om half vier aan in Mörsil bij de supermarkt. Voor vanavond moeten we nog wat eten kopen. Hier pauzeren we ook een tijd, omdat we niet voor vijven binnen kunnen op onze slaapplek. Deze is in een huisje op het erf van de priester hier, Kerstin Strömberg. Als we hier tegen half vijf aankomen, hangt buiten aan de weg de Nederlandse en IJslandse vlag al te wapperen. Hartelijk worden we hier ontvangen door Kerstin en Anne-Marie. Ze verteld het een en het ander binnen en dat de Wi-Fi code op tafel ligt. Maar ze verteld er ook bij dat de Wi-Fi buiten werk direct bij haar huis wat 30 meter verderop ligt. Tegen zessen eten we onze magnetron maaltijd en ik merk dat ik behoorlijk moe ben. Onze was is intussen ook droog en dat is meegenomen met deze warmte. Vanavond op tijd naar bed en hopen maar dat we een beetje slapen. Aan de "middernacht zon" wen ik nooit. Om elf uur s'avonds gaat ze onder en om drie s'morgens komt ze weer op. Sjlaop ze.
Woensdag 5 juni
Vaplan - Wängen Wärdhus 18 km
Het paardencentrum
Wat ein lol en vanmorge gisteraovend biej het diner en vanmorgen biej ut ontbijt. Sonja en Lars zien super lieve mensen, die het de pelgrim echt naar hun zin willen maken op Vaplansgård. Hoewel het een heel oud huis is, Lars is de derde generatie die hier woont, zijn ze al jaren aan het renoveren. Hij doet alles zelf en onze slaapplekken zijn al klaar en mooi. Gisteravond bij het diner was het een vrolijke boel. Een broer van Lars, die hier inwoont, zit er ook gezellig bij. De broers doen hun uiterte best om met ons in het Engels te communiceren. Voor Doris is dit geen probleem. Het diner is eenvoudig maar heel lekker en speciaal voor mij heeft ze glutenvrij gekookt. Dikke rode aardappelen met schil, salade, wortelen en een bessencompote voor over de vleesballen die gemaakt zijn van rendierenvlees. Daarbij water met daarin schijven citroen en slangkomkommer. Natuurlijk wordt de pils niet vergeten en het is een lekker pilske n.l een: Jämtlands Bärnsten gebrouwen in de kleine brouwerij in Pilgrimstad en een beetje amber van kleur. Als toetje heeft Doris een rabarber taart, heet uit de oven. Verrukkelijk ,werkelijk zo lekker. Na het eten neemt Lars ons mee naar een plaats met een bancomat. Òs kroene zien op, hoegtieëd veur nieëje.
Het is een ritje van een half uur op en neer. Maar we zijn weer voorzien. Doris werkt met oudere mensen vier dagen per week. Lars is denk ik iemand, die van alles doet. Zo is het ook. ’s Morgens( of liever gezegd ’s nachts) om EEN uur staat hij op, om in deze weidse omgeving de krant rond te brengen tot een uur of zes. Verder handelt hij in brandhout m.n berkenhout, het populaire brandhout hier dat op maat geleverd wordt. Vanmorgen kunnen we om acht uur ontbijten. Met zijn vieren zitten we gezamenlijk in de gooi kamer. Het ontbijt is voortreffelijk. Gekookte eitjes, kaas, worst, jam, noem maar op, het is er gewoon. Zelfs 2 soorten glutenvrij brood en crackers. We kunnen ook als we willen een lunchpakket maken, wat we ook doen. Aan tafel wordt weer gezellig gewazeld, alsof we elkaar al jaren kennen. Maar ook voor ons is er een tieëd van komme en unne tieëd van gaon. Hartelijk nemen we afscheid van deze geweldige mensen. Tack så mycket. (heel hartelijk bedankt) Tien voor negen lopen we aan, op weg naar het paardencentrum Wängen Wärdhus. Hier hebben we in een van de hostels aldaar een kamer geboekt.
Het is niet zo'n lange route, maar wel een met een heel lang stuk asfalt er in. De zaole versjliete wiej sjnieëje veur de zon. Direct na de start vandaag vinden we de stempel bij een preuverie voor rum. Jaomer genog is de tent gesjlaote! Vandaag hebben we bijna de hele route een prachtige view op het Alsensjön meer. Het begin is dan ook prachtig door mooie bossen. Hierna volgen we zes km de asfaltweg om gelukkig weer ergens het bos in te duiken. Dit pad leidt naar Glösa Älgrike, een plek waar 6000 jaar oude rotstekeningen te zien zijn. Informatieborden wijzen ons op deze prehistorische overblijfselen. Bij het bezoekerscentrum aldaar is koffie te krijgen en dit te bewonderen. Maar helaas, bij aankomst is er geen mens te zien. CLOSED staat groot op de deur. Dao geit den ozze lekkere koffie. Na dit bezoek aan Glösa Älgrike vervolgen we ons pad hier deels over het 'bruiloftspad' Dit pad, al vanaf 1809 bekend, werd gebruikt om naar de top van de Honingsberget te lopen. Op de top is er een uitzicht op 7 kerktorens. Wanneer er een meisje ging trouwen uit deze regio werd er een feestje georganiseerd op de Honingsberget. gelukkig gaat het Olavspad niet naar boven maar dalen we door de bossen af naar de asfaltweg. In die bossen pauzeren we nog eenmaal bij een aantal hutten met informatie over de jacht op rendieren. Aan 2 hutten bengelen aardig wat bijeen gebonden onderpoten van deze dieren. Waarvoor!? Eenmaal weer op pad begint het te ziemelen. Een laatste klim brengt ons naar Wängen Wärdhus, een groot paardencentrum met hostels en een hotel.
Bij aankomst melden we ons bij de receptie. Hier krijgen we onze sleutel voor de hostel die een stukje verderop ligt. De dames overleggen nog even en dan moeten we de sleutel inleveren. We krijgen n.l een kamer in het erlangs gelegen hotel. Wat een luxe. Er wordt ons verteld dat in de hostel vanavond een grote party is. Voor pelgrims die rust moeten hebben is dit niet fijn. Geliek höbbe ze. Tussen 16.00 - 17.30 uur kunnen we van een buffetje eten. Dit kost 90 Skr. Wel wat vroeg, maar dit heeft alles met de party te maken. Maar eerst drinken we een potje bier en dan de gebruikelijke rituelen. Om half vijf gaan we eten. Ons bij de prijs inbegrepen ontbijt (speciaal voor pelgrims) wordt op ons verzoek vanavond laat in de keuken van het hotel neer gezet. Fijn is dat, zo kunnen we morgen op tijd vertrekken voor een hele lange dag. Veur strakkes, sjlaopse.
Dinsdag 4 juni
Rödön häste - Vaplan 19 km
Het gaat goed (auch met de inkel)
Vannach druimde ich weer. Ut roeje hoes 146 en 2 paerd dreije door miene kop. Helena is al om zeven uur de deur uit. Ze heeft mij gisteravond een sleutel gegeven om het huis te sluiten als we gaan. Om half acht ontbijten we, pakken hierna de rugzak in en om kwart over acht zijn we op pad. Het is prachtig weer met een aangenaam zonnetje. Onder het ontbijt heb ik de route nog eens bestudeerd, maar we ontkomen er vandaag niet aan. Twee lange stukken asfalt met daar midden tussen gelukkig een lang stuk door de dichte bossen. Door de bossen is het prachtig lopen.
(Hier schrijf ik nog over.) We houden regelmatig een korte pauze. Komen ongerwaeg langs de Olavs Källa (bron) met stempel en bij de Näskott kyrke houden we met 4 Italiaanse fietsers een lange stop. Weer op de asfaltweg gekomen lopen we in een ruk door naar Nälden. Hier ligt een grote supermarkt en er moet rantsoen komen voor de komende dagen. Het zal puzzelen worden de komende dagen en maar hopen dat alles een beetje uitkomt, zoals we het graag zouden willen. Anders worden het misschien dagen met veel kilometers.
We kopen toch maar niet teveel. Ut mót allemaol op de poekel. Buiten op een bankje lunchen we met o.a. de lekkere pudding die we net gekocht hebben. Dan maar weer verder, op weg naar Vaplansgård in Vaplan. Dit heb ik gisteravond gereserveerd. Op mijn vraag aan de gastvrouw of we misschien mee konden eten en morgenvroeg ontbijten was haar antwoord: Yes you can. Ik vertel haar dat ik gluten fritt dieet heb. No problem. Nou det is nog ens fijn. De boerderij ligt een stukje achter Vaplan aan het water. Als we denken dat we er zijn, is het toch nog een heel stuk verder. Maar met vragen en bellen komen we er uiteindelijk. Hartelijk worden we buiten ontvangen door Doris en Lars. De boerderij lijkt de beste jaren te hebben gehad, tenminste de buitenkant. Binnen schrik ik ook even, is dit een bouwval? Maar Lars zegt dat hij bezig is met een grote renovatie. Onze kamers zijn in elk geval keurig, met opgemaakte bedden en een mooie douche. De gastvrouw is een lustige dame. Zij maakt grapjes in het Engels althans wat ik eruit kan opmaken. Aangezien we ook bijna geen geld meer hebben, gaat Lars na het avondeten met ons met de auto naar een plaats waar een bancomat is. Doris vraagt nog of we het een probleem vinden als zij vanavond mee eten met ons. No problem, zegt Rùna. Nu zitten na een heerlijke douche lekker in het zonnetje op een bank beiden ons verslag te schrijven. Sjlaop ze.
Maandag 3 juni
Östersund - Rödön Häste 24 km
Red house 146, 2 horses
Wat een weer vanmorgen. Regen en nog eens regen zie ik als ik naar buiten kijk door de raam van onze slaapkamer in de hostel (jeugdherherg). Toch om half zeven al opgestaan. Vanmorge höbbe veur om kloksjlaag ach oer ein aafspraok met Sonja. We ontbijten in de grote keuken hier en het smaakt voortreffelijk. Gisteravond alles gekocht in de grote supermarkt die hier zelfs op zondag tot tien uur s'avonds open is. Ook voor onze eigen warme maaltijd slagen we hier. Al is het een magnetron maaltijd. Mer dao is niks mis met. Na het ontbijt proberen we alles in de rugzak te proppen en dat valt niet altijd mee. Maar we zijn er klaar voor en lopen naar beneden om daar op onze afspraak te wachten.
Klokslag acht uur komt ze aan lopen.
Sonja is een webdesigner en houdt deze ook bij. Daarbij doet ze ook nog aan fotograferen. Een dag of vier geleden nam ze contact met mij op voor een interview voor de website van de Olavleden in Zweden. Dat vonden we beiden wel leuk om te doen. Zij weet wel een koffiehuis dat al vroeg open is. Daar zitten we nu met een heerlijke bak leut voor ons. Ze vraagt van alles en nog wat over onze pelgrimage hier in Zweden. Wil weite hoe eine Ruiverse met een Ieslandse aan de wanjel ken gaon. Hoe ons de Olavsweg hier bevalt. Of we al meerdere pelgrimstochten hebben gelopen. Zijn we spiritueel of houdt het geloof ons ook bezig. Hoe communiceren wij en ga maar door. Heel leuk is dit en het doet ons goed met deze vlotte meid te praten. Om kwart voor negen gaan we met haar naar buiten en lopen naar het water toe. In een parkje hier neemt ze nog enkele foto's van ons. Dan overvalt ze ons een beetje. Ze vraagt ons om kort iets te willen vertellen dat ze dan met de camera opneemt. Ich zegk taege um, det gesjtuntel hoofs ze nurges op te zetten. We nemen afscheid en zien wel wat het geworden is op de website van de Olavleden.
Negen uur is het geweest en eindelijk zijn we nu echt op pad. Als we het kleine Ändsjön natuurreservaat inlopen worden we getrakteerd op een vogelconcert. Het is een waar vogelparadijs. Jammer dat we door de nattigheid niet tot bij het water of de uitkijkposten kunnen komen. Hier zitten niet minder dan 90 vogelsoorten. En paar noem ik er: roodkeelduiker, goudplevier, ruigpootuil, visarenden, grauwe franjepoot. Door een mooi bosgebied komen we uit bij de Frösö kyrke. Hier houden we in de kerk een langere pauze. Ook bij deze kerk weer een bijzondere houten alleenstaande toren. Hij straalt iets mystieks uit. Door deze toren is het hier een geliefde plek om te trouwen. Binnen in de kerk een prachtig oud houten beeld van de heilige Olaf. Fijn dat deze kerk open is.
Weer op pad volgt een oersaai stuk o.a. langs een vliegveld. Het is niet anders maar wel vijf kilometer asfalt op weg naar de brug. Op mijn gps zie ik een weg door het bos en langs het grote Alsensjön meer dat ook uitkomt bij de brug. Deze weg nemen we en wat is het mooi als we langs de oevers van dit imposant meer lopen. Bij de brug aangekomen krijgt Rùna al de kriebels. Ten eerste is het een lange brug. Ten tweede is het een brug met een hoge boog in. Rùna heeft last van hoogtevrees. Ze vertelt me dat ze in een vliegtuig altijd de stoel aan het gangpad neemt. Veilig en wel aan de overkant gaat het over mooie paden door de bossen richting Rödön. We merken dat we moe worden en willen bij de kerk daar pauzeren. Bij aankomst is deze echter gesloten. Dan maar buiten in den ozel op een bankje pauzeren. Bij de oude pastorie langs de Kyrekestallar (kerkstallen) hangt een stempelkastje. Natuurlijk siert deze stempel onze credential.
Ja, dan moeten we opzoek naar: red house, 146, two horses. Dat vertelde Helena mij zaterdagavond bij het reserveren. Straatnamen kennen ze hier niet. Ik zoek op Google, vraag aan een jonge man op het kerkhof of hij iets weet, of dat de naam Helena hem iets zegt. Ich dink, dae vreug ze tog. Maar helaas. Dan gaan we maar verder en hopen maar op een beetje geluk.
We komen op een lange weg uit en zien daar een stukje verderop een man enkele palen in zijn auto doen. Als hij weg wil rijden roep ik: "hello, hello" waarna hij wacht op ons. Ut is de juuste man op de juuste plek. Als we hem vragen of hij weet waar Helena woont, zegt hij: Helena oh the woman with the horses. Yep. And she lives in a Red house 146 with 2 horses. Yes that's right. One km on the left side. Danke voor de hulp en een kwartiertje later zijn we er. Haar ouders staan ons al op te wachten. Pa staat al te zwaaien en te wijzen zo van: hiej is ut. Eenmaal binnen krijgen we boven een grote kamer met 2 bedden. Mooi is alles en zijn blij dat we er zijn. Een minpuntje: de Wi-Fi is kapot. Dan hebben we pech. Onze kleren gaan de wasmachine in, wat ook weer meegenomen is. Wij gaan elk ons verslag schrijven en om zes uur gaan we eten. Ennehu waat aete veur: magnetronries met ein kiessaus en saffraan. Zo dit is de hele dag een beetje. Veur zitte in ut roeje hoes met nummer 146 en 2 paerd. En dadelijk: sjlaop ze.
Zondag 2 juni
Brunflo - Östersund 14 km
Omdat het zondag is
Zonnesjtaole verwelkomme òs vanmorge as de gordien aope geit. Onze kamer heeft tenminste een raamverduistering en dat is oh zo fijn om te slapen. Na de gebruikelijke handelingen gaan we om kwart voor acht naar beneden voor het ontbijt. En wat hebben we een keus vanmorgen. Glutenvrije broodjes en sneetjes brood. De geur van vers gezette koffie en noem maar op. Gisteravond hebben we hier al lekker warm gegeten. Ons diner was heerlijk, met als een surprise een biertje erbij. Maar dit bewaren we voor na het eten. En den is det toch zo lekker hè, alsof ut bekende ingelke dich weer euver de tong piest. Als we ons ontbijt op hebben gaan de wandelschoenen aan. We bedanken de eigenaren hartelijk voor de goede zorgen en weg zijn we. Wat een prachtige plek hadden we hier. Vandaag gaan we naar Östersund. Een wandeling van maar 14 km, omdat het zondag is helemaal langs het Storsjön meer. In dit diepe meer zal het meermonster Storsjöodjuret wonen. Althans volgens de legende. Zo heeft Zweden ook het Zweedse monster van Loch Ness. Het zou een slangachtig monster zijn met een grote hondenkop en rugvinnen volgens de legende uit 1635. In 1986 haalde het zelfs de lijst van bedreigde diersoorten hier in Zweden. Kennelijk was dat iets teveel van het goede, want het werd weer snel van de lijst geschrapt. Veur höbbe hiel good opgelet, mer nieks kenne ontdekke. Jammer want ik had de camera al in de aanslag.
Ongerwaeg pauzeren we een keer en komen rond half twaalf aan bij de kerk van Östersund. De mis is net bezig en Rùna vraagt of ik mee naar de mis wil gaan. Natuurlijk ga ik mee, ook al is het een Evangelische dienst. Een mooie dienst met mooi gezang en orgelspel in een mooie kerk. Anders dan 'Oppe Ruiver' al komen we daar ook bijna nooit. Maar de grote lijnen in deze dienst komen overeen met een kerkdienst in een rooms-katholieke kerk. De voorganger, in dit geval een vrouw komt na de dienst naar ons toe. Ze vraagt of we pelgrims zijn op het Olavspad. Ja dat zijn we. Gebruikelijk is het hier bij deze dienst dat je na afloop brood met koffie krijgt aangeboden. Daar moeten jullie zeker gebruik van maken, zegt de vrouw. Dat doen we dan ook, want een bakkie leut gaat er wel in. Ook maakt ze ons attent op een stempel die buiten in een box aan de muur zit. Ik neem beide credentials mee en ga deze stempelen. Maar helaas, de box is leeg. Als ik weer binnen ben en het haar vertel, wordt alles in het werk gesteld om de stempel te vinden. Want geen pelgrimsstempel hier, dat kan niet. Ook na lang zoeken, vindt ze hem niet maar komt terug met een oude stempel van de kerk. Nou helemaal goed en ook nog een mooie ook. Aan Rùna zie ik dat ze genoten heeft hier. Zeker na het gesprek met de voorganger. Om half een nemen we afscheid en gaan op zoek naar de hostel cq jeugdherberg Ledkrysset. We vinden hem snel en melden ons bij de receptie. Inschrijven, betalen en naar de kamer toe. Dan de nodige aankomst rituelen, verslag schrijven en vanmiddag nog de binnenstad bezoeken. Veur sjtrakkes sjlaop ze.
Zaterdag 1 juni
Pilgrimstad - Brunflo 27 km
Opknappers of....
As ich wakker bön vanmorge, höb ich ein liedje in de kop: it's a Long long way down to Reno Nevada, it's a long way to our home. Beiden kloppen, maar voor ons wordt het ook een lange dag. Neet nao hoes, en auch neet nao Reno Nevada. Nee onze weg voert vandaag door bossen, gehuchten en langs de grote meren. Daar zijn we dan ook al vroeg voor op. Met mijn enkel wilt het maar niet vlotten. Wat ik ’s morgens het eerste doe de laatste dagen is enkel insmeren met Voltarengel en een stevig rekverband er om. Om zeven uur gaat de rugzak op de poekel en we zijn de deur uit van deze mooie pelgrimsherberg, om een paar honderd meter verder het bos in te duiken. Even een stukje geschiedenis: In het gehucht Svedje staat een oude Koningssteen met de opmerkelijke tekst dat Karl XIV Johan hier op 26 augustus 1835 heeft ontbeten. Karl XIV (1763--1844) was de eerste koning uit het geslacht Bernadotte, de koninklijke familie die nu nog op de troon zit.
De laatste dagen valt het ons op dat op veel plaatsen oude auto's staan. Verrot, geroest of nog functioneel. Zweden rijden volgens mij graag in grote Amerikaanse sleeën. We zien ze regelmatig staan en mooi opgeknapt. Maar de meeste die we zien zijn oude Volvo's. In alle uitvoeringen komen we ze tegen, of staan ter plekke weg te roesten. Zullen we maar zeggen dat het opknappers zijn of.... In Linehäll maken we de doorsteek tussen 2 meren. We lopen links van het Hållslasjön meer en moeten naar de andere kant om rechts langs het Bölessjön meer te komen. Een mooi pad door de bossen langs het meer volgen we, tot we in het gehucht Balsta weer naar de linkerkant van het Homsjön meer doorsteken. Ook hier een stuk langs het meer en dan weer de bossen in. Prachtig wandelweer hebben we vandaag, met gelukkig niet die koude wind recht in je snuit. Als we in het gehucht Slåtte aankomen zien we al van ver een bank staan met een stempelkast erbij. Goed 50 meter ervoor is warempel een kleine bloemenzaak met allerlei snuisterijen en natuurlijk bloemen.
Een vrouw is druk bezig het openen van haar zaakje. Ze vraagt ons of we koffie willen. Haar dochter verzorgt een koffiehuisje waar ook wat lekkers voor bij de koffie te krijgen is. De vrouw vertelt in geuren en kleuren over haar zaak en....de liefde voor oude auto's. Hier staat me dan ook wat. Zelf rijdt ze een witte grote Amerikaan. Ut kós waal eine vleeger zien. Haar beeldschone dochter met mooi lang blond haar en dus een echte Zweedse is net 18 jaar geworden en ook al in bezit van een 'old car'. Ze vertelt ons dat de koffie bijna klaar is. Runa en ik kijken wat rond en zien er een karkas van een heel oude Spider staan. De vrouw laat ons foto's zien hoe deze er in de zomer uit ziet. Prachtig, het dak, de motorkap en zelfs binnenin is het een bloemenzee. Dét mòt op de foto, ook al zijn er nog geen bloemen op. De koffie is klaar. Beiden nemen we er wat lekkers bij. Oohh wat is dit toch een lekker bakje leut. Drie kwartier houden we ons hier op, maar dan is het 'time to go' zegt Runa. Op 'Mary' zie ik dat het nog 10 km zijn tot onze slaapplek.
We betalen de koffie en het lekkere gebak en vragen aan de dochter of ze dit zelf heeft gebakken. 'No my mum did it'. Dan zijn we weg. Ergens moeten we ongerwaeg het Olavspad verlaten om in Brunflo te komen. Het pad zelf loopt helemaal boven langs deze plaats. Maar met de GPS vinden we feilloos een afslag die ons naar de Coop en een bankomat brengen in Brunflo. Inkopen moeten we doen en kronen moeten we pinnen. Nadat alles gedaan is pauzeren we op het pleintje voor de Coop in een kiosk. Eten een lekkere net gekochte bosbesosen yoghurt en doen alle andere zaken in de rugzak. De laatste km van een lange dag komen eraan. We vinden een andere weg terug naar het Olavspad en komen langs de Brunflo kyrke. Een opvallende kerk met er naast een verdedigingstoren. Een zeldzame verschijning in deze streek. In Brunflo werd in de middeleeuwen de eerste en grootste christelijke kerk van Jämtland neergezet. Gelijkertijd was hier de zetel van de aartsbisschop. Hij bewaarde zijn waardevolle papieren en zaken in de robuuste toren.
Een ander gegeven is dat in de 12e eeuw het pelgrimeren een vorm van massatoerisme was geworden. Het is dan ook niet vreemd dat de kerk op de route naar Nidaros lag en gewijd was aan de heilige Olaf. De huidige kerk stamt echter uit 1775. Binnen ligt een mooie stempel voor in onze credential. Na dit alles te hebben gezien gaat het verder naar onze slaapplek het B&B Sörbygården. Deze ligt helemaal aan het einde van Brunflo. Schijnbaar is er voor pelgrims geen andere slaapplek hier. Gisteravond heb ik deze plek geboekt met alles erop en eraan. Dus slapen, diner en ontbijt. Bij aankomst worden we verrast door dit mooie gebouw. We worden welkom geheten door de vrouw des huizes, betalen, stempelen en rap naar onze kamer toe. Afspraak is dat we om half zeven kunnen eten. Mooie tijd. Nu douchen, verslag schrijven, koffie drinken en op tijd naar bed. Sjlaop ze
Vrijdag 31 mei
Gällö Camp Viking - Pilgerstad Vandrarhem 21 km
Wijnproeverij, sjnieëje, hagel en raegen.
Eine krakende inkel zorgt der veur dét ich om 4 oer vanmorge boete aan ut water sjtaon met miene camera. Een prachtige zonsopkomst dient zich aan en dat moet op de foto. Ook Runa blijkt al wakker te zijn. Aangetrokken en al kijken we hierna en laten de zonnestralen op ons schijnen. Het voelt ook nog warm aan. Het schijnt ook hier in Zweden niet echt nacht te worden. De lucht is staal blauw en wie weet misschien de eerste aangename dag vandaag. Als we weer de hytte induiken, die lekker warm is, kruip ik weer in bed. Maar van slapen komt niks meer. Och wat maakt het ook uit, gisteravond lagen we er al om kwart over acht in. Het regende piepesjtele toen we na het eten terugliepen naar ôs hytte. Onder het eten was er een wijnproeverij voor leden van een motorclub die hier een kleine meeting morgen hebben. Een man zette overal 4 wijnglazen neer en een bordje met paprika, komkommer, sla en alles zeer miniem. Mijn glutenvrije pasta was heerlijk. Dank je Petra, dat je voor mij hebt willen koken. Ook de lasagne van Runa smaakte haar goed.
Voor dat de heren binnenkomen schenkt de man alle 4 de glazen vast vol, met 2x rood en 2x wit. Wienpreuverie!! Dan komt het gezelschap binnen. Ze zijn met ongeveer 30 personen, mannen en vrouwen. De wijn komt uit kartonnen dozen. Wienpreuverie!! Alles gaat in het Zweeds, verstaan doen we er niks van. Als dan het eerste glas ter hand wordt genomen, gaat dit bij verschillende mannen in drie slokken naar binnen. Zo gebeurt het ook met de resterende glazen wijn. Wienpreuverie!! Kwart voor acht zijn we al op pad naar Pilgrimstad. Een toepasselijke naam voor pelgrims op het Olavspad. In Gällö willen we inkopen doen maar helaas de supermarkt gaat pas om 9 uur open. En het is te koud om hier 3 kwartier te staan wachten. 5 Graden en niet meer is het. Snel gaan we verder om even verder te stoppen voor regenhoes en regenpak. We worden overvallen door een ijskoude bui, met van alles er in. Regen, sneeuw en hagel met daarbij nog een striemende wind. Blij zijn we als we het bos in gaan. Hier is tenminste beschutting. Kort maar krachtig die bui. Maar de koude wind blijft. Een echtpaar dat we tegenkomen, maakt ons er attent op om niet de variant te lopen. Dat waren we ook echt niet van plan, om meer kilometers te maken. Maar bedankt voor de tip.
Tegen tien uur komen we aan bij de kerk van Revsund. Een mooie kerk uit 1870 met binnenin nog objecten uit de 12e eeuwse kerk die op dezelfde plek stond. Helaas is alles gesloten. Maar we hebben geluk dat een man, die met een collega aan het werk is, een sleutel heeft. Hij vraagt of we de kerk willen zien. Ja graag, al is het ook maar om uit die koude wind te zijn. Binnen is het aangenaam warm. Volges mich dreijt hiej de verwerming op volle toere. We krijgen wat informatie en dan gaat hij weer. Als we gaan moeten we het even zeggen. Een mooie grote maar sobere kerk van binnen. Hier nemen we dik drie kwartier pauze. Ut is toch zoeëwe lekker werm hiej. Bijna elf uur en we gaan rap verder. Ongerwaeg krijgen we een geweldig mooi stuk onder de voeten. Bijna 6 km lang over een geitenpaadje dat tegen een berghelling ligt met links van ons het Grimnäsfjärden meer. Pad gaat door dichte bossen met dikke stenen die begroeid zijn met mos. Werkelijk een fantastisch mooi pad, waar je goed moet kijken waar je je voeten neerzet. Dét zal miene inkel sjoeën vinje. Ben benieuwd vanavond hoe hij aanvoelt.
Als we dit stuk achter ons hebben ben ik Runa kwijt. Ik lig wat te klooien met mijn telefoon en mis zo een afslag. Ik heb meer aandacht voor berichtjes over eventuele reserveringen dan voor de markeringen. Runa is in geen velden of wegen te bespeuren. Ik loop een stuk terug maar zie haar nergens. Dan zet ik de handen aan de mond en roep 2 keer: Runaaaa, Runaaaaaaa. Dan hoor ik haar ergens. Ik loop nog een stuk terug en kom uit bij de markering naar een bruggetje die ik gemist heb. Hier sla ik in en zie Runa verderop staan.
Zij was in de veronderstelling dat ik nog steeds achter haar liep. Samen lopen we dan de laatste 4 km in een strak tempo door naar onze slaapplek in het Vandrarhem in Pilgrimstad. Net op tijd zijn we binnen, als het weer begint te regenen. Hier is niemand thuis, maar ik heb de code van de deur gekregen. We installeren ons, warm is hier wat anders en ik heb alleen maar een pak glutenvrije spaghetti en wat brood. Dét wuürd ein lekkere pastasjotel vanaovund! We zullen wel kijken wat we eten. Want buiten de deur gaan eten, forget it. Hier is niks, noppes te krijgen. Naar bed, naar bed zei duimelot en dat doen we dan maar ook. Sjlaop ze.
Donderdag 30 mei
Bräcke Jämtkrogen - Gällö Camp Viking 24 km
Tegen de regels, maar allee hè
Vannach höb ich mich get biejein gedruimt, wiej kumsse aan dae wazel. Droom ik dat ik in Lapland aan het lopen ben. Maanden geleden heb ik een stuk gelezen over de "Kungsleden". Jullie zullen je wel afvragen wat is de "Kungsleden". Dit is een oude "koningsweg" die begint in Lapland in Noord Zweden en gaat in etappes naar Hemavan in het zuiden. Hier loop je van hut naar hut en daar droomde ik over. Vooral droomde ik van de kuddes elanden die hier rond lopen. Overdag had ik er veel gezien in deze eindeloze vlaktes met nog veel sneeuw. In een van die hutten waar ik sliep word ik ‘s nachts wakker, staat er zo'n grote eland binnen. Opeens zit ik in ons hotel recht op in bed. Kijk wat verdwaasd rond en denk dat mijn bloedsuiker te laag is. Ik meet even, maar gelukkig is alles oké. Dan besef ik pas: de meeste dromen zijn bedrog.
Vanmorgen schuiven we aan bij het ontbijtbuffet. Veel keus is er en wat heel belangrijk is de koffie. Heerlijk is deze vers opgezette koffie. Als ik na die droom nog niet wakker ben, dan ben ik het nu wel. Als we "vol" zitten gaat de rugzak op de poekel en zijn we weer op pad. Onze slaapplek is op Camp Viking. Een camping ook weer beheerd door Belgen, die gelegen is aan het Grimnäsfjärden meer. Zeker het eerste gedeelte tot Mordviken is prachtig. Hier pauzeren we in een bushokje gelegen aan een harde gravelweg. Soms vraag ik mij af, wat doen bussen op deze wegen. Maar ze rijden hier door bijna ieder dorpje of gehucht. Wat ook opvalt is dat de postbezorgers in hun auto het stuur aan de rechterkant hebben zitten. Hierdoor kunnen ze door het raam overal de post in de bussen doen zonder uit te stappen. Dan te bedenken dat er langs de soms lange gravelwegen heel wat bussen staan. Vaak wel tien, vijftien langs mekaar. Noem het maar een centraal punt. Huizen liggen verspreid er om heen.
Als we hier willen opstappen komt een ouder echtpaar aangelopen. Hiel biezonger, want doe zuus hiej gén kiep. Het vrouwtje probeert ons duidelijk te maken dat er vandaag geen bus komt. Ze spreken alleen maar Zweeds. Maar Runa is van alle markten thuis, dus ook met de taal. Ze maakt haar duidelijk dat we niet op de bus zitten te wachten, maar dat we te voet zijn op het Olavspad naar Trondheim. Verbazing alom en ze kijken elkaar vragend aan, zo van: kneute, sjeute kröge, die kenne ôs nog mier vertelle. De rugzak gaat weer op de poekel en verder gaan we met een "en trevlig resa" van de oudjes, wat zoveel betekent als: een mooie trip. De weg verandert in asfalt. Toch steeds weer langs het water. Prachtige vergezichten krijgen we over het Revsundssjön meer. De route voert ons naar een bijna 80 meter lange houten brug over de rivier de Gimån, die als we naderbij komen niet erg stabiel is. Hij blijkt dan ook voor de overstekende pelgrims gesloten. We worden omgeleid naar de grote weg om via de brug daar de oversteek te maken.
In Grimnäs zijn enkele mooie oudere gebouwen te bewonderen. Als we dit dorp verlaten komen we uit aan de E 14, de snelweg naar Noorwegen. Hier staat een oproep aan de pelgrims om niet meer de oude route te nemen. Er is een nieuwe variant uitgezet en gemarkeerd. Als ik "Mary" raadpleeg en de route die wij lopen uitzoem, is het duidelijk waarom deze variant. De oude route gaat de laatste 1,5 km langs de E14. Dit is een 2-baans weg met aan weerskanten een fietspad van 1,5 meter breed en met maar heel weinig verkeer op. Mér fietsers zuus ze hiej maar hiel weinig. We overleggen wat te doen. Tegen de regels in volgen we de "oude" weg. Als we dan later op deze snelweg uitkomen lopen we links hiervan naar Camp Viking dat langs deze weg ligt. Gelukkig hebben we het goed ingeschat en is er maar bar weinig verkeer op deze weg. Bij aankomst op de camping worden we hartelijk ontvangen door Petra, de Belgische beheerster. Intussen regent het buiten. We krijgen de sleutel van de hytte en 2 munten voor wasmachine en droger. Douchen, was in de wasmachine en de bistrobar in. Sjlaopze.
Woensdag 29 mei
Borgsjö Träporten - Kungsstugan - Bräcke 46 km. (24 km taxi)
De mooiste route
Hoor de wind waait door de bomen. Kent geur ut nach! Als ikvanmorgen door het gordijntje kijk van de hytte, zie ik grauwe lucht, regen en het waait behoorlijk. Mér goot det ich unne windjbuul bön. Dat belooft wat voor vandaag. Om 8 uur zijn we weg, op pad voor een lange dag door de bossen. Ondanks mijn pijnlijke enkel (good ingetapet) en het loslaten van mijn sensor voor de bloedsuiker te meten (ken gén zjweit verdrage) gaan we er voor. Jammer dat de sensor er af is. Was wel zo gemakkelijk om onder het lopen je bloedsuiker te meten, door met de meter langs je jas te strijken. Net 6 dagen gehouden, wel erg kort voor zo'n duur ding. Ik heb er nog een, maar deze bewaar ik maar voor de laatste veertien dagen. Want zolang gaat de sensor mee. Direct bij het begin van de route voor vandaag ligt de mooie kerk van Bräcke, met er naast een bijzondere houten toren. We brengen een kort bezoekje en dan de bossen in. Het zal een dag worden om te genieten. Ondanks de kou, de wind en de regen lopen we stug door, met ongerwaeg de nodige pauzes. Het eindpunt voor vandaag is de hut Kunsstugan. Een hut zonder ook maar enige voorzieningen. Dus geen water, toilet, douche, elektriciteit noem maar op. Gisteravond hebben we samen overlegd wat te doen. Een ding stond al snel vast, hier gaan we niet de nacht in. En zeker neet mit deze özzel. Op het toeristenburo op de camping regelt de dame een taxi voor ons. Wij lopen tot deze hut en gaan dan proberen om de grote weg te bereiken, waar de taxi ons om 4 uur komt ophalen. Hij zal ons naar Bräcke brengen 24 km verderop. Het is niet anders maar dat leek ons de beste oplossing. Twieëje oudjes laote verozele, dét is teväöl van ut goeie. Ongerwaeg genieten wij van een prachtig pad. Dan weer door dichte bossen met dikke bemoste stenen en smalle paadjes. Dan gaat het weer over brede paden, wat zich dan iets vlotter loopt. Soms een venijnige klim er in, maar och wat is het mooi. Om half drie komen we aan bij de hut Kungsstugan. Nee hier willen we zeker niet blijven. We stempelen onze credential en rusten er zo'n drie kwartier uit. Om kwart over drie zoeken we een weg naar boven naar de E14 waar de taxi ons oppikt. Het is even klauteren maar we staan er. Gelukkig is de taxi mooi op tijd en voor een zeer schappelijke prijs zet hij ons af bij hotel Jämtkrogen in Bräcke. Dit hadden we gisteren al gereserveerd, omdat er hier in dit dorp weinig keus is. Blij zijn we als we op de kamer zijn. Maar ook beseffen we goed dat er tussen Borgsjö en Bräcke bar weinig is. Terecht zegt Runa: we made a good choice. Sjlaop ze.
Dinsdag 28 mei
Fränsta Vila Stenhuset - Borgsjö Träporten 19 km
Pijnlijke enkel
As eine prins waer ich wakker, allein net neet in ein hemelbed. Tien uur geslapen, heerlijk. Alleen mijn enkel begint me te nègere. Gisteren al wat last van gehad maar vanmorgen voelt het niet lekker. Zeker bij bepaalde draaiingen van de voet. Maar we zullen zien. Na ons ontbijt lopen we nog even naar de coop. Ik heb brood nodig en yoghurt en Runa bananen en yoghurt. Raar dat in dit kleine plaatsje 2 supermarkten zijn. Als we terug zijn bedanken we de vrouw des huizes voor deze prachtige plek en dan zijn we weg. We komen direct al voorbij de prachtige kerk gelegen aan het meer. Maar natuurlijk dicht. Wel kunnen we bij een huis onze pelgrimspas laten afstempelen. Verder gaan we over mooie paden door bossen en langs heel veel water. We volgen lange tijd een bijzonder pad langs de rivier de Ljungan. Een historisch pad dat de naam draagt: Kärleksstigen, of te wel liefdes pad. Fijn is het om hier te lopen. Toch voel ik steeds mijn enkel bij een bepaalde draaiing. We hopen maar het beste. Via Ljungaverk en Johannisberg naderen we Östby. Na een eerdere pauze houden we hier ook een stop. Misschien wel goed voor mijn enkel. Dan volgen nog 4 kilometer asfalt naar de camping. Tegen half drie zijn we er. Een Belgisch stel beheert het allemaal hier. We krijgen de sleutel van onze hytte en zijn blij dat er een restaurant bij is waar we tot zes uur vanavond kunnen eten. Eraan vast ligt een toeristenbureau. Als we ons gedoucht hebben gaan we hier eerst heen. We hebben nog veel te regelen voor morgen. De dame hier helpt ons voortreffelijk. Morgen willen we zeker niet overnachten in Kungsstugan. Omdat hier niks is dan alleen maar een slaapplek. Je kunt er niet koken, niet eten, geen water, geen elektriciteit. They have nothing, zegt Runa. We krijgen het zo geregeld dat we hier naar toe lopen en ons daar aan de grote weg laten ophalen door een taxi. Om 4 uur is de afspraak. Hij zal ons dan naar Bräcke brengen. Hier zullen we dan opzoek moeten naar een slaapplek. Zo dit is het een beetje. We zitten nu in het restaurant aan os pilske en dadelijk gaan we, en det verzeker ich uch, lekker eten Veur strakkes, sjlaop ze.
Maandag 27 mei
Stöde camping - Fränsta villa stenhuset 27 km.
Een schitterend onderkomen
Een koude nacht in onze hytte op de camping. Mijn isoshirt heeft me warm gehouden. Desondanks heel goed geslapen. Als we ontbeten hebben en de zaak schoon is kunnen we gaan. Ja, er wordt van je verwacht om alles weer schoon achter te laten. Niks mis mee en voor ons geen enkel probleem. Kwart over acht stoppen we de sleutel van de hytte in de aanwezige bus bij de receptie en weg zijn we. Op weg gegaan voor een lange tocht. Ook vandaag krijgen we weer redelijk veel asfalt onder onze voeten. Niet echt prettig lopen is dat. Maar gelukkig ook mooie paden door de bossen. Weer veel langs het water, wat luistert naar de naam Ljungan. Aangekomen in Viskam worden we verrast door het 70 meter lange houten huis genaamd Långhus. Een oud huis waar vroeger een hotel, postkantoor, bank en winkels in waren gevestigd. Deze zijn allang verdwenen. Tegenwoordig zitten er wat jongerenappartementen in en wordt dit huis gebruikt als filmlocatie. De (blijkbaar) bekende film Miraklet I Viskam uit 2015 speelt zich in zijn geheel hier af. Over een mooi pad gaan we verder om bij de jeugdherberg Boda Borg te pauzeren voor onze lunch. We worden getrakteerd op een gratis beker koffie. De eerste sinds dagen. Alle dank naar de zoon des huizes die dit voor ons heeft geregeld. Ook komt hij nog met een stempel aan. Na een lange pauze gaan we verder. Jassen uit want de zon laat zich van de mooie kant zien. Over lange stukken asfalt lopen we naar Torpshammar waar we vlug doorheen zijn.
Ongerwaeg stoppen we regelmatig. Het wordt zwaar, zeker met de dertien kilo op mijn rug. Er zit nog veel etenswaar in dat we gisteren in Stöde hebben gekocht. Jao ongerwaeg mósse good eate angers kumpse neet wiet. En ik heb het nodig. Bananen en yogurt met muesli gaan er vlot in. Ons einddoel nadert voor vandaag. Laat ons nou de laatste kilometer nog op wat regen getrakteerd worden. Vlug schieten we de ICA supermarkt binnen voor ons avondeten. Dan rap naar Villa Stenhuset. Even zoeken waar het ligt maar met de hulp van een vrouw vinden we het snel. Ik bel aan en een dame op leeftijd maakt open. “Welcome Runa and Ger” zegt ze en geeft ons een stevige hand. Wat een groot huis. Ze neemt ons mee naar boven en als ze de deur van onze kamer open doet, valt onze mond open van verbazing. Wat een prachtige, schone, grote, mooie kamer met een opgemaakt bed. Maar dat is nog niet alles. Ze laat ons de keuken zien, de badkamer en de grote zitkamer. En als dat nog niet genoeg is, kunnen we ook nog gebruik maken van wasmachine en droger tegen een kleine vergoeding. Prachtig hoe we hier verwend worden. Dit moet je zien wil je het geloven. En de prijs! Voor ons een schijntje. Intussen is onze was schoon en droog, hebben we lekker gegeten, is ons dagelijks pilske al naar binnen. Waat mier ken men zich winse. Ondanks dat het veel kilometers waren is alles goed verlopen. Alleen moeten we de komende dagen niet meer zoveel aan etenswaar meesjouwen. Maar ja soms heb je geen keus. Nog efkes, ut zandjmenke begint al te sjtruije. Sjlaop ze.
Zondag 26 mei
Solgården Matfors - Stöde camping 21 km
Pad langs het Stödesjön meer
Tien oer gesjlaope vannach, dét duit den aaije good. Goede bedden met een lekker warm dekbed. Ja echt aangenaam is het weer nog niet. De nachten zijn koud. Zeker als je, zoals ik, alleen maar een lakenzak bij je hebt. Maar hopelijk heb ik dat goed heb ingeschat, en zijn er op de meeste slaapplekken wel dekens cq dekbedden. Zo was het in 2017 in Noorwegen ook. Want een slaapzak is toch weer extra gewicht. Runa heeft ook goed geslapen. Na het ontbijt ruimen we alles op, trekken de bedden recht en checken onze rugzak. Dan gaan we afrekenen. De heer des huizes maakt open en Majbritt komt net uit de badkamer gelopen met alleen een handdoek om, die wel alles netjes bedekt. We bedanken hun voor het mooie huisje wat voor een nacht van ons was, betalen en zijn weg. Kwart over acht is het en we gaan op pad naar Stöde waar we een hytte (hut) hebben geboekt op de camping aldaar. Het zal een saaie tocht worden die geheel langs het Stödesjön-meer loopt. Ongerwaeg komen we langs het vakantiepark Rävelsbodvallen en nemen op een bankje een korte pauze. Als ik met de bloedsuikermeter langs de censor op mijn arm ga, zie ik dat ik aan de lage kant zit. Een energiereep uit mijn broekzak moet verder onheil voorkomen. We gaan verder en de lange glooiende wegen zijn nou niet echt uitnodigend. Maar we hebben goed de pas er in. Ongerwaeg halen we herinneringen op over het Olavspad in Noorwegen in 2017. Er wordt heel wat afgelachen. Zeker over dat voorval bij de spoorlijn, waar we behoorlijk gevaarlijk bezig waren. Runa zaet nog; how did we do that, Ger. I don't know Runa. We just did it. Ook komt Hanna nog ter sprake. She was not so nice woman. Als we dan Loböle naderen zien we al in de verte het bankje staan, zoals het ook vermeld staat in mijn gids. Ook moet er een stempel aanwezig zijn. Bij aankomst is dat ook zo en omdat het inmiddels bijna half twaalf is pauzeren we hier voor onze lunch.
Drie sneetjes brood met kaas heb ik vanmorgen ingepakt. Dét ware de letste sjneetjes van miene eige gebakke glutevrieje mik van thoes. Intussen wordt de lucht alsmaar dreigender. Tot nu toe hebben we vanmorgen geluk gehad met het weer. Maar eenmaal weer op pad moet de regenhoes er over en komt de paraplu te voorschijn. Ich haat raegen. Wuurse zoë naat van! Rond half twee lopen we Stöde binnen. Een vrouw met, ik denk, haar zoon spreekt ons aan. Ik kan er niks van maken. Maar Runa heeft al snel door dat ze uit Finland komen. Ze hoort het aan hun specifieke taal. De zoon spreekt goed Engels en vertaalt waar nodig. Zij heeft vorig jaar de camino Francés gelopen en is er nog steeds van onder de indruk. Als wij vertellen dat we dat ook hebben gedaan en nu naar Trondheim lopen is ze hiervan onder de indruk. We praten nog wat en dan rap naar de camping toe. We krijgen een grotere hytte dan die ik geboekt had. Want, zo zegt de vrouw van de receptie: you are older people and so you can sleep both under in the bunkbed. En dat ook nog voor dezelfde price. Tja, aajerdom kump met gebreke, zegke ze waal ens, maar ut haet aug zien veurdeile. Een kleine maar mooie hut met 2 stapelbedden. We gaan nog naar de supermarkt voor ons eten vanavond. Een magnetronportie voor beiden met wat tomaten en een biertje. Dan nog eten en drinken voor ongerwaeg morgen en zo gaan we met ieder een grote zak vol weer terug naar de camping. Ik ga dan eerst douchen en moet hier de deur voor uit, want deze zijn beneden aan het water. Als we beiden schoon zijn, drinken we samen een pilske. Hierna onze magnetronmaaltijd en wat yoghurt en de blog nog afmaken en dan vallen mij de ogen al dicht. Vanavond lig ik er vroeg in. Sjlaop ze.
Zaterdag 25 mei
Selånger - Matfors Solvangen 26 km
De eerste stappen
Als eine ós höb ich gesjlaope, van negen gisteravond tot half acht vanmorgen. We nemen de tijd, omdat we een bezoek willen brengen aan het Pilgercenter en de mooie kerk hier in Selånger. Helaas is het pas open om 11.00 uur. Tegen tienen zetten we onze eerste stappen op het Olavspad richting kerk en Pilgercenter. In de kerk wordt gerepeteerd voor ik denk een soort vormsel. Zo'n 30 opgeschoten pubers hebben meer oog voor ons dan voor de dominee en diaken. Wel drie keer moeten ze het de kerk in lopen, oefenen voordat het tot tevredenheid is. Bij de 2e gang naar buiten vraagt een van de jongens waar we vandaan komen. Ijsland en Nederland, zegt Runa tegen hem en we gaan naar Trondheim. Bij sommigen valt de mond helemaal open. Als ze dan weer terug komen in de kerk krijgen we van hun een opgestoken duim. Leuk, die aandacht. We volgen onze weg verder op zoek naar het Pilgrimscenter. We zien alleen maar veel markeringen, maar een pilgrimscentrum: ho maar. Als ik aan een man vraag waar we ergens moeten zijn wordt het direct duidelijk. We zijn al te ver. Het ligt aan de andere kant van de weg t.o. de kerk. Dan gaan we maar terug. Tensjlotte jeug os nemes! Gelukkig is het al open. Een jonge meid is druk bezig met koffie zetten. We drinken koffie met, jawel hoor, glutenvrije cake erbij. Als we na het afstempelen van onze credential willen opstappen, zegt de jonge dame: wait for 5 minutes, my boss is coming. Als ze binnenkomt krijgen we een warm welkom. Zij is diaken en de grote animator achter dit geweldig mooi Pilgrimscenter. Als we dan echt opstappen, maakt ze nog eerst een foto van ons voor hun facebookpagina. En dan zijn we echt weg. Ongerwaeg bedenk ik dat die foto er wel gauw op zal staan. Even later hoor ik mijn telefoon brommen, ten teken dat er een facebookbericht is. Ik kijk even en ja hoor we staan erop. Sjoeën.
Onze weg vandaag gaat de hele dag over glooiende paden en wegen. Een enkele keer gaat het pittig omhoog. Tegen half twee komen we aan in Gisselåsen. Hier verwelkomen Tom en Sigrid alle pelgrims die langs hun huis komen. Hij staat ons al op te wachten en heeft de koffie al klaar. Zelfs glutenvrije crackers heeft hij in huis. Wat een aardige mensen. Hij houdt er als hobby op na om van alle pelgrims een foto te maken, die hij in de winterperiode laat afdrukken en in een fotoboek zet. Tevens noteert hij land van afkomst, man of vrouw, lopend, fietsend of te paard, met of zonder tent, waar naartoe en noem maar op. Als aandenken krijgen we van hem een mooie pen annex zo'n ding voor op een tablet te tikken. Nadat hij een foto van ons heeft genomen, bedanken wij Tom en Sigrid voor alles en gaan verder. Trouwens, van enige donatie willen ze niks weten. Al lopend door de bossen gaat het richting Matfors. Het zijn 8 km en dan nog eens 7 km naar Solgården, onze overnachtingsplek. In Matfors doen we nog wat inkopen in een grote supermarkt. Ik koop o.a. glutenvrij brood en bier!! Als we de winkel uitkomen en buiten onze spullen in de rugzak aan 't proppen zijn, begint het te regenen. De regenhoezen gaan over onze rugzakken en de paraplu's komen er uit. Gelukkig stelt het niet veel voor. We raken vermoeid. Zo’n eerste dag is toch altijd weer wennen. De 7 km naar onze slaapplek trekken zich erg lang. Blij zijn we dan ook om tegen zessen onze rugzakken van de poekel te kunnen halen. Hartelijk worden we welkom geheten door Maybritt en ze neemt ons mee naar ons eigen huisje. Lekker warm is het binnen en het ziet er gezellig en netjes uit. En dan komen de vaste dagelijkse rituelen weer. Iers oetruste met een pilske. Den onger de doesj. Wat nuedig is aan kleijer wasse. En den kaoke, eate en aafwasse. En as der den nog puf euver is, ut versjlaag sjrieve. Nou dat is allemaal gedaan en het zal niet lang meer duren voor we beiden onder de wol gaan. Oh ja, jammer dat we al twee dagen geen Wi-Fi hebben op onze slaapplaatsen. Maar het is niet anders. Sjlaop ze.
Vrijdag 24 mei
Op naar Zweden
Doe mos der get veur euver höbbe. Vanmorgen kraait de haan wel erg vroeg:kwart over vier. Thea, dae erme sjat, gaat alvast koffie zette. Ik ga me opfrissen en aankleden en dan aan de koffie. Samen zien we er niet erg uitgeslapen uit. Maar allee. Na het ontbijtje een laatste check op mijn rugzak die al ingepakt klaar staat. Uit de koelkast pak ik mijn insuline en doe deze in mijn handbagage. Zo ook mijn camera en iPad en de nodige opladers voor de pomp, sensor, telefoon en zo kan ik nog wel even door gaan. Maar het moet mee. Klokslag vijf uur vertrekken we naar Eindhoven airport. Het is rustig op de weg dus dit schiet lekker op. Precies om zes uur zijn we er. Met een paar dikke kussen neem ik afscheid van miene sjat. Gelukkig kan ik direct al mijn rugzak inchecken en dat is fijn. Bij de dame aan de detectiepoort geef ik aan dat ik een insulinepomp draag met een sensor. Mijn handbagage hoef ik niet uit te pakken en de veiligheidsbeambte zet de scanner uit zodat ik door kan. Hij vraagt wat ik allemaal in mijn zakken heb zitten. Nou, alles wat niet door de scanner mag. Geen probleem, ik mag snel door. Dat is nog eens klantvriendelijk. Dan is het wachten geblazen. De vlucht is om acht uur en is pünktlich. In de rij van drie waar ik zit komt niemand meer zitten, dus plaats genoeg. De vlucht gaat bijna geruisloos voorbij en om kwart voor tien sta ik op het vliegveld Stockholm-Arlanda. De bagage komt snel en mijn rugzak heb ik zo te pakken. Op een rustig plekje stop ik alles vanuit mijn handbagage in de rugzak. Zo hoef ik maar op een ding te letten. Ik drink een cappuccino en eet een glutenvrij gebak. Hiej weite ze de prieze auch waal: 100 Sek. Is dit een voorteken!? Dan ben ik over twee weken alweer thuis. De centjes die ich höb metgekrege zien den al op!
Bij de infobalie informeer ik hoe laat de vlucht met Runa aankomt en waar. Ook vraag ik de weg naar het treinstation. Runa komt aan op terminal 5 en daar is ook de ingang naar het treinstation Arlanda centraal. Maar het is een heel eind lopen. Je bent hier op terminal 2. Och we hebben de tijd. Maar het is toch een dik kwartier lopen. (maar wat is een kwartier op al die kilometers die nog gaan komen) Runa’s vlucht komt om een uur aan. Tegen half twee zie ik haar dan aan komen lopen. Ze kijkt wat in de rondte maar ziet me niet. Ik loop naar haar toe en zeg achter haar rug: hello Runa. Wat volgt is een stevige omhelzing. I'm so glad to see you Ger. Ja dat ben ik ook. We gaan een bakje koffie drinken en hebben heel wat bij te kletsen. Fijn is dat. Tegen kwart over twee gaan we naar het ondergrondse, in rotsen uitgehakt, treinstation toe. De trein is een paar minuten te laat maar wat maakt het uit. Onze gereserveerde plaatsen zijn zo gevonden. Lekker zittende stoelen maken de rit van drie uur en een kwartier aangenaam. De ogen vallen al snel dicht. We zitten niet ver van de barwagen af en dat is te merken ook. Er wordt stevig gedronken. Zowel in de bar als ook elders in de trein. Hoeveel er niet langs komen met drank in hun handen! Sundsvall is het eindpunt van deze trein en als we uitstappen zie ik slingerende mannen. Gaon die auch nog met de auto nao hoes! Als we het station uitlopen zien we al de eerste markering van de Olavsweg, met daaronder een bordje naar het busstation. We zouden hier eerst wat willen eten, maar de eettenten zitten vol. Bij het busstation ligt een supermarkt. We kopen elk een kant- en- klaar pakket dat alleen maar in de magnetron hoeft, want die zal er toch wel zijn. Bij het busstation vragen we welke bus we moeten hebben. Lopen naar Selanger doen we niet meer. Inmiddels is het al kwart voor zeven. De bus laat ons dichtbij onze slaapplek eruit. Met de hulp van een vrouw vinden we de herberg 'Lille appelgarden' snel. Hier is niemand, maar de sleutel vinden we op de afgesproken plaats. Een grote tegenvaller is dat er toch een magnetron aanwezig is. Dan wordt het dus brood met kaas en bewaren we onze maaltijd voor morgen. Mot auch waal weer in de rugkzak.(extra gewicht) Tegen negen uur maak ik mijn bed op en kruip snel onder het donzen dekbed. Sjlaop ze.